Hoe verhalen en mythes de Larense geschiedschrijving bepalen
Bij mijn naspeuringen omtrent de geschiedenis van de gebouwen van Hotel Hamdorff aan de Brink in Laren en hun eigenaren stuitte ik op Jan Versteeg, de vader van Johanna Versteeg en sinds 1855 schoonvader van Wouter Hamdorff. Ik kwam zeer verwarrende informatie tegen, zowel in publicaties als in mondelinge beweringen.
Dit artikel is afkomstig uit Kwartaalbericht 137 [2016-3]. Leden van de Historische Kring Laren ontvangen het kleurrijke glossy magazine 4 keer per jaar. U kunt hier lid worden. Losse nummers zijn à € 4 per stuk in de Lindenhoeve te koop, zolang de voorraad strekt.
Jan Versteeg en zijn relatie tot de familie Hamdorff te Laren
Jaap Groeneveld
Bij het ontwarren van die knoop raakte ik heel erg op een dwaalspoor, doordat in verschillende publicaties wordt beweerd dat Jan Versteeg, voormalig veldwachter, logementhouder van “De Hessenkar” was, die later “De Vergulde Postwagen” werd genoemd. Gaandeweg, door systematisch alle vindbare gegevens na te lopen, ontvouwde zich de ware geschiedenis. Het meeste van de misverstanden is terug te voeren op de verhalen zoals die vooral door Gerard Koekkoek en J.P. Koenraads de wereld in zijn geholpen en door anderen voor waar zijn aangenomen. Het waarheidsgehalte lijkt dan alleen maar toe te nemen… Nu eerst wat er tot nu toe verteld wordt en grotendeels onwaar blijkt te zijn. Overgenomen uit boeken zijn de verhalen nu helaas ook op internet te vinden, wat de wildgroei alleen maar groter maakt.
Verwarrende verhalen
De familie-website Koekkoek 1) beweert: ‘Jan Versteeg, gewezen veldwachter, geboortig uit Epe, beheerde een logement op de Larense Brink onder de naam de “Hessenkar”. Hij had die naam gekozen omdat vele hessenkarren uit Westfalen bij hem stopten en de voerlui bij hem overnachtten. Deze “Duitslui” waren wolleveranciers voor de lakenfabrikanten in Naarden. Voordat zij weer huiswaarts keerden, rustten zij eerst een paar dagen uit in de “Hessenkar” van Jan Versteeg. (…) Op zekere dag komt in Laren een hessenkar aan en tussen de wolbalen verstopt treft men daar een zekere Joachim Christoph Hamdorff aan, een zoon van de familie Hamdorff uit Westfalen, van beroep schrijnwerker. Omdat Joachim zijn militaire dienstplicht moest gaan vervullen en hij daar helemaal niets voor voelde, ging hij op aanraden van een vriend, een zoon van een wolleverancier, illegaal verstopt tussen de wolbalen de grens over. Aldus arriveerde hij bij de “Hessenkar” van Jan Versteeg. Op aanraden van de familie Versteeg vestigde de jonge Hamdorff zich als schrijnwerker of wagenmaker in Laren. Later trouwde zijn zoon Wouter met Antje, de dochter van Jan Versteeg. (…)’ Dit verhaal is rechtstreeks ontleend aan Gerard Koekkoek’s boek ’t Laar, Verhalen van het oudste dorp van het Gooi (Laren 1973). Daarin beweert hij ook dat Wouter Hamdorff en zijn vrouw, Johanna Versteeg, direct na hun huwelijk bij Jan Versteeg in het logement zijn ingetrokken. Jaartallen worden niet of nauwelijks genoemd. Een aardig voorbeeld van een verwrongen historisch beeld is het verhaal hoe de naamsverandering van “De Hessenkar” in “De Vergulde Postwagen” plaats vond: ‘Toen in 1879 [sic] de postkoets Amsterdam-Amersfoort zijn intrede deed en het na het beëindigen van een etappe in vele plaatsen een vaste pleisterplaats moest hebben, werd voor Laren “de Hessenkar” aangewezen. Dit bracht de kastelein op het idee (…) de naam van het logement te veranderen in “De vergulde Postwagen”.’ We weten dat sinds 1874 de postkoetsen niet meer reden tussen Amersfoort en Amsterdam! 2) Bovendien was in 1878 de kastelein (Wouter Hamdorff) al overleden en Johanna (Antje) Versteeg had het voor het zeggen. We zullen nog zien hoe dit verder zat.
Op de website De Valk Lexicon kunstenaars Laren-Blaricum 3) staat een stuk over Jan Hamdorff dat is ontleend aan J.P. Koenders, Laren, zijn schilders – Kunstenaars rond Hamdorff (Laren 1985). Het is een luchtig, eveneens romantiserend verhaal waaruit we het volgende aanhalen: ‘“De Vergulde Postwagen” was het eigendom van Joachim Christoffel Hamdorff. Diens vader was destijds als reizend wagenmaker in Laren terechtgekomen en hij was daar een wagenmakerij begonnen. Omdat dit bedrijf niet naar zijn zin floreerde, kocht hij het logement “De Hessenkar” op de Brink.
“De Hessenkar” was een pleisterplaats voor de postkoets van Amsterdam naar Hamburg en Hessen waar de paarden werden verwisseld. Er was dus ook een stalhouderij aan verbonden. Toen hij overleed, nam zijn zoon Joachim [sic] de zaak over en ongeveer in die tijd werd de naam veranderd in “De Vergulde Postwagen”. Joachim was gehuwd met Gerritje Grootveld, een meisje uit Eemnes [klopt voor Joachim C.]. Na zijn dood rustte op haar de zware taak de zaak draaiende te houden. Zij werd daarbij geholpen door haar oudste zoon Wout, haar dochter Neeltje en de jongere zoons Jan en Chris. Toen Wout in 1878 overleed en in datzelfde jaar Chris in militaire dienst moest, bleven haar als hulpen haar dochter en zoon Jan over die toen achttien jaar oud was.’
Hier zijn feitelijk de twee gelijkende verhalen van twee weduwen Hamdorff, Gerritje Grootveld en Johanna Versteeg, door elkaar gelopen, zoals hierna zal worden aangetoond. Wout of Wouter was overigens niet een oudere broer, maar de vader van Elisabeth, Chris, Jan en Magdalena.
Aanvankelijk geloof in de strekking van het verhaal van Koekkoek – want wie ben ik? – leverde gaandeweg problemen op met krantenberichten die tegenwoordig zeer toegankelijk zijn via internet, vooral delpher.nl en bel.courant.nu (Laarder Courant “De Bel”). De hele verhaspeling van de familierelaties bij Koenders was gauw genoeg opgehelderd dank zij een artikel van Michel Majoor 4), maar ook hij nam helaas Jan Versteeg’s rol als logementhouder over, evenals anderen 5). De gegevens van de burgerlijke stand zijn overigens gemakkelijk in het Streekarchief in Hilversum te controleren. Problemen deden zich vooral voor met de rol van Jan Versteeg als vermeend uitbater van “De Hessenkar”, c.q. “De Vergulde Postwagen” (Brink 10). Daarbij kwam nog dat er (mondelinge) beweringen circuleren waarin de voorloper van het gebouw op de hoek (Brink 14-18) ‘het oude Hamdorff’ zou zijn geweest, dat later “Hotel Garni Hamdorff” werd. Na het beweerde afbranden van de stalhouderij achter Brink 10 zou die erbij zijn genomen. Zo domineerden vragen als: Was op de Brink 10 dan een oud logement genaamd “de Hessenkar” van Jan Versteeg en op Brink 14-18 “De Vergulde Postwagen”, of andersom? Over de bouw van delen van het hotel circuleert ook de bewering dat Brink 10 in 1905 zou zijn gebouwd, terwijl het feitelijk de rechts daarnaast gelegen vleugel met balkons betrof 6). Deze warboel is helemaal ontrafeld dank zij een aantal belangrijke krantenadvertenties en andere aanvullende informatie uit archieven. Een groot deel van wat beweerd werd in de aangehaalde verhalen hiervoor blijkt op grond daarvan onwaar; overgeleverde veronderstellingen of regelrechte verzinsels?
Joachim Christoph & Wouter Hamdorff
Uit het Larense bevolkingsregister van 1826 blijkt dat Joachim Christoph Hamdorff in 1818 uit Maartensdijk is gekomen en is geboren in Pruisen in 1780. Westfalen hoorde toen ook bij Pruisen. Hij was toen Luthers, de enige in Laren. Hij trouwde in 1820 met Gerritje Grootveld (1785-1867), dochter van een Eemnesser kastelein. Ze woonden in 1826 op de hoek van Barbiersweg en Zevenend. De gedetailleerde verhalen over hoe Joachim in Laren is gekomen moeten als ‘mooie verhalen’ beschouwd worden. Het is bovendien hoogst twijfelachtig dat iemand tussen de wolbalen verstopt een reis zou hebben kunnen maken op een hessenwagen. 7) De lading was stevig samen gesjord. Grensbewaking was er nog nauwelijks, zoals we die in de 20e eeuw wel kenden tot de afschaffing binnen het Schengengebied. Met de opening van de straatweg Naarden-Amersfoort in 1816 kwamen er verschillende postkoetsdiensten door Laren, met eindpunten Arnhem, Deventer en Osnabrück en anderzijds Amsterdam of Naarden. In een interessant artikel in de Laarder Courant van 8 juli 1930, ter gelegenheid van Jan Hamdorff’s 70e verjaardag, komt een realistischer verhaal over Joachim’s komst naar Laren boven water. Het is aannemelijk dat de familie Hamdorff hier herinneringen voor heeft verschaft. Na de afronding van zijn meesterstuk en toelating tot het gilde van wagenbouwers, zou Joachim vier jaar onder de wapenen moeten. Hij heeft daar geen zin in en overschrijdt de Hollandse grenzen om ‘op zijn ambacht te reizen’, dus als rondreizend wagenmaker. Hij kwam in contact met ene Smit in Laren, die bekend was als ‘veearts’, die hem aanraadt in Laren te blijven omdat er behoefte is aan een wagenmaker. Dit zal Lambert H. Smit zijn, die in 1826 ‘veearts’ is. Hij adviseert hem met waarschuwingen over goed of slecht betalende klanten. De zaken gaan juist goed volgens dat verhaal. Joachim Hamdorff’s vrouw Gerritje is de zuster van Dirkje Grootveld (1789-1879), die overigens in de lijst van 1826 net als haar moeder Van ’t Veld wordt genoemd. Dirkje is getrouwd met Pieter van Zijtveld (1788-1826), die logementhouder is waar nu Brink 10 is. Dirkje zet na zijn overlijden de zaak voort en trouwt in 1828 met de veel jongere Willem van de Vuurst (1804-1841), die dan de kastelein wordt. Dirkje adverteert als ‘wed. W. van de Vuurst’ in de rouwadvertentie van 1841: ‘De uitoefening van het Logement zal door mij worden gecontinueerd.’ 8) Haar zoon Cornelis neemt in 1856 “Logement de Vergulde Wagen” over. 9) Dat is het moment dat voor het eerst die naam opduikt. Begin 1861 wordt dit logement publiek verkocht aan A.H.F. Post uit Maartensdijk en hij noemt het daarna “Logement de Vergulde Postwagen”. 10) Dit lijkt gedaan te zijn met een knipoog naar zijn eigen naam. Op 10 november 1863 wordt het logement als ‘huis, stal en erve’ echter door verkoop overgedragen aan wagenmaker Wouter Christiaan Hamdorff (1827-1878). 11) De naam “De Vergulde Posthoorn” in de geschiedenis van Hamdorff in de Laarder Courant van 8 juli 1930 zien we nergens anders en dat moet een vergissing zijn. Hier is dus helemaal geen Jan Versteeg aan te pas gekomen. In verband met de naamgeving is er vooralsnog ook geen overtuigend bewijs gevonden dat het logement op Brink 10 ooit voor 1861 “De Hessenkar” heette. Er kwam misschien wel eens een hessenkar door Laren, maar de meeste laadden hun last over op schepen in Amersfoort. De hessenkarren werden verbannen van de straatwegen en hun rol was uitgespeeld omstreeks 1850, toen de spoorlijn Arnhem-Utrecht-Amsterdam al een aantal jaren in dienst was sinds 1845. 12)
Hoe zit het dan met het huis op de hoek, Brink 14-18? Daar zat in 1826 suikerbollenbakker Pieter Vos. In 1862 kocht A.H.F. Post het huis, mogelijk met plannen ervoor. Hij verkocht het echter op 31 oktober 1863 aan Bart van der Puijl uit Eemnes, die er een manufacturenzaak in vestigde. Kortom, het was zeer waarschijnlijk geen logement en bovendien ook te klein. Met de “Gouden Leeuw” van Pandelaar om de hoek zou toen ook wel wat veel van het goede zijn geweest. De verkoop door Post van het huis op de hoek en van Brink 10 zal niet uit weelde zijn geweest. De winkel van Van der Puijl brandde op 6 maart 1884 af 13), ruim een week voordat Johanna Hamdorff-Versteeg een hypotheek nam op het eigen logement dat in dat jaar groots werd verbouwd en uitgebreid als “Hotel Hamdorff” (alleen Brink 10). 14) Het verhaal over de brand is hiermee ook opgehelderd; de huizen waren daarin verwisseld. In het najaar van 1886 blijkt een uitbreiding te zijn gerealiseerd met een ‘bijgebouw’ dat later “Hotel Garni Hamdorff” wordt genoemd (Brink 14-18). 15)
Gerechtsdienaar en veldwachter
Hoe zit het dan wel met Jan Versteeg? Hij was geboren op 17 december 1793 in Hoevelaken en overleden op 22 november 1864 in Laren. Op 13 juli 1817 trouwde hij in Huizen met Magdalena Boor (Huizen 1798-1876 Bussum). Volgens de huwelijksakte was hij ‘werkman’ in Huizen. De vader van de bruid, Pieter Boor, was ‘fabrikeur’. Op 1 april 1830 vestigt het gezin zich in Laren, waar Jan volgens het bevolkingsregister van 1850 ‘gerechtsdienaar’ is. In een advertentie uit 1858 in de Oprechte Haarlemsche Courant is hij ‘veldwachter’, terwijl hij in het bevolkingsregister van Laren sinds 1862 ‘gem[eente]. veldwachter’ is, ook hier zonder doorhalingen wegens wijzigen van beroep. Op 4 mei 1855 trouwt zijn dochter Johanna (Antje), te Huizen geboren op 10 november 1821 en dienstbode in Blaricum, met wagenmaker Wouter Hamdorff. Jan is dan ook nog steeds gerechtsdienaar.
Jan heeft op zijn oude dag een bijverdienste. Hij is blijkbaar ook agent of vertegenwoordiger voor de verkoop van bomen en heesters, wat blijkt uit advertenties in het Algemeen Handelsblad in 1850 en 1858. In 1868 komen we daarin ook een Jan Versteeg tegen, maar onze Jan is dan al overleden. Er staat ‘te bevragen bij Jan Versteeg, in het Logement te Laren’. Bij het zoeken treffen we sinds 1878 ook een planten- en boomkwekerij van P. Versteeg in Epe aan op het landgoed “West Raven”. Hij blijkt Pieter Versteeg (geb. 11-9-1835 Laren) te zijn, die we ook tegenkomen in een akte over de verdeling van schulden van Wouter Hamdorff die is gepasseerd op 31 juli 1871 bij notaris A. Perk. 16) Pieter is een zoon van onze Jan Versteeg (1793). Jan Versteeg die in 1868 in Laren logeert in ‘het Logement’ is weer een zoon van Pieter en dus de gelijknamige kleinzoon van onze Jan Versteeg, naar wie ook de bekende Jan Hamdorff (1860-1931) is vernoemd. Kortom, Koekkoek heeft waarschijnlijk de Jannen verhaspeld. Grootvader Jan hielp zijn zoon met de verkoop van heesters en bomen, waarvoor in het Gooi een markt was. Toen opa overleden was, werd kleinzoon Jan hier gestationeerd en wel bij zijn oom en tante in het logement “De Vergulde Postwagen”.
Besluit
De bewering dat Jan Versteeg logementhouder is geweest van “De Vergulde Postwagen” is hiermee wel ontzenuwd. Hij was alleen maar de schoonvader van Wouter Hamdorff en niks anders, naast zijn beroep als veldwachter. Of er een logement genaamd “De Hessenkar” is geweest, is zeer twijfelachtig met het oog op de onnauwkeurigheden van Koekkoek, maar niet helemaal onmogelijk. Mogelijk heeft men ergens de klok horen luiden; men wist er blijkbaar het fijne niet van. Familie, een tante van Wouter (Dirkje Grootveld) zat eerder in het logement als kasteleinse, terwijl er ook een kleinzoon Jan Versteeg in pension was. Bij gebrek aan gedetailleerde gegevens, zonder controle aan de hand van de burgerlijk stand, is een hypothetisch scenario met fouten gauw gemaakt.
Lokale geschiedenisbeleving leeft erg van de smeuïge verhalen. De één gaat voor het sterke verhaal, ongeacht of het waar is of niet. Een ander gaat voor de waarheidsvinding: Hoe heeft het precies gezeten? Zelf vind ik dat wie zich bezig houdt met geschiedschrijving zich aan de feiten behoort te houden. Volgens mensen die hem kenden was Gerard Koekkoek in elk geval een flamboyante verhalenverteller en geen onderzoeker. Zijn subtitel Verhalen van het oudste dorp (…) redt hem in zekere zin. Dit zegt eigenlijk al dat het om ‘verhalen’ gaat, maar dat is niet voor iedereen even duidelijk. Het gaat niet aan om mensen, zeker hen die zich niet meer kunnen verdedigen, al te hard te vallen. We hebben tegenwoordig ook veel meer mogelijkheden om feiten boven water te halen omdat archieven ontsloten zijn en oude kranten digitaal doorzocht kunnen worden. Die waren er twintig jaar geleden nog niet eens. Nog langer geleden werd er veel opgeschreven van-horen-zeggen. Er werden door de vertellers uit de zoveelste hand veel meer leemtes ingevuld door veronderstellingen, die later eigen levens gingen leiden als ‘feiten’, zelfs verschillende versies naast elkaar. En soms kwam het beter uit. Het is net een ‘fluisterspel’, waarbij een verhaal in een kring door moet worden gefluisterd. Doorgans keert het totaal anders terug bij het begin. Buiten kijf is dat de betrokkenen hielden van de geschiedenis van Laren. Daar tussendoor speelde ook de drang tot een gerichte beeldvorming: creation of tradition. Heb verder niet de illusie ‘dat alles op internet is te vinden’. Onwaarheden worden er veelvuldig verspreid, zoals we aan het begin zagen, terwijl er ook zeker nog onontdekte juweeltjes in archieven liggen.
Laren is eigenlijk een ‘vat vol verhalen’. Zie om te beginnen de mysteries of mythes rond Sint-Jan. Het was een kunstenaarsdorp waar romantische verbeelding en verdichting van de geschiedenis ook om de hoek lag. Denk daarbij vooral ook aan Wally Moes. Oral history, waar zij en Gerard Koekkoek mee bezig waren, is een fenomeen met een zekere waarde op zich, maar geen geschiedschrijving. Het beneemt al gauw als een weefsel van spinrag het zicht op de historische werkelijkheid. Misschien is Laren toe aan een vernieuwde, samenvattende lokale geschiedschrijving, bijvoorbeeld in de vorm van een historische canon, die op feiten is gebaseerd en om de balans te herstellen. Dat lijkt me een mooie uitdaging voor de Historische Kring Laren.
Bronnen: Streekarchief voor Gooi en Vechtstreek (SAGV), Hilversum: Burgerlijke Stand van Laren (NH) en Huizen (NH), Oud Notarieel Archief (ONA) Hilversum. Laarder Courant “De Bel” op bel.courant.nu. Overige kranten op www.delpher.nl
Noten:
- http://www.koeckoek.nl, dd 15-5-2016, in het bijzonder de pagina over de tak Gerardus Koekkoek.
- Zie Kwartaalbericht 136, p. 30-31. / J. Groeneveld, ‘Hoe in sneltreinvaart een weg werd aangelegd – De straatweg Naarden-Amersfoort’, in: Tussen Vecht en Eem, 27 (2009) 4, p. 380-391; J. Groeneveld, ‘Hoe de aanleg van een straatweg een hessenweg veroorzaakte – Romantische bespiegelingen in duigen’, in: Baerne 33 (2009) 4, p. 23-32.
- www.devalk.com/kunstenaars/hamdorff/hamdorff.html
- Michel Majoor, ‘De familie Hamdorff, die voortkwam uit de Eemnesser familie Grootveld’, in: Historische Kring Eemnes, 34 (2012) 3, p. 170-180.
- O.a. Wiet de Boer, Laren, Tijdsbeeld Toen & Nu – 150 jaar Laren (1850-2000), Laren 2000, p. 88-91.
- Idem, dat Jan Hamdorff in 1905 Het Kroegje naast De Vergulde Postwagen zou hebben gebouwd, terwijl Het Kroegje juist de gelagkamer was van het oude logement, dat sinds 1884 al Hotel Hamdorff werd genoemd. De ‘belangrijke uitbreiding’ werd in Nieuws van den dag van 14-08-1905 aangekondigd.
- L.A.J. Pieko, De passagie der Hessencarren – Over Hessen en Hessenwegen, Lochem 1993.
- Opregte Haarlemsche Courant, 23 februari 1841.
- Algemeen Handelsblad, 2 juni 1856.
- Opregte Haarlemsche Courant, 17 april 1861.
- Koopcontract bij notaris A. Perk, SAGV-ONA, 290-241, 10 nov. 1863. Advertentie opening in Algemeen Handelsblad, 5 maart 1864.
- Pieko, De passagie der Hessencarren.
- Algemeen Handelsblad, 6 maart 1884, in de vroege ochtend van dezelfde dag.
- Hypotheek f 15.000,- gepasseerd bij notaris Munnikhuizen te Naarden, 14 maart 1884, Gemeentearchief Wijdemeren te Naarden. Aankondiging verbouwing gereed in De Standaard 9 april 1884, waarbij nieuwe benaming: ‘Hotel Hamdorff (de Vergulde Postwagen)’.
- O.a. De Gooi- en Eemlander, 28 mei 1887, verwijzend naar najaar 1886.
- SAGV-ONA, A. Perk, 141-121.