Voorwoord Kwartaalbericht 122

Voorwoord Kwartaalbericht 122

Waar blijft de tijd! Hebben we na 21 december überhaupt nog wel tijd? Als de Maya’s – en een paar anderen – gelijk krijgen, is dit het laatste Kwartaalbericht dat u ontvangt… dan is álles historie en zal er ook geen nieuwe geschiedenis meer geschreven worden!

Dit artikel is afkomstig uit Kwartaalbericht 122 [2012-4]. Leden van de Historische Kring Laren ontvangen het kleurrijke glossy magazine 4 keer per jaar. U kunt hier lid worden. Losse nummers zijn à € 4 per stuk in de Lindenhoeve te koop, zolang de voorraad strekt.

Daar gaan wij als Historische Kring niet vanuit! Wel merk je dat de tijd écht vliegt, een kwartaal is maar zó voorbij en ik mag voor de veertiende keer al weer het voorwoord schrijven. Grappig woord trouwens als je erbij stilstaat: vóór-woord en dat terwijl er geschiedenis volgt. Ik denk nu ook aan: En toen was er het woord. Daarvóór dus niet! Woorden, ook die in voorwoorden worden gebruikt, zijn al zo oud als de wereld, dus gelukkig toch geschiedenis en dan zijn we weer dáár waar we ons thuis voelen: de geschiedenis en dan met name van Laren. Er gebeurde veel de afgelopen maanden. De opening van het Brinkhuis in het hart van Laren zal niemand ontgaan zijn. Het hart klopt daar tot in de kleine uurtjes, de lichten branden gastvrij! Ach, als de nonnetjes eens zouden weten… Niets contemplatie, niets geen soberheid, alleen maar uitnodigend en uitbundigheid! Op de Eemnesserweg wordt ook het huis van de broeders flink verbouwd, nieuwe tijden en gebruikers staan voor de deur. Zo vernieuwt zich de geschiedenis telkenmale. De weg naar Naarden is behoorlijk op de schop gegaan – letterlijk en figuurlijk. Ferdinand Huyck liep hier – ergens rond 1737 – komend vanuit de richting Soest en Jacob van Lennep beschrijft hoe Ferdinand de heuvel bij Laren opging en zich verbaasde over het prachtige zicht op de weilanden en de bossen. De landgoederen Larenberg en Dennenoord waren zelfs nog niet gebouwd. Tweehonderdvijftig jaar later is de Naarderstraat weer als nieuw, Larenberg staat er nog pront bij en voor Dennenoord zijn er vérgaande plannen om het weer geschikt te maken voor bewoning. Het zou mooi zijn als ook deze parel aan de invalsweg naar Laren wordt ‘opgepoetst’. Wij houden een en ander goed in de gaten en worden ook regelmatig gevraagd mee te denken als het om historische zaken gaat. Los daarvan willen we bij het vastleggen van de geschiedenis van Laren ook actief de boer op: niet alleen afwachten tot we gegevens toegespeeld krijgen (waar we altijd héél blij mee zijn, laat dat duidelijk zijn!), maar ook zelf initiatief nemen. Zo willen we graag het verhaal van Restaurant Oud Laren compleet hebben. Een doos met allerlei documenten staat in de Lindenhoeve om gearchiveerd te worden en Ria en Evert Schennink
– de oude uitbaters – worden binnenkort geïnterviewd. Heeft u nog iets leuks over Oud Laren te vertellen? We horen dan graag van u! Daarnaast zijn we aan het onderzoeken wie het grafito (fresco) van Theo Kurpershoek bij de fietsenstalling van de oude bibliotheek op de Torenlaan zou kunnen restaureren. Deze wandversiering is (waarschijnlijk) in 1938 aangebracht en nodig aan een opknapbeurt toe. Dat daar een gespecialiseerd iemand voor nodig is, spreekt voor zich. Tenslotte willen we u laten weten dat we al bijna twee jaar in gesprek zijn met Museum Hilversum om het Larense kast- of schuilkerkaltaar terug naar Laren te krijgen. In 1946 is het aan Museum Hilversum aangeboden en staat het daar – voornamelijk – in het depot. Wij kunnen ons een betere plaats bedenken: Laren! 

Waar blijft de tijd! Tijd – verleden of toekomstige – blíjft, in zowel het geschreven als het gesproken woord, in oude materialen en in herinneringen van vele mensen. 

Wij wensen u allen een fijne kersttijd toe, een tijd waarin we stil kunnen staan bij onze zegeningen, waarin we vooruit kunnen kijken ver ná 21 december, een tijd van bezinning én van nieuw begin! De voltooid verleden tijd ten spijt!

Antoinetty van den Brink, voorzitter