Huize Nelly, november 1939
Buiten is het nog donker als ik wakker word van de bekende geluiden in de buurt. Bij Hebing, twee huizen verder, wordt de slijpsteen aangezet om weer een grafsteen te maken en een grote vrachtwagen komt zuurstofcylinders afladen bij de smederij Vonk.
Foto: Hendrikalaantje 16. Foto: Peter de Wit.
Dit artikel is afkomstig uit Kwartaalbericht 82 [2002-4]. Leden van de Historische Kring Laren ontvangen het kleurrijke glossy magazine 4 keer per jaar. U kunt hier lid worden. Losse nummers zijn à € 4 per stuk in de Lindenhoeve te koop, zolang de voorraad strekt.
Nelie v.d. Brink
Naast ons woonden de families van ‘t Klooster en van ‘t Rood; de laatste was de meesterbakker van de Coöperatiebakkerij en aan de overkant woonde de familie Snoei, waar broer Kees Snoei een werkplaats had om klokken en horloges te repareren.
In diezelfde boerderij woonden drie vrijgezellen; Krelis Bakker een heel vrome man, Tijmen Bus de schoenmaker en Janom, de broer van mijn opa Meins van den Brink.
Heel wat keren moest ik naar Tijmen Bus om de gerepareerde schoenen te halen en op mijn vraag of de schoenen klaar waren zei hij “zeuk mar uet keind”. Ik stap mijn bed uit met een feestelijk gevoel, wassen en tanden poetsen met spul van een tablet dat in een rond doosje zat.
Op 8 november hebben we met de tweede klassen, de jongens van de Aloysiusschool en de meisjes van de RK-meisjesschool, de Eerste Communie gedaan.
Dan nu heel trots met mijn flesje karnemelk en een boterham naar kindermis van acht uur en meedoen met de “groten”; na de mis mochten we ons brood in de klas opeten.
Het aantal keren dat de kindermis bijgewoond werd stond op het maandelijkse rapport vermeld naast gedrag, vlijt, orde en netheid, wellevendheid, schoolverzuim, te laat gekomen en les niet gekend. De R.K. Meisjesschool heeft een zodanig grote invloed op ons verdere leven gehad dat we er vandaag de dag nog over praten met de “meisjes” van de Mulo- examenklas 1948.
Na 20 jaren hebben we weer contact met elkaar gezocht; we waren inmiddels getrouwd en uitgezwermd, hadden een gezin met kleine kinderen en het was niet zo gemakkelijk om elkaar minstens één maal per jaar op ons koffieadres, bij één van ons thuis, te ontmoeten.
Toen onze kinderen tieners waren en ook begonnen uit te vliegen hebben we besloten ons koffie-uurtje met een stevige wandeling in de Lage Vuursche te bekronen eens in de twee maanden. In de Zomer van 1997 zijn we met z’n allen naar de Hoge Veluwe gegaan om daar het 50-jarig jubileum te vieren van ons eerste en enige schoolreisje.
Nu we allen rond de 70 jaar zijn gaan we iedere eerste donderdagochtend van de oneven maanden naar Pandelaar op de Brink een kopje koffie drinken.
Het kan nog wel eens gebeuren dat één van ons op de kleinkinderen moet passen maar als we kunnen komen we graag om met elkaar te kletsen. Op zulke dagen merk je toch dat we vanuit dezelfde ondergrond zijn begonnen en dat geeft een bijzondere band onder elkaar. We hopen onze koffieochtend nog heel wat jaartjes voort te zetten.