Martinus Ei
Expert Laren BV is al jarenlang een begrip in en om Laren: vanuit de winkel aan de Nieuweweg 27 levert zij witgoed, elektronica en TV- en geluidsapparatuur. Maar wist u dat dit bedrijf als ‘Lampenhuis’ zijn wortels in Laren heeft en inmiddels meer dan 100 jaar bestaat? De huidige eigenaar Pim Strik heeft het bedrijf overgenomen van Joop de Jong, die het heeft overgenomen van Juul de Boer, die het heeft overgenomen van Martinus Ei. We moeten terug naar 1865 om dit duidelijk te maken.
Foto: Martinus Ei (ingekleurd) staat tussen zijn elektriciens (archief André de Valk).
Dit artikel is afkomstig uit Kwartaalbericht 166 [2023-4]. Leden van de Historische Kring Laren ontvangen het kleurrijke glossy magazine 4 keer per jaar. U kunt hier lid worden. Losse nummers zijn à € 9,50 per stuk in de Lindenhoeve en bij Bruna te koop, zolang de voorraad strekt.
Elektriciteit in Laren – van Eitje Poep tot Expert (deel 1)
Tekst: Eric Snelders
Martinus Ei wordt op 23 februari 1865 in Franeker geboren, als zoon van Johannes Ei en Aafke Arink. In zijn vroege jaren werkt hij als uurwerkmaker in Franeker. In 1884 – net 19 jaar oud – wordt Martinus opgeroepen voor de keuring voor militaire dienst. Met zijn korte gestalte – ongeveer 1,55 meter – zou hij nog wel worden goedgekeurd, maar omdat hij enig wettig zoon is wordt hij ontheven van de dienstplicht.
Nog in hetzelfde jaar op 30 december, verhuist hij naar Harlingen om zich daar te vestigen als uurwerkmaker. Over de jaren in Friesland is verder niet zoveel bekend: Martinus is altijd vrijgezel gebleven, had geen kinderen, en er is daarom nauwelijks overlevering.
De eerste jaren van de Eerste Wereldoorlog waarin Nederland neutraal blijft, lijdt de economie nog weinig onder de strijd. En ondanks dat de oorlog best lucratief is voor ons land, heeft de bevolking het zwaar. In 1917 wordt de schaarste aan veel producten, vooral voedsel, dagelijks voelbaar.
Gerard Koekkoek schrijft in zijn boeken dat Martinus Ei naar Laren komt in de periode 1914-1918, omdat hij gelegerd is in het Kamp Laren. Maar dat klopt niet: Martinus komt pas tegen het einde van de oorlog naar Laren. En dan niet vanwege dienstplicht, want daarvan was hij immers ontheven. Hij is naar Laren gekomen omdat hij, zoals velen, op zoek is naar bestaanszekerheid. Hij is 52 jaar als hij naar Laren komt, waar hij allerhande klusjes doet en ook zijn vak als horlogemaker voortzet.


Met het licht…
Tot aan 1917 is het elektriciteitsnet in Nederland grotendeels in handen van gemeentelijke elektriciteitsbedrijven (GEB’ s). In 1917 wordt het Provinciaal Elektriciteitsbedrijf van Noord-Holland (PEN) opgericht dat langzaam maar zeker de gemeentelijke bedrijven overneemt. Met de aanleg van een nieuw hoogspanningsnet wordt ook Laren voorzien van een nieuw elektriciteitsnet. Die enorme klus begint ongeveer in 1920. Enorm, want niet alleen de gas-straatlantaarns moeten worden vervangen door elektrische verlichting, ook de installaties in woningen en bedrijven worden stuk voor stuk vernieuwd of geplaatst.
Martinus Ei heeft kennis van zaken en wordt, samen met een groep jongemannen, gevraagd voor dit werk. Hij trekt door Laren heen om het dorp op het elektriciteitsnet aan te sluiten – daarom werd toen wel gezegd dat Martinus Ei met het licht naar Laren is gekomen. Natuurlijk zijn bij deze klus ook aannemers en bouwbedrijven betrokken: de elektriciteit is echter het exclusieve werkterrein van Ei en zijn mannen.
Vanaf begin jaren ’20 vestigt Martinus zich als zelfstandig elektricien. Hij heeft een werkplaats en een kleine winkel aan de Brink 21, waar Laarders terecht kunnen voor schakelaars, zekeringen en ander elektrisch toebehoren. Zelf woont hij in een klein deel van de boerderij van Bertus Majoor aan de overkant van de Brink. Die boerderij wordt op 7 juli 1924 grotendeels verwoest door een brand waarbij Bertus’ zoon – Meins (Clemens) Majoor – omkomt. In de krant van 18 juli verschijnt een verslag van een ooggetuige over deze brand. Hij schrijft dat alle bewoners van de boerderij, en dat zijn er ruim 20, ontredderd over straat lopen. Het gezin van Bertus Majoor, de families Calis en Verlinden, enkele pensiongasten, een dienstmeisje, een familie uit Amsterdam, én Martinus Ei. Er komen ook nog eens 6 paarden om bij de brand. Martinus Ei vindt na deze brand nieuw onderdak aan de Rijt, waar hij de rest van zijn leven zal wonen.

Eitje Poep!
Ei wordt in Laren gewaardeerd: als vakman doet hij klussen voor verenigingen, hij verzorgt de geluidsinstallatie bij toneeluitvoeringen, en bij de Larense Kermis. Vaak doet hij dit werk om niet en het zal geen verrassing zijn dat meer verenigingen een beroep op hem doen. Ei is ook bekend van de door hem zelf uitgevonden spots met kleureffecten, waarmee hij het toneel mooi kan belichten. Ondanks die waardering bij de Larense bevolking wordt Ei door de jeugd op onbarmhartige wijze geplaagd. Een bekend verhaal in Laren is dat zij uit school, bij het winkeltje van Ei langsgingen, om hem uit te dagen. Eitje Poep riepen ze dan, net zo lang tot hij naar buiten stormde. Satanskinderen, Duivelsgebroed riep hij dan. In de winter gooide de jeugd sneeuwballen tegen zijn raam en werd een sneeuwpop op de drempel van zijn deur gezet, waardoor Martinus met sneeuwpop en al terug naar binnen viel. Waarom de jeugd hem zo sart? Waarschijnlijk omdat hij zo’n gewillig slachtoffer is en snel kwaad wordt. De boze kleine gestalte is voor de kinderen een extra reden om te blijven uitdagen. In Laren is het gebruik van (vaak onschuldige) scheldnamen dagelijks gebruik, de meeste namen hebben altijd wel een anekdotische betekenis. Maar waaróm de scheldnaam Eitje Poep? Ik heb verschillende mensen gevraagd naar de herkomst van die naam. Niemand kan het precies noemen, maar het meest waarschijnlijk is wel de uitleg dat de kleine man, met zijn grote snor, er nogal morsig uitzag, waardoor de toevoeging Poep ontstond.
Martinus Ei is een strenggelovig man en overtuigd geheelonthouder. Hij is lid van het kruisverbond Sint Bernardus – een organisatie, opgericht op 1 december 1901, die in Laren matigheid uitdraagt en strijdt tegen drankmisbruik.

Het Lampenhuis
De winkel van Martinus Ei groeit in de jaren 20-30 van de vorige eeuw uit tot een begrip in Laren. Iedereen weet het winkeltje, dat inmiddels bekend staat als het Lampenhuis, aan de Brink te vinden. De Larense middenstand organiseert nogal wat promotieactiviteiten, zoals de St Nicolaasacties, prijsvragen in de kranten en de bekende Winkelweken van Laren. We zien de naam van elektricien Ei en zijn Lampenhuis met grote regelmaat terugkomen in de aankondigingen van de WiLa (Winkelweek Laren) en de KoWeLa (KoopWeek-Laren).
In de winkel is het assortiment inmiddels uitgebreid, niet alleen elektra onderdelen, ook lampen in alle soorten en maten, elektrische huishoudapparatuur zoals centrifuges, stofzuigers en strijkbouten, maar ook radiotoestellen. Ei begint met kleine advertenties waar hij vooral lampen en lampenkappen aan de man brengt.



De Larensche Lichtweek
In de gemeente Laren wordt de aansluiting aan het nieuwe Elektriciteitsnet breed uitgemeten. Het Provinciaal Elektriciteits Bedrijf pakt de zaken groots aan: samen met het Larense bestuur en de middenstand bereiden ze in 1929 de Larensche Lichtweek voor. Tussen 6 en 10 november zullen onder meer de oude Kerktoren, Hotel Hamdorff, de Katholieke kerk worden verlicht en in de Coeswaerde komt een verlichte fontein die wel 10 meter hoog spuit. Ook komen aan de belangrijkste invalswegen van Laren grote, verlichte zuilen. En er komt een middenstandstentoonstelling, waar het Larense publiek kennis kan maken met alle gemakken van elektriciteit, en zich – uiteraard – kan vergapen aan verlichting en moderne huishoudelijke elektrische producten. Het dagelijks bestuur van deze speciale promotiedagen, waar ook Martinus Ei zitting in heeft, pakt het grondig aan.


Juul de Boer
We maken een bruggetje naar Dirk de Boer (1895). Dirk is de zoon van Jelle de Boer (1855) en Reinskjen van der Hoff (1860) uit Koudum, Friesland. Dirk is gelegerd in Bussum en hij ontmoet het Larense meisje Anna (Johanna Klasina) Vos (1899), wat voor Dirk reden is om in Laren te blijven hangen. Zij trouwen op 11 oktober 1921 en krijgen samen 6 kinderen. Julius Petrus de Boer wordt op 23 juli 1922 geboren als 1e kind in het gezin. Vader Dirk heeft in Laren een groentezaak, eerst aan het Krommepad, later aan de Rijt. Als grootvader Jelle in 1927 overlijdt wordt Juul op zijn 5e jaar uitgeleend aan Oma Reinskjen in Friesland, om haar gezelschap te houden. Juul komt na enkele jaren terug naar Laren waar hij zijn lagere school voortzet.
Juul helpt al op jonge leeftijd bij vader Dirk in de zaak: ’s morgens vroeg mee naar de groenteveiling en thuis de ingekochte spullen opruimen in de koelcel en dan naar school. En na de lagere school, op 12-jarige leeftijd gaat Juul aan het werk en komt als knecht bij Martinus Ei in het bedrijf. Ook blijft hij vader helpen met de groenten. ’s Morgens naar de veiling, dan naar de winkel van Ei en aan het einde van de dag voor vader nog een ronde maken door Laren en omgeving om bestellingen rond te brengen en geld op te halen.
Juul leert het vak van elektricien van Martinus Ei – vooral de karweitjes in de werkplaats bevallen hem het meest, hij heeft een technische aanleg en hij wordt ook het gezicht in de winkel van het Lampenhuis. Het werken met geluids- en lichtinstallaties vindt Juul machtig interessant en we zullen later zien dat hij dat werk in Laren voortzet.

Aan het begin van de oorlog
Martinus Ei is altijd vrijgezel gebleven en heeft geen kinderen. Het is heel goed mogelijk dat hij de jonge Juul de Boer in bescherming heeft genomen en hem meer als zoon dan als medewerker heeft behandeld. We kunnen het (nog) niet staven, maar we denken dat er een afspraak geweest moet zijn, dat Juul de winkel zou overnemen als Martinus gedwongen zou zijn te stoppen.
We kunnen wel in de archieven terugvinden dat Juul de Boer veel van de mores van Martinus Ei heeft geleerd: zo weten we dat Juul door zijn leermeester in de Sint Jansprocessie mee werd gestuurd om het vaandel van Sint Bernardus te dragen en daarmee de moraal over geloof en matigheid uit te dragen. Van de kinderen van Juul weten we dat hij, net als Martinus, ook niet dronk.
Juul is 17 als de Tweede Wereldoorlog uitbreekt. Vooralsnog blijft de winkel open totdat, op 23 september 1941, Martinus Ei op 76-jarige leeftijd overlijdt. Alweer op 3 november gaat het Lampenhuis aan de Brink verder met de nieuwe eigenaar: Juul de Boer.


Voor Juul was het natuurlijk een heel avontuur, én een financiële uitdaging, om de winkel over te nemen. We weten dat er een lening aan hem is verstrekt en zeer waarschijnlijk is hem ook iets uit de boedel van zijn leermeester toegevloeid, maar details weten we niet. Juul opereert vanuit de winkel zoals hij het van Martinus heeft geleerd: het Lampenhuis bedient de klanten en in de werkplaats worden reparaties aan elektrische apparatuur afgehandeld.
De Larense jeugd, nog steeds op zoek naar een gewillig slachtoffer, heeft nog geprobeerd om Juul uit te dagen met de scheldnaam Surrogaat Ei, maar Juul gaat daar heel anders mee om: hij reageert laconiek en lachend op de pogingen van de jeugd – de grap is er dus al snel af. Hij is een vrolijke en opgewekte man met veel passie voor zijn vak. Zijn hart ligt bij de geluids- en lichtinstallaties en het werk in de werkplaats – hij wordt een expert in reparaties. En Juul heeft, net als Eitje, een groot hart: vooral voor mensen die het niet zo breed hebben. We zullen later zien dat de winkel voor hem eigenlijk bijzaak is, die laat hij liever over aan zijn vrouw en anderen.
Heel lang duurt het avontuur van Juul niet. Halverwege de oorlogsjaren is hij gedwongen om zijn winkel te sluiten om te voorkomen dat hij wordt opgepakt voor de Arbeitseinsatz. Hij duikt onder in Loon op Zand. Na de oorlog keert Juul terug in Laren en heropent het Lampenhuis. Hij heeft zijn zaken alweer snel op orde: er is veel te doen en er is klandizie genoeg.

Dorothea Lammertink
Juul had in 1942 al een oogje laten vallen op Dorothea – Dora – Lammertink (6 mei 1926) maar moeder Lammertink stak er een stokje voor omdat ze Dora nog veel te jong vond. Na de oorlog, in 1946, verloven Dora en Juul. En er zijn trouwplannen, maar dat kan niet eerder dan wanneer ze gezamenlijke woonruimte kunnen vinden.
De winkel aan de Brink begint ook te klein te worden en biedt geen woonruimte. Juul en Dora zien hun kans als het huis aan de Nieuweweg 27 vrij komt. Daar is ruimte voor een grotere winkel én woonruimte. Ze kunnen het huis kopen, maar om de financiering rond te krijgen moeten zij wél getrouwd zijn. En zo gebeurt het: op 26 januari 1950 treden zij in het huwelijk en op 28 januari 1950 wordt het vernieuwde Lampenhuis aan de Nieuweweg 27 geopend. Dora en Juul gaan boven de winkel wonen. υ
In het volgende deel gaan we verder met het gezin De Boer, de winkel aan de Nieuweweg en de verdere uitbreidingen door Joop de Jong tot het succesvolle bedrijf wat het nu nog steeds is.
Met dank aan Thea de Boer, Ria Calis-Vos, Wiet de Boer, Joop de Jong, André de Valk, Marianne Zwagerman, Willem Duurland en Lidy Reijnen.


