Monument voor de Joodse kinderen

Monument voor de Joodse kinderen

Bij de dodenherdenking op de Brink in 2004 vroeg wethouder Ton Stam al aandacht voor een vergeten verhaal: dat van de Joodse kinderen van de Berg-Stichting die tijdens de holocaust werden vermoord. In ‘Schieten op de Maan, Gezag en Verzet in WO II in Laren NH’ werd ook aandacht besteed aan het Joodse kindertehuis in ons dorp. Op initiatief van documentairemaakster Ineke Hilhorst wordt nu in april 2017 op het plantsoen tussen Laar en Berg en het Sint Janskerkhof een monument onthuld ter herinnering aan deze grootste ramp in de Larense geschiedenis.

Dit artikel is afkomstig uit Kwartaalbericht 139 [2017-1]. Leden van de Historische Kring Laren ontvangen het kleurrijke glossy magazine 4 keer per jaar. U kunt hier lid worden. Losse nummers zijn à € 4 per stuk in de Lindenhoeve te koop, zolang de voorraad strekt.

Ineke Hilhorst, Teun Koetsier, Elbert Roest

De plek is gekozen omdat de Berg-Stichting gevestigd was op het terrein waar nu Laar en Berg is. Onderdeel van het monument is een plaquette met daarop de namen van de in de Holocaust vermoorde bewoners van de Berg-Stichting. Ook zal er in april 2017 een boek verschijnen over dit stuk Larens verleden. Schrijvers zijn Ineke Hilhorst, Teun Koetsier en Elbert Roest. In het boek wordt de geschiedenis van de Berg-Stichting beschreven. Zowel het samenstellen van de lijst van slachtoffers als het schrijven van het boek vereist veel tijdrovend onderzoek, bestaande uit literatuuronderzoek, archiefonderzoek en het voeren van gesprekken met oud-pupillen van de Berg-Stichting. In dit artikel vindt u een voorlopige lijst. Er zullen nog enkele archiefbezoeken volgen en dat kan gevolgen hebben voor de lijst van slachtoffers.

De Berg-Stichting
De Berg-Stichting ontleent haar naam aan die van Sally Berg, een rijke modeontwerper die in 1909 geld beschikbaar stelt voor de inrichting van een Joods kindertehuis voor kinderen die niet meer door hun ouders konden worden verzorgd. Berg kiest zelf de plek uit, een mooi stuk grond in een prachtige omgeving op een van de hoogste punten in het Gooi, naast het Sint Janskerkhof aan de Doodweg (nu Langsakker). Het contrast tussen de wereld waarin Berg zijn geld verdient en de armoede in het milieu waar de kinderen, die voor de Tweede Wereldoorlog in de Berg-Stichting zaten, vandaan kwamen, is groot. Het zijn kinderen die bij een echtscheiding tussen de wal en het schip zijn gevallen en nergens meer terecht kunnen, maar ook verwaarloosde, door hun ouders in de steek gelaten kinderen. In 1911 arriveren de eerste pupillen.
Weldra is het grote hoofdgebouw van rode baksteen een vertrouwd gezicht voor de Laarders en horen de kinderen van de Berg-Stichting bij het Larense straatbeeld. Van maandag tot en met vrijdag lopen de kinderen van de lagere schoolleeftijd in het gelid naar de Openbare Lagere School. Die is dan op Schoolpad 10 gevestigd. De jongens zowel als de meisjes dragen een zwarte cape. De jongens lopen voorop en de meisjes achteraan. Ze zullen wel via het Schuilkerkpad en de Zevenenderdrift gelopen zijn. De kinderen eten tussen de middag meegebrachte boterhammen op in een Larens café in de buurt van de school.

Hoofdgebouw van de Berg-Stichting uit De BEL van 15 mei 1936.

De Holocaust
Op 10 mei 1940 breekt de oorlog uit. Nederland capituleert na enkele dagen en vanaf die tijd maken de Duitsers de dienst uit. Het duurt niet lang of zij beginnen met de uitvoering van hun plan om alle Joden uit Nederland te deporteren. Twee maanden na het begin van de bezetting begint dat met de losmaking van het Joodse volksdeel uit de samenleving. Een eindeloze rij van anti-Joodse maatregelen wordt afgekondigd. De ingrijpendste maatregel om de Joden te discrimineren, is misschien wel verordening 6/1941 van 10 januari 1941, betreffende de aanmeldingsplicht van alle personen ‘van geheel of gedeeltelijk Joodschen bloede’. Zo ontstaan twee bevolkingsadministraties: één voor niet-Joden en één voor Joden. Uiteindelijk zal dit systeem leiden tot de deportatie en het vermoorden van vele Joden. Vanaf juli 1942 beginnen de massale deportaties van Joden uit Amsterdam naar Westerbork en vandaar meestal naar vernietigingskampen zoals Auschwitz en Sobibor.
De Berg-Stichting ontsnapt niet aan de Duitse aandacht. De niet-Joodse directeur Jan Reitsema realiseert zich in 1942 dat weldra een bevel kan komen om zijn pupillen en stafmedewerkers over te brengen naar Amsterdam. Hij en zijn vrouw voelen zich verantwoordelijk voor zo’n 120 Joodse kinderen en de Joodse stafleden. Reitsema doet er alles aan om deportatie te voorkomen. Hij organiseert zelf de verhuizing naar het Rapenburg in Amsterdam en hij doet zijn uiterste best om voor iedereen stempels te regelen die uitstel van deportatie betekenen. Als iedereen in 1943 in Amsterdam is, regelt hij onderduikadressen voor zoveel mogelijk kinderen. In de 2e helft van 1943 houdt de Berg-Stichting op te bestaan.

De Slachtoffers
Na de Tweede Wereldoorlog wordt geleidelijk duidelijk dat ondanks Reitsema’s heldhaftige verzet de gevolgen groot zijn. Meer dan de helft van de bewoners van de Berg-Stichting is ondergedoken geweest en heeft de oorlog overleefd. Maar langzaam maar zeker wordt duidelijk dat er zich, ook wat de Berg-Stichting betreft, een ramp heeft voltrokken.
We weten niet of men in 1945 of 1946 heeft geprobeerd om een lijst van slachtoffers samen te stellen. We weten wel dat er veel ander werk aan de winkel was.
In 2017 is het maken van een lijst van die slachtoffers nog steeds niet eenvoudig. Na de oorlog krijgt het Informatiebureau van het Rode Kruis van de overheid de opdracht om onderzoek te doen naar ten gevolge van de oorlog vermiste personen. De met onbekende bestemming gedeporteerde Joden worden als vermist beschouwd en het Rode Kruis legt een enorme cartotheek aan waar ook vrijwel alle vermoorde Joden in voorkomen. In 1995 verschijnt een dik boekwerk getiteld In Memoriam. 1) Dat mede op basis van die Rode Kruis-cartotheek samengestelde boek bevat de namen van ruim 100.000 Joodse slachtoffers van de Holocaust in Nederland. In 2012 verscheen het In memoriam: de gedeporteerde en vermoorde Joodse, Roma en Sinti kinderen, 1942-1945 van de hand van Guus Luijters. 2) Daarin staan de namen van bijna 18.000 kinderen die werden gedeporteerd. Die twee boeken vormen een belangrijke bron. Heel belangrijk is ook het Joods Monument. Dat is de door het Joods Historisch Museum beheerde website (www.joodsmonument.nl) met de gegevens van de meer dan 104.000 Joden, die de Holocaust in Nederland niet overleefden, met namen, geboorte- en sterfdatum, geboorte- en sterfplaats.
Als men die drie bronnen als uitgangspunt neemt, levert dat een lijst op van kinderen en stafleden die tussen 10 mei en de ondergang van de Berg-Stichting in de 2e helft van 1943 op de Berg-Stichting hebben gewoond en daarna in de Holocaust zijn omgekomen. Zesenveertig pupillen en vier stafleden blijken door de Nazi’s te zijn vermoord. De meesten zijn vergast in de gaskamers van Auschwitz of Sobibor. Het is de grootste ramp in de Larense geschiedenis.
Elders in dit artikel vindt u de namen van die 46 pupillen en 4 stafleden. Van veel van die namen is duidelijk dat ze op de lijst thuis horen, maar niet van allemaal. Soms is verder archiefonderzoek nodig. Op de lijst komt bijvoorbeeld de naam voor van Henriette Rubens. Volgens Joods Monument zou zij vanuit de Berg-Stichting zijn gedeporteerd. Dat is vermoedelijk niet zo. Het is wel zo dat ze op 10 mei 1940 nog in de Berg-Stichting verblijft. Daarna is ze werkzaam in Zandvoort en ook op verschillende adressen in Amsterdam. Haar Rode Kruiskaart vermeldt dat ze op 25 september 1942 naar Duitsland wordt gedeporteerd. Ze is op 28 september 1942 in Auschwitz op 19-jarige leeftijd vermoord. We hebben haar naam voorlopig opgenomen omdat ze bij het begin van de bezetting nog op de Berg-Stichting woont.
Op de lijst komen ook de namen voor van David, Grietje en Willem Grijsaart. Zij verhuizen volgens hun archiefkaarten in het Amsterdams Stadsarchief op 12 januari 1940 van Amsterdam naar Rotterdam. Hun kaarten in het oorlogsarchief van het Rode Kruis vermelden dat ze op 10 mei 1940 in de Rudelsheimstichting in Hilversum verblijven. Dat is een ander Joods kindertehuis. Zijn ze vandaar naar de Berg-Stichting verhuisd? We hebben voorlopig aangenomen van wel, ook omdat hun oudere zus Flora volgens haar Rode Kruiskaart vanaf het Amsterdamse adres van de Berg-Stichting is gedeporteerd.

De Rudelsheimstichting is in april 1942 op bevel van de Wehrmacht ontruimd. De kinderen die daar woonden zijn daarna op verschillende adressen ondergebracht. Het is zeer waarschijnlijk dat een aantal overgebracht is naar de Berg-Stichting en daaronder de vier kinderen Grijsaart. David Grijsaart is op 21 mei 1943 in Sobibor op 9-jarige leeftijd vermoord. Zijn zusje Grietje is tegelijk met hem op 6-jarige leeftijd vergast. Evenals zijn broer Willem en zijn zus Flora. Willem is 10 jaar oud geworden. Flora is 16 jaar oud geworden.
Bij Simon van Rijk is op de website van Joods Monument geen link met de Berg-Stichting. In het Bevolkingsregister van de gemeente Den Haag is er een kaart van Simon van Rijk. Daarop is een referentie naar de Berg-Stichting met een adreswijziging uit 14-05-1936. De vraag is of hij op 10 mei 1940 nog in de Berg-Stichting is. Gezien zijn leeftijd lijkt dat niet onwaarschijnlijk. Hij was toen 14. Er is ook een uit de Joodse gemeente Bussum afkomstige lijst waarop hij als bewoner van de Berg-Stichting, die in de Holocaust is vermoord, wordt genoemd. Daarom hebben we hem voorlopig opgenomen. Volgens zijn Rode Kruiskaart is zijn laatste adres voor deportatie een adres in Den Haag. Joods Monument meldt: adres vanaf april 1942, Leuvenschestraat 42, Scheveningen. Simon van Rijk is 16 jaar oud geworden Hij is op 30 september 1942 in Auschwitz vergast.

Maurice Menist 1926 -1944
Jacques Menist 1924-1945
Cellie Menist 1928-1943
Mark Grootkerk 1933-1944
Max Lachovitsky 1929 -1944
Louis Cohen 1931-1944
Hans Cohen 1932-1943
Sientje Gobets 1934-1944
Barend Wurms 1926-1944
Marcus Wurms 1930-1943
Aron Wurms 1923-1943
Benjamin de Vries 1926-1943
Sara Vierra 1925-1943
Marianne Vierra 1927-1943
Antoon Jacob Wijmans 1925-1943
Izak Joseph Wijmans 1934-1943
Barend Lens 1928-1943
Mijer Hagenaar 1931-1943
Emanuel Hagenaar 1933-1943
Arie Buitenkant 1928-1943
Jacob Buitenkant 1926-1943
Rebecca Buitenkant 1929-1943
Samuel Buitenkant 1932-1943
Sientje Buitenkant 1930-1943
Jacob Aandagt 1925-1943
Joseph Aandagt 1931-1943
Elias Aandagt 1928-1943
Isidoor Wegloop 1926-1943
Elias Aron van Leeuwen 1925-1943
Regina Bargeboer 1927-1943
Hartog Bargeboer 1924-1945
Reina Hartz 1925-1943
Emanuel Grijsaart 1928-1943
Flora Grijsaart 1927-1943
David Grijsaart 1934-1943
Grietje Grijsaart 1936-1943
Willem Grijsaart 1932-1943
Elisabeth Engers 1925-1944
Abraham Tromp 1923-1944
Henriette Rubens 1923-1942
Isaac Bruinvels 1921-1943
Abraham Bruinvels 1923-1943
Dora Bilderbeek 1927-1943
Simon van Rijk 1926-1942
Isidore Bilderbeek 1929-1943
Izaak Polak 1921-1944
Theodore Prins 1914-1943
Izak Hartog Cohen 1903-1945
Flora Prins-Hirschel 1911-1943
Fina Duifje Cosman 1917-1943

Doorstart
Na de oorlog maakt de Berg-Stichting een doorstart. Van de honderdtwintig personen die in 1940 in de Berg-Stichting verblijven als pupil of personeel, overleven er zeventig de oorlog. Landelijk overleeft één op de vier Joden de oorlog. Voor de oorlog zaten kinderen in de Berg-Stichting omdat hun ouders door omstandigheden, al dan niet buiten hun schuld, niet meer voor hen konden zorgen. In de jaren onmiddellijk na de oorlog is dat anders. De grote meerderheid van de kinderen is in de Berg-Stichting omdat hun ouders door de Duitsers zijn vermoord. In totaal zijn er dan in Nederland 2041 van zulke Joodse oorlogswezen. Een deel van hen heeft ondergedoken gezeten. Een ander deel van de kinderen die hun ouders hebben verloren heeft in een concentratiekamp gezeten. Elk van die kinderen heeft een eigen verhaal.
Na de Tweede Wereldoorlog is er nog maar 25% van de Nederlandse Joden over. Voor de oorlog waren er meerdere Joodse kindertehuizen. In de jaren 50 wordt duidelijk dat er te veel Joodse kindertehuizen zijn voor het aantal Joodse kinderen. Men besluit om ze allemaal op te heffen en nabij het Mirandabad in Amsterdam-Zuid een nieuw Joods kindertehuis te bouwen. In 1964 worden de gebouwen en het terrein van de Berg-Stichting verkocht aan de Stichting R.K. Lycea voor het Gooi. In september 1965 verhuizen de pupillen naar de Mirandalaan in Amsterdam. Daarna gebruikt de Stichting R.K. Lycea voor het Gooi de gebouwen nog enige tijd. Meerdere Laarders herinneren zich nog dat ze daar les hebben gehad. In 1973 zijn alle gebouwen gesloopt, met uitzondering van de directeurswoning.

Het Monument
Het monument dat in april zal worden onthuld bestaat uit een cortenstalen sculptuur van 3.40 meter hoog, ontworpen door kunstenaar Lon Pennock. Bij het monument worden de namen van de vermoorde kinderen en stafleden op een plaquette vermeld. De kosten bedragen rond de 70.000 euro.
Het bestuur van de Historische Kring Laren ondersteunt dit initiatief van harte en roept u op om dit ook te doen. Steunen kunt u doen door middel van een financiële bijdrage. Ook met een klein bedrag maakt u uw steun duidelijk!
Uw donatie kunt u overmaken op Rabobank nl03 rabo 0313 6920 84 ten name van Stichting Monument voor de Joodse kinderen te Laren. De stichting heeft de ANBI-status en uw gift is dus fiscaal aftrekbaar.

1) L’zecher, 1995
2) Luijters, 2012