Onze eerste hongerwintertocht
Op 20 april 2005 verscheen in de Gooi- en Eemlander een artikel over de buurtschap De Birkt in Soest. Het ging over het feit dat in die buurtschap een zg. ‘klompenpad’ in gebruik zou worden genomen genaamd: ‘Het derde erf’. Een later bericht gaf aan dat het pad inderdaad op 1 juli was geopend.
Dit artikel is afkomstig uit Kwartaalbericht 99 [2007-1]. Leden van de Historische Kring Laren ontvangen het kleurrijke glossy magazine 4 keer per jaar. U kunt hier lid worden. Losse nummers zijn à € 4 per stuk in de Lindenhoeve te koop, zolang de voorraad strekt.
Foto: Voedseldropping op 2 mei 1945 op de hei bij Crailo. Foto uit: Ach lieve tijd.
Huub van der Schaal
Even tussendoor: een ‘klompenpad’ is te vergelijken met een ‘laarzen pad’ zoals dat te vinden is bij het Naardermeer. Verschillende instanties werken samen en stellen geld beschikbaar om dergelijke paden tot stand te brengen. De plaatselijke grondgebruikers en/of -eigenaren geven niet alleen toestemming om hun grond te betreden, zij zorgen er ook voor dat de paden (met laarzen en klompen) begaanbaar blijven. De bedoeling in het geval bij de klompenpaden is om het boerenland wat toegankelijker te maken voor de burger. Sinds juni ‘05 is er ook een klompenpad in Eemnes het ‘Nesserpad’ genaamd.
Met enige spanning had ik die artikelen gelezen, want het gebied De Birkt is mij vooral bekend van een belevenis in de oorlog. Het gebeuren kwam weer helemaal tot leven. Birkhoven, wat tegen De Birkt aanligt, maar dan net in Amersfoort, had in de oorlog een slechte naam omdat daar zoveel Duitse militairen (wij zeiden iets anders) waren gelegerd.
In de hongerwinter van 1944/45 ondernamen mijn moeder en ik voedseltochten op de fiets waarbij het de kunst was je zodanig te gedragen dat je geen slachtoffer werd van fiets- of voedselvorderingen. Mijn moeder was bijna 48 jaar en ik was een jochie dat in januari 14 zou worden. We hadden beide goede fietsen met toevallig ook nog goede banden en omdat wij met het hele gezin, vader, moeder, mijn zus en ik, wel eens met de fiets op vakantie gingen beschikten we over dubbele fietstassen van stevig zeildoek.
Onze eerste tocht zou niet al te ver van huis gaan naar de Veluwe en dan richting Zwolle; er gingen verhalen dat daar wel iets aan eten viel te bemachtigen. We vertrokken op een dinsdag vanuit Laren over Eemnes, Baarn, Soest, Amersfoort en dan zouden we wel verder zien.
“Als we eerst maar voorbij Birkhoven zijn” zei mijn moeder met, wat ter plaatse bleek, een gegronde angst voor de situatie aldaar. Op ongeveer honderd meter voor het punt waar de Birkstraat toen nog een scherpe bocht naar rechts maakte (richting huidige dierenpark Amersfoort), zagen we in die bocht een duitse soldaat staan die in een duidelijk afwachtende houding in onze richting stond te kijken. Mijn moeder had direct door dat dit geen zuivere koffie was en stopte meteen terwijl zij mij waarschuwde voor het gevaar. Omdat ik nog enige meters doorreed en toen pas omdraaide werd ik aangeroepen met: “Hé, Jungen, zurück!!”
De schrik zat er goed in, want het was wel erg dichtbij en we moesten nog maar zien te ontkomen op die lange rechte weg terug. De schrik werd nog groter toen we werden aangeroepen door een militair die in volle uitrusting met geweer op wacht stond voor een bunker die iets terug van de weg stond in wat voor mij een bos leek. We dachten niet anders of dat was het vangnet waarmee de terugweg werd afgesloten. Tot onze verbazing echter en ook tot onze opluchting wees hij ons, in zuiver Nederlands, naar een weggetje aan de overkant. (Ik neem aan dat het een foute Nederlander in Duitse dienst was, maar voor ons op dat moment de bovenste beste.)
Met de schrik in de benen staken we de Birkstraat over en fietsten we al wat we konden tussen boerderijen en verderop graslanden door naar een voor ons onbekend gebied. Uiteindelijk, toen we beseften dat het gevaar was geweken, besloot mijn moeder toch maar weer rechts aan te houden, richting Amersfoort. Waar we precies gereden hebben weet ik niet, maar we kwamen uiteindelijk bij een rangeerterrein in de buurt van het station Amersfoort.
Wat daar voor ons klaarstond grensde aan het ongelooflijke … een paar losgekoppelde goederenwagons, sommige met geopende deuren en uit die deuren waren aardappels gestroomd over de grond en de naastliggende rails.
Er waren mensen in aan het graaien. Van een afstand gezien waren ze nogal onzorgvuldig bezig, ze liepen tenminste zomaar over de aardappels heen. Dichterbij gekomen bleek ook waarom. Het was nl. een strenge winter en tijdens het transport waren de buitenste en bovenste lagen bevroren. De stank van de bevroren en vertrapte aardappelen was waarschijnlijk mede de oorzaak dat ze daar te grijp lagen. Je moest echt de goeden eruit zoeken. Toen we aan de stank gewend waren hadden we al snel onze fietstassen volgeladen en met een grote boog zijn we om Birkhoven heen naar Laren terug gereden. Daar was de verbazing groot dat we dezelfde dag al weer terug waren van wat voorzien was als een rit van minstens een paar dagen.
Dit gebeuren is voor mij weer helemaal gaan leven toen mijn vrouw en ik na 35 jaar in oa. Vught gewoond en gewerkt te hebben, na mijn pensionering terug zijn gegaan naar onze geboortestreek. We wonen nu al weer zo’n 15 jaar in Eemnes. Vooral in de eerste tijd heb ik op de fiets tot ver in de omtrek de vroegere belevenissen weer een plaats proberen te geven.
Op een van die tochten heb ik gepoogd om bij Birkhoven dat weggetje terug te vinden waar die soldaat-op-wacht ons had in gewezen. Op een oude kaart uit 1913 had ik gezien dat er verscheidene paden tussen de boerderijen door van de Birktstraat naar de Peter van den Bremerweg gelopen hebben, maar deze zijn verdwenen of voor publiek niet meer toegankelijk. Het zullen wel ‘wegen met recht van overpad’ geweest zijn die bij een herverkaveling weggesaneerd zijn.
De artikelen in de Gooi-en Eemlander hebben mij op het goede spoor gebracht en ik heb inmiddels een folder van het klompenpad ‘Het derde erf’, ter plaatse op het adres Birkstraat 125, opgehaald. Het lopen van het pad moet ik nog steeds doen, maar ik heb op het goed uitgevoerde kaartje op de folder al kunnen uitmaken dat onze vluchtweg in de winter van 1945 er deel van uitmaakt.
Ik heb zo’n idee dat er vast nog wel mensen zijn, en dan vooral in het Soesterkwartier in Amersfoort, die zich die aardappel-dinsdag 9 januari 1945 nog zullen herinneren.
Eemnes, augustus 2006.