Notities van Paul van Heijningen
uit de laatste maanden van de oorlog
Tijdens een onderzoek in het Streekarchief in Hilversum stuitte ik op vier artikelen uit De Bel, waarin Paul van Heijningen verslag deed van zijn ervaringen in de wintermaanden 1944-1945. Hij putte voor die artikelen uit notities die hij in het laatste deel van de bezetting in zijn zakagenda had opgetekend.
Dit artikel is afkomstig uit Kwartaalbericht 156 [2021-2]. Leden van de Historische Kring Laren ontvangen dit kleurrijke glossy magazine 4 keer per jaar. U kunt hier lid worden. Losse nummers zijn à € 4 per stuk in de Lindenhoeve te koop, zolang de voorraad strekt.
Cees Meijer
Paul van Heijningen (1919-1993) was in 1939 met zijn ouders en zuster in Laren komen wonen. Hij was de zoon van ‘Ome Jan’ van Heijningen, die lid van de verzetsgroep van Herman Troeder was. De groep hield zich vooral bezig met hulp aan onderduikers. Ook zoon Paul verrichtte hand- en spandiensten voor de verzetsgroep van Herman Troeder en Jean Landré. Vader en zoon Van Heijningen worden beide genoemd in Schieten op de maan, waarin Teun Koetsier en Elbert Roest de oorlogsgeschiedenis van Laren hebben vastgelegd. Eén van de Bel-artikelen (18 april 1975) is gedeeltelijk door de auteurs als bron gebruikt.
Paul van Heijningen is voor sommige lezers vast wel bekend als ‘de man van De Bel’. Vanaf begin jaren zestig was hij advertentieacquisiteur voor de krant, was hij verantwoordelijk voor de bezorging en trad hij regelmatig naar buiten als verslaggever van het plaatselijk nieuwsblad, dat toentertijd nog tweemaal per week verscheen. Hij was mijn ‘ome Paul’ want hij was gehuwd met Hennie Meijer, de oudste zuster van mijn vader.
Opvallend is dat Van Heijningen in de vier krantenartikelen zichzelf ‘de informant’ noemt. In een toelichting die ik in het archief aantrof, geeft hij hiervoor als verklaring dat “zelfs in 1974 er nog wel oud-verzetsstrijders zouden zijn geweest die mij de bitterste verwijten zouden hebben gemaakt dergelijke aantekeningen tijdens de oorlog te hebben gemaakt en bewaard te hebben”. Het is waarschijnlijk ook om die reden dat ‘de informant’ weinig of geen namen noemt van personen of bekende plaatsen in Laren. Van Heijningen deed in zijn artikelen voorkomen dat na de vondst van de aantekeningen de bewuste agenda’s of zakboekjes door een onbekende bij De Bel waren bezorgd. De Bel-medewerker voegt eraan toe dat de schuilplaats waar de boekjes waren opgeborgen zo moeilijk was te vinden, dat hij ze zelf na bijna dertig jaar bij toeval terugvond.
Het verhaal hieronder is gebaseerd op de artikelen die in De Bel van 27 december 1974, 17 januari en 18 april 1975 zijn verschenen. Ik heb niet de volledige tekst overgenomen, maar wel de letterlijke tekst van de meest opvallende fragmenten.
Illustratie bij het artikel zoals het op 27 december 1974 werd gepubliceerd in Laarder Courant De Bel.
December 1944
“De Kerstdagen van 1944 vielen op een maandag en dinsdag, Ondanks alle ellende probeerde men van het kerstmaal nog iets feestelijks te maken. Onze informant kocht voor f 25,- samen 1 pond vlees, 1 ons vet en wat soepbeentjes. Daar werd met vier volwassenen twee dagen van gegeten. Voor eerste Kerstdag was een konijn geslacht, waarvan de helft samen met een maaltje aardappelen, groenten en twee appels terecht kwam bij een bejaard Amsterdams echtpaar dat er zelf niet op uit kon gaan.
De saamhorigheid was groot en men had wat voor elkaar over. In gezinnen waar men er iets beter voor zat, werden niet zelden één of twee kinderen van minder goed bedeelden dagelijks aan tafel genodigd, hetgeen een niet geringe verlichting voor hun ouders betekende.
Kort voor Kerstmis kwam er 3 ton prima aardappelen uit de kop van Noord-Holland veilig in Laren bij de ondergrondse aan. De aardappelen werden los in een kolenkelder van een afgelegen villa gestort. Mijn informant hielp mee om met een oude bakfiets onderduikers in Laren, Blaricum en Huizen te bevoorraden. Ongeveer een derde van de aardappelen was echter gereserveerd voor crepeergevallen onder de gewone bevolking zoals zieken, gehandicapten en ouden van dagen. De vreugde bij iedereen die iets van deze aardappelen kreeg was zeer groot en de man die de piepers thuis bracht ondervond dit soms op ontroerende wijze. Hier kreeg hij een zuinig bewaarde Consi-sigaret, daar een klein stukje worst of een pakje scheermesjes en eenmaal zelfs een zelf gemaakt schilderijtje!
De serie artikelen in Laarder Courant De Bel startte op 26 november 1974.
Arbeidsinzet
Kort na de kerst maakte de bezetter bekend dat alle nog overgebleven mannen tussen de 16 en 40 jaar zich gereed moesten houden om in januari weggevoerd te worden voor de arbeidsinzet. De Duitsers wilden hiermee voorkomen dat, indien onze streek bevrijd zou worden, deze mannen zich massaal zouden melden voor dienstneming bij de geallieerden zoals in eerder bevrijde gebieden was gebeurd. Men legde dit bericht als kennisgeving laconiek naast zich neer en trok zich er verder niets van aan!”
Januari 1945
“Aantekeningen over gebeurtenissen uit de periode 1-16 januari ontbreken. Het oorspronkelijke zakboekje kon vlak voor een huiszoeking door de moffen nog net op tijd verbrand worden,” schrijft onze lokale historicus. In een nieuw zakboekje ging Paul van Heijningen onverdroten verder met zijn notities. Op dinsdag 16 januari werd Van Heijningen bij een razzia in Laren op straat gegrepen en gearresteerd. Vijf minuten later trof zijn vader, Jan van Heijningen, hetzelfde lot. Met nog enkele tientallen anderen werden zij naar de Jozefschool op de Kerklaan gebracht, waar zij de nacht doorbrachten.
Van Heijningen vervolgt: “De volgende dag werden de mannen naar de Brandsmaschool in Bussum overgebracht. Van hieruit werden de meeste arrestanten op transport gesteld naar Duitsland voor de arbeidsinzet, waaraan zij zich tot dat fatale moment nog steeds hadden weten te onttrekken. De vader van onze informant werd wegens zijn te hoge leeftijd vrijgelaten en hij zelf mocht na veel wikken en wegen vanwege zijn gezondheidstoestand ook naar huis. Woensdagavond was de hele familie dus weer veilig bijeen!
De eerste helft van de maand januari was het meer guur dan koud met veel regen en wind. Tussen 20 en 30 januari was het zeer koud met als dieptepunt meer dan -15 graden op 27 januari. Er viel in die periode bovendien zeer veel sneeuw wat tenminste nog één groot voordeel opleverde. Op echte of geïmproviseerde sleden kon je veel meer gekaapt hout thuisbrengen dan op de gammele fietsen uit die dagen.(…)
illustratie bij het artikel zoals het op 17 januari 1975 werd gepubliceerd.
Gaarkeuken
De honger was zo nijpend geworden dat ook in Laren een z.g. centrale keuken werd opgericht. Deze was gevestigd in een stoomwasserij (wasserij Erica aan de Kloosterweg-cm) en hier stonden de medewerkers van deze instelling voor de ondankbare taak om met totaal ongeschikte apparatuur en met ongebruikelijke, onvoldoende en slechte ingrediënten voor een acceptabele maaltijd te zorgen.
Er werd gekookt, of liever gestoomd, in grote houten kuipen met behulp van een stoomspiraal. Een belangrijk onderdeel van de meeste maaltijden was de suikerbiet, die het geheel wat voedzamer maakte maar de smaak grondig verknoeide. Vlees kon er alleen maar aan toegevoegd worden als er ergens een paard of een koe voortijdig aan zijn einde was gekomen en voorwaardelijk was goedgekeurd (z.g. vrijbankvlees). Voor de maaltijden moest men een klein bedrag betalen en een bepaald aantal voedselbonnen inleveren.
Toch hebben deze hongermaaltijden ertoe bijgedragen dat hier slechts weinigen zijn omgekomen van de honger zoals in de grote steden wel het geval was.
Razzia’s
Op 24, 25 en 26 januari waren er weer uitgebreide razzia’s in Laren, Blaricum, Huizen en Eemnes, waar helaas tientallen mannen en jongens van zestien jaar en ouder gegrepen werden. Slechts enkelen van hen werden afgekeurd, de rest werd meteen doorgestuurd naar Duitsland of naar plaatsen vlak achter het front. Hoewel de meesten na het einde van de oorlog zijn teruggekeerd, zijn er onder hen toch ook wel slachtoffers gevallen.
Illustratie bij het artikel zoals het op 18 april 1975 werd gepubliceerd in Laarder Courant De Bel. Het is ons niet gelukt te achterhalen wie de tekenaar ‘Van Dijk’ is.
Laatste dagen
Inwoners van Laren, die in de nacht van 25 op 26 april, door veel gerij en snauwende Duitse commando’s zeer onrustig hadden geslapen, konden de volgende morgen hun ogen bijna niet geloven. Laren scheen frontgebied te zijn geworden. Genoodzaakt door de langzaam maar gestadig oprukkende geallieerde troepen waren enkele batterijen Flak 8.8 cm-geschut in ons dorp geplaatst, om wat later bleek, hun laatste stellingen te betrekken. (…)
Vrijdag 27 april werd het uitgaansverbod opnieuw verscherpt. Slechts van 8 tot 9 en van 17 tot 18 uur mochten de mensen op straat om boodschappen te doen. Zij die van de centrale keuken aten, mochten op vertoon van hun kaartjes tussen 13 en 15 uur hun portie ophalen.(…)
Op zondag 29 april spoeden zich een groot aantal mensen uit Laren, Blaricum en Baarn naar Eemnes. De boeren daar zaten namelijk met hun melk in de maag, omdat de melkfabrieken dit kostbare product niet meer ophaalden en door het verscherpte uitgaansverbod vervoer naar elders niet meer mogelijk was. Uitgaansverbod of niet, iedereen probeerde zijn kans waar te nemen. De Duitsers traden gelukkig soepel op en stuurden slechts enkelen terug, die dan meteen probeerden langs een andere weg hun doel te bereiken. Ook onze informant kwam met 3 ½ liter melk ad f 0,20 per liter thuis. Een maand eerder was je al blij als je voor 3 of 4 gulden één litertje op de kop kon tikken.
Op 1 mei wordt bekend dat Hitler gestorven is en dat Dönitz zijn opvolger is. We hoorden iemand zeggen dat Dönitz in deze functie zijn pensioen niet zou halen! Ook in ’t Gooi worden voedseldroppings gehouden en ook hier vertoonde zich een dolzinnige menigte op straat, die de spertijd aan zijn laars lapte.(…)
Het haast ongelooflijke is geschied: Berlijn is gevallen en Joseph Goebbels is zijn afgod in de dood gevolgd. Op 4 mei mogen we weer wat langer op straat, de spertijd is verlegd. Om 20 uur 50 is het zover. Radio “ Herrijzend Nederland” gaf het bericht door dat de Duitsers in het westen van het land gecapituleerd hadden, maar dat de wapenstilstand pas de volgende morgen om 8 uur v.m. zou ingaan! Eerst verschenen er enkele mensen op straat die het blijde nieuws aan buren en bekenden doorgaven, maar weldra manifesteerde zich het bekende sneeuwbaleffect. De mensen verloren de voorzichtigheid uit het oog en binnen de 10 minuten stonden straten zwart van de mensen. De Duitsers namen dit echter niet (zij waren op dat moment nog niet op de hoogte van de aangekondigde wapenstilstand-cm). Zij begaven zich schietend tussen de menigten. Gelukkig vielen er geen slachtoffers. De vreugde veranderde plots in doodangst. Zou het dan toch niet waar zijn? Iedereen vluchtte bij wildvreemden het huis binnen.”