Reacties op het artikel “Johtje Vos”
Het artikel in ons vorige kwartaalbericht over “Johtje Vos”, heeft het één en ander losgemaakt en we zijn er flink mee aan de gang geweest.
Dit artikel is afkomstig uit Kwartaalbericht 104 [2008-2]. Leden van de Historische Kring Laren ontvangen het kleurrijke glossy magazine 4 keer per jaar. U kunt hier lid worden. Losse nummers zijn à € 4 per stuk in de Lindenhoeve te koop, zolang de voorraad strekt.
Zo vertelde mevrouw Elisabeth Osieck te Laren dat ze tijdens de Tweede Wereldoorlog met haar ouders aan de Logosberg woonde. Als kind speelde ze dan heel vaak met de kinderen van de familie Vos en de kinderen die daar in huis waren. De familie Vos woonde bij haar “om de hoek”, n.l. aan de Verlengde Engweg 8. Met die andere kinderen was iets, maar ze wist niet wat en als kind let je daar niet zo op. Marc de Klijn, die daar ook woonde bij de familie Vos zat bij Elisabeth Osieck in dezelfde klas van de Gooische School. Ze hoefden echter niet helemaal naar de Gooische School te lopen want er werd les gegeven in een huis aan de Velthuijsenlaan omdat de school werd bezet door de Duitsers.
Met dochter Barbara Vos die in Amerika woont heeft ze nog steeds contact. Barbara is getrouwd met de Amerikaan Bil Moorman. Barbara mailde dat haar vader Aart Jongeneel Vos was geboren te Naarden op 4 mei 1905.
Dus ging ik naar het Stadsarchief te Naarden om e.e.a. op te zoeken. De naam Jongeneel begreep ik niet. En zo vond ik de geboorte acte nr. 41 van 5 mei 1905 die vermeld dat Aart een zoon was van Floris Vos en Margaretha Cornelia Jongeneel. En daar was de naam Jongeneel. Aart werd waarschijnlijk in het Diaconessenziekenhuis van Naarden geboren.Vader Floris deed zelf aangifte, hij was 33 jaar en was van beroep industrieel. In ieder geval een beroemde vader, want hij was leider van de in 1900 opgerichte “Nieuwe Partij van Erfgooiers”, hij stichtte in ± 1908 de Modelboerderij “Oud Bussem” tussen Huizen en Bussum en protesteerde fel tegen de tollen in het Gooi waarvan velen door zijn toedoen zijn verdwenen. Zo kwam ik er dus ook achter dat de Amerikanen de familienaam van de moeder eerst noemen en dan die van de vader. Aart Vos en Johanna Kuyper trouwden in het gemeentehuis van Laren op 10 juni 1943.
Barbara mailde ook dat de vriendelijke politieman uit de oorlog de heer J. Frijters was. De heer J.H. van Beerschoten te Laren vertelde mij dat hij tijdens een rondreis door Amerika met zijn vrouw in 1980 bij Barbara in Woodstock heeft gelogeerd. Zijn vrouw is de oudste dochter van agent Frijters.
De architect Gé van de Pol vertelde me dat de 3 jarige Mark de Klijn uit het verhaal de zoon is van de violist Nap de Klijn en Alice Hecks. Mark de Klijn woont momenteel in Kampen.
Zo is het één en ander boven water gekomen. Hartelijk dank voor al uw reacties. Natuurlijk zullen we Barbara ook een kwartaalbericht sturen met de hartelijke groeten van u allen.
Bep (G.L.) De Boer
Herinneringen aan Aart en Johtje Vos
Uit de oorlogsjaren herinner ik mij flarden. Dat heeft te maken met het feit ,dat ons gezin (Nap de Klijn en Alice Heksch en hun zoon Marc) heel vaak moest verhuizen in verband met razzia’s en gevaar voor arrestaties. Voordat ik in 1943 definitief bij een liefdevol pleeggezin werd opgenomen in de stad Vianen, was ik ook een tijdlang ondergedoken bij de familie Vos. Ik herinner mij daar nog van dat wij vooral ‘s avonds en ‘s nachts muisstil moesten zijn en alleen zachtjes mochten fluisteren. Wij sliepen op een zolderverdieping. Er waren meerdere personen, ook jonge kinderen zoals ikzelf. Eenmaal werden wij midden in de nacht opgeschrikt, omdat wij weg moesten. Ik werd halsoverkop in een warme deken gerold en achter in de laadbak van een vrachtwagen gegooid. Er dreigde weer een razzia en huiszoeking naar Joden.
Ik weet nog van het bestaan van een tunnel, die uitkwam op de hei, maar daar ben ik nooit in geweest. Aart en Johtje waren bijzonder meelevend, moedig en actief in het verzet. Ik weet dat mijn ouders daar een huisconcert gaven ter ere van hun huwelijksdag, en dat Johtje alert genoeg was om twee Duitsers aan de voordeur af te poeieren, die dus onverrichter zake afdropen. Ik weet dat Marijke Otten ondergedoken was bij de Vossen en ook Moana Hilfmann. Met Marijke heb ik nog contact sinds een Duitse regisseur een herdenkingsfilm heeft opgenomen over Johtje Vos (Aart was toen al overleden) en een ontmoeting heeft gearrangeerd met de overlevenden in een Amsterdams restaurant.
Met Barbara Vos heb ik na de oorlog op school in dezelfde klas gezeten. Veel contact hadden wij niet. Ook niet met Hetty en Peter. Bovendien emigreerden de Vossen begin vijftiger jaren naar de Verenigde Staten. Mijn ouders vonden dat heel erg, want zij behoorden tot hun beste en intiemste vrienden. Maar de Vossen konden het in het naoorlogse klimaat in Nederland niet meer vinden. Jammer genoeg heb ik dat nooit uit hun eigen mond vernomen. Ik kan tot slot beamen, dat ik mede door de inzet van de familie Vos mijn leven heb mogen behouden. Ik ben blij dat er ook in Nederland een aantal mensen zijn geweest die moedig, doortastend en met inzet van hun eigen leven zich voor de Joden en andere mensen die gevaar liepen, hebben ingezet.
Familie Vos was een van hen.
Marc de Klijn
Artikel in the New York Times, 4 november 2007
Artikel in Leben (a Journal of Reformation Life), 1 januari 2008