De H. Kindsheid
De dag van de H. Kindsheid ging in Laren niet geheel ongemerkt voorbij. Weinig mensen zullen zich herinneren waar die naam vandaan komt. Maar er zullen nog wel mensen zijn, die zich herinneren, dat er dan over de straat vanaf de Fröbel- of bewaarschool naar de basiliek een kinderprocessie plaatsvond.
Dit artikel is afkomstig uit Kwartaalbericht 104 [2008-2]. Leden van de Historische Kring Laren ontvangen het kleurrijke glossy magazine 4 keer per jaar. U kunt hier lid worden. Losse nummers zijn à € 4 per stuk in de Lindenhoeve te koop, zolang de voorraad strekt.
Arnold Van Kessel
Hierin liepen kinderen van de Fröbelschool verkleed als chineesjes, indiaantjes, negertjes, maar ook als bruine paters, zusters en kleine paarse bisschoppen tot een paus aan toe, compleet met 2 Zwitserse Garde soldaten. In 1849 was de H. Kindsheid opgericht door Mgr. Zwijsen. In veel parochies bestond de H. Kindsheid. Doel was de kinderen te doordringen van de noodzaak van missiewerk onder de “heidenen”. Hoe edel was het niet om kleine kinderen te stimuleren iets te doen voor “de arme negertjes”. Er werd uitvoering gegeven aan de katholieke opvatting van die tijd: “Gaat en onderwijst alle volkeren en doopt hen in de naam van de Vader, de Zoon en de H. Geest”. Ja zo werd het gebracht in die tijd. Ook mij werd dat zo voorgehouden.
Ik wilde graag pater worden om naar de missie te gaan om de negers te dopen, want anders gingen ze niet naar de hemel. Het klinkt erg cynisch. Het is beslist niet mijn bedoeling een en ander belachelijk te maken, maar het was in die jaren gewoon zo en je moet het ook in die tijd plaatsen. Er werd de kinderen aangeraden iedere dag een Wees Gegroet-je te bidden met de toevoeging “heilige Maagd Maria bid voor ons en voor de heidenkinderen”. Verder was er de aansporing om een klein offertje te brengen in de vorm van een versterving thuis of op school. Belangrijk was ook geld te sparen, waarmee “een negertje vrijgekocht” kon worden. Vermoedelijk zat hier de gedachte achter aan negers, die als slaaf moesten werken. In die jaren kwamen er ook missionarissen bij ons thuis, die mij uitlegden, dat voor mijn spaargeld er een negerjongetje zou gedoopt worden, die de naam Arnold zou krijgen. Ik betwijfel ernstig of er iemand in Afrika rondloopt, die de naam Arnold draagt En dan was het ook belangrijk op school zilverpapier voor de missie te sparen. Het is mij nooit duidelijk geworden wat er dan precies met het zilverpapier gebeurde en wat dat nu eigenlijk opbracht. Wie kreeg die opbrengst?
In 1938 (ik was 7 jaar) was ik kennelijk rijp voor de H. Kindsheid en was ik uitverkoren om mee te lopen in de kinderoptocht. Om een onverklaarbare reden werd ik in het conclaaf van de eerwaarde zusters van de bewaarschool gekozen tot paus. Het waarom zal ik nooit weten, maar dat gaat in het echt ook zo met pausen. Maar misschien was er een aanwijzing, omdat ik wellicht te kennen had gegeven, dat ik toen al missionaris wilde worden. Of was mijn lengte doorslaggevend? Hoe dan ook ik kreeg de pauselijke gewaden omgehangen en Leo Geurts (en ik dacht Kees Willard) werden mijn Zwitserse Garde lijfwachten. Helaas was mijn moeder ernstig ziek en kon zij niet de straat op om een foto van Zijne Heiligheid te nemen. Na afloop van de processie mocht ik van de zusters dus even naar huis om een foto te laten maken. Uiteindelijk woonde ik bijna naast de kakschool (sorry: bewaarschool).
Als klein kind ren je na school meestal naar huis. En dus rende Zijne heiligheid ook naar huis naar zijn moeder om een foto te laten maken. U kunt zich voorstellen, dat dat tafereel op de lachspieren gewerkt moet hebben van de processiekijkers, waaronder veel vaders en moeders van de deelnemertjes. Een rennende ondermaatse paus, die zijn witte rok op moest tillen om het hardlopen te vergemakkelijken en op een paar grote maat afgetrapte schoenen, want ik voetbalde graag, ook tegen voorwerpen, die niet de naam van bal verdienden. De zustertjes leverden aan de deelnemertjes geen schoenen, zelfs niet aan Zijne Heiligheid Paus Arnold 1. U wist natuurlijk wel, dat Nederland in 1500 Paus Adrianus VI uit Utrecht had voortgebracht, maar Paus Arnold I uit Laren weten heel weinig mensen! En toch is het echt gebeurd in 1938! Nederland heeft dus eigenlijk 2 pausen voortgebracht, waarvan er een uit Laren! Zo ziet U maar, dat Laren toch eigenlijk wel een plaats op de wereldkaart heeft verdiend.