Van voddenboer tot trendsetter deel 3: Jonge Jan Schenk

Van voddenboer tot trendsetter deel 3: Jonge Jan Schenk

In de eerste twee delen schreven we over ‘Opa’ Jan Schenk (KB 162) en zijn zoon ‘Oude’ Jan Schenk (KB 163): de beroemde voddenboer in Laren. Jan krijgt samen met zijn echtgenote Bep drie kinderen: ‘Jonge’ Jan (1955), Wout (1956) en Wijm (1958). Moeder Bep komt in 1969 helaas veel te vroeg te overlijden. In dit laatste artikel uit het drieluik, zien we hoe Jonge Jan het bedrijf heeft weten uit te bouwen tot een recyclingbedrijf van betekenis.

Dit artikel is afkomstig uit Kwartaalbericht 164 [2023-2]. Leden van de Historische Kring Laren ontvangen het kleurrijke glossy magazine 4 keer per jaar. U kunt hier lid worden. Losse nummers zijn à € 9,50 per stuk in de Lindenhoeve en bij Bruna te koop, zolang de voorraad strekt.

Tekst: Eric Snelders

Op een woensdagmiddag lopen Hans Schaapherder en ik door de enorme loods van Schenk Recycling aan de Bolderweg in Almere. Even daarvoor zijn we door Jonge Jan Schenk welkom geheten. We krijgen veiligheidshesjes aan en betreden de productiehal. Daar staat de heftruck waar Jan zijn tijd het liefst op doorbrengt “We hebben dagen dat we in een uur of acht tijd 10 of 20 vrachtwagens vullen, dus het is flink doorpakken.”

Jan leidt ons langs stapels met enorme balen papier en plastic die in de loop van die dag zijn klaargezet. Het hart van het bedrijf is de reusachtige pers: als we er onderdoor lopen zegt Jan “om zes uur ’s morgens staan hier de trailers voor de deur te wachten: we halen de loods leeg en alles wordt in trailers of containers afgevoerd om te worden verkocht aan partijen over de hele wereld: vooral naar het midden- en verre Oosten.” Jan vervolgt: “Vroeger haalden we zelf het materiaal op, maar daar zijn we al lang mee gestopt. Er zijn zoveel bedrijven die dat veel efficiënter kunnen en wij zijn groot geworden in de verwerking van de grondstofstromen en het aanbieden aan afnemers die het kunnen recyclen”.

Terwijl de loods wordt leeggereden begint de dagelijkse routine opnieuw: bedrijven en particulieren rijden de hele dag af en aan en brengen hun ladingen oud papier, karton en plastic. Na het wegen worden deze met heftrucks naar de pers gebracht waar het tot enorme pakketten van 800 tot wel 1000 kg wordt geperst en met staalband wordt ingebonden. Die balenpers staat elke dag opnieuw een paar uur achter elkaar te zuchten en binnen luttele tijd staat de loods weer vol.

De metalen volgen een andere route: vaak worden hele installaties of groot materiaal door bedrijven aangeboden waar ze in de metaalafdeling van Schenk worden omgewerkt tot (sorteerbare) onderdelen. Er staan kratten, kisten en containers met diverse gesorteerde materialen: telefoons, printplaten, koperkabel, machineonderdelen… en nog veel meer: pas als je het in deze enorme hoeveelheden ziet dringt het besef tot je door dat het hier om recycling in het groot gaat.

Wie is Jonge Jan?
Het gezin van Oude Jan en zijn Bep woont aan de Gooiergracht en later De Mees. Jonge Jan komt, zoals vele leeftijdgenoten op de Katholieke jongensschool, in aanraking met de succesvolle Larense muziekvereniging MCC net als later zijn broer Wout. Jan is tamboer en speelt eerst bij de jeugdband en later bij de A-band. Hij heeft niet zoveel vrije tijd vanwege het drukke werk in vaders bedrijf, maar muziek is voor hem een belangrijke uitlaatklep en hij is trouw aanwezig bij de repetities en -natuurlijk- de uitvoeringen en concoursen. 

Waarschijnlijk is het hem nooit direct gevraagd maar het lag wel voor de hand dat Jonge Jan in het bedrijf van zijn vader zou gaan meedraaien. Al voordat hij in 1973 de middelbare school afrondt, draait hij al regelmatig mee in het bedrijf. Oude Jan heeft de verantwoordelijkheid voor het gezin maar moet ook voor inkomen zorgen: Jonge Jan gaat mee naar het pakhuis en Wout en Wijm zorgen voor het huishouden. Jan kijkt de kunst af van vader, na zijn middelbare school is hij volledig werkzaam in het bedrijf. Later haalt hij nog zijn middenstands- en chauffeursdiploma.

Stiefbeen en zoon
Het bedrijf opereert vanuit het pakhuis aan het Zevenend in Laren dat al sinds de start in de jaren dertig door Opa Jan in gebruik is. In de voormalige boerderij is het woongedeelte al jaren geleden bij het pakhuis getrokken en binnen zowel als buiten liggen de materialen hoog opgestapeld. Vader en zoon gebruiken takels en een papierpers om vodden- en papierbalen te maken die zo nu en dan worden opgehaald. Oude Jan heeft goed door hoe de markt in elkaar zit: slim inkopen en verkopen en wanneer nodig de voorraad even vasthouden, maar dat vraagt natuurlijk (veel) meer opslagruimte. Jonge Jan bekijkt het allemaal en bedenkt mogelijkheden om efficiënter te werken. De oude manier is veel te bewerkelijk: kleine partijtjes ophalen en verzamelen, sorteren, persen, plaatsen: het is hartstikke zwaar werk en je moet veel doen om het verschil in centen of dubbeltjes te maken. Jonge Jan bedenkt dat je veel beter een elektrische pers kunt gebruiken zodat je sneller kunt werken en jezelf een beetje spaart. Over die vernieuwing hebben vader en zoon regelmatig discussie: de ideeën van Jonge Jan zijn niet zomaar naar de zin van vader.

Beide Jannen werken snoeihard en in de loop der jaren gaat het steeds beter met het bedrijf. Jonge Jan komt met meer nieuwe ideeën: zo stelt hij voor om een vuilniswagen aan te schaffen omdat het inzamelen van oud papier daarmee veel sneller gaat. Na veel praten wordt ook deze vernieuwing doorgezet. 

De uitstraling van het pakhuis wordt er in de jaren niet beter van: een lekkend dak waar telkens weer nieuwe golfplaten overheen worden gelegd, groeiende stapels materialen binnen en buiten de hekken. Dit wordt voor lange tijd gedoogd, totdat in de tweede helft van de jaren tachtig, met het oog op strengere milieu­regels en vereiste Hinderwetvergunningen, duidelijk wordt dat het bedrijf op deze plek niet kan worden gehandhaafd.

Verhuizing
In de lokale kranten verschijnen regelmatig artikelen over het al dan niet verhuizen van het bedrijf. Er zijn (felle) voorstanders van verhuizing – hoe eerder hoe beter en vooral weg uit Laren. Bogaers, de advocaat uit Laren die de ‘tegenpartij’ namens de projectontwikkelaar is, ziet het bedrijf van Jan het liefst zo snel mogelijk vertrekken, want dan kan er gebouwd worden. Maar er zijn ook een aantal prominente Laarders die vinden dat Oude én Jonge Jan een eerlijke behandeling verdienen en dat er een andere een plek in Laren voor hun bedrijf gevonden moet worden.

Jan is sinds 1981 getrouwd met Berna en het gezin met nog heel jonge kinderen staat voor een moeilijke beslissing. Ze kijken naar mogelijkheden in Eemnes, maar deze zijn beperkt. Jan denkt in het groot en laat zijn oog vallen op een groot stuk grond in Almere, waar zijn recyclingbedrijf wellicht beter kan groeien.

Na veel gesoebat sluit het bedrijf in 1991 zijn deuren in Laren. Jonge Jan heeft besloten om het niet langer aan te zien en wil niet afhankelijk zijn van het steekspel van de Larense gemeenteraad, projectontwikkelaars en andere betrokkenen: hij koopt het stuk grond aan de Remmingweg in Almere en laat daar een nieuw pand neerzetten.

Dat gaat niet van de ene op de andere dag: want wie wil investeren in plannen voor een bedrijf in papier, plastic en metalen? Jonge Jan laat zich bijstaan door bevriende adviseurs en het lukt. Jan en Berna storten zich daarmee in een groot avontuur, maar ze zijn ervan overtuigd dat het zal lukken.

Almere
Vanaf de start in Almere gaat Jan dagelijks van Blaricum naar Almere en rijdt met zijn vuilniswagen een wijk: een volle wagen naar de opslag brengen en weer een nieuwe wijk. Dat doet hij van ’s morgens een uur of 6 tot ’s middags een uur of 3. En daarna in de opslag sorteren en balen persen: helemaal in zijn eentje bouwt hij een goed gevulde opslag met gesorteerde materialen. 

Als het werk toeneemt, helpen familie of vrienden regelmatig een handje. Maar het wordt tijd om personeel aan te nemen. Een goede vriend komt in dienst en er wordt een nieuwe chauffeur aangetrokken: dat blijkt het startsein voor verdere groei. Jan hoeft niet altijd meer zelf op pad: hij denkt na over hoe het persen en de opslag slimmer kunnen en zoekt naar nieuwe wegen om zijn grondstoffen af te zetten. En er moet een serieuze administratie worden opgezet: Jan en Berna hebben in een van de slaapkamers een kantoortje en ’s avonds zijn ze druk met de boekhouding. Als hun vier kinderen wat groter zijn zit Berna vaker op kantoor in Almere.

Inmiddels is de wereld van de recycling behoorlijk aan het veranderen. Jan ontdekt dat plastic een interessante handel is: je moet er wel verstand van hebben maar als je het goed kunt scheiden levert het serieus geld op. Al die soorten moeten wel in aparte afvalstromen. Het scheiden van afval wordt belangrijker dan het verzamelen en Jan weet op het goede moment de juiste keuzes te maken.

Ach buurman, wat doet u nu?
Het pand aan de Remmingweg voldoet niet meer aan de moderne eisen voor brandveiligheid en milieuwetten. Jonge Jan staat voor de keuze: voor veel geld renoveren of op zoek naar iets anders. Hij stuit op het pand waar in de jaren tachtig door Dick Maas en compagnon Laurens Geels de televisieserie Flodder werd opgenomen. Achter het pand ligt het terrein met de wijk ‘Zonnendael’ waar de buitenopnames werden gemaakt. In het pand was het huis van de Flodders. Achter in de opslagruimte vind je nog de blauwe vloer daar waar het zwembad heeft gezeten.

In het nieuwe pand wordt een nog grotere balenpers geplaatst waardoor het nu nog sneller kan verwerken. Schenk Recycling is inmiddels een landelijke speler in de markt. Ruim 8 jaar geleden werd het nieuwe pand feestelijk geopend. In het bedrijf hangen twee grote posterframes met daarin de felicitaties die de bezoekers mochten achterlaten. Opvallend zijn de woorden van advocaat Bogaers: “Hartstikke groot geworden, goed gedaan, top, Jan Schenk. Van harte gefeliciteerd – je tegenpartij – Gerrit Bogaers.”

We kennen Jonge Jan als een bescheiden mens, hij is trots op wat hij heeft neergezet maar zal dat niet snel laten merken. Maar deze felicitatie raakt hem nog steeds zichtbaar. “Dat hadden ze natuurlijk niet verwacht,” vertelt Jan.

In goede handen
Joost, Steven en Rogier – de zoons van Jan en Berna – zijn duidelijk behept met dezelfde ondernemersgeest als hun ouders. Ze zijn achtereenvolgens allemaal in het bedrijf komen werken en runnen het bedrijf nu samen: ieder heeft zijn eigen specialisme maar ze springen ook heel makkelijk voor elkaar in. Ook hen zul je niet vaak op kantoor maar in de productiehal aantreffen: op een heftruck, in gesprek met klanten, chauffeurs ontvangen en afhandelen, of gewoon handen uit de mouwen en zelf aanpakken. Dochter Esther is de enige die niet in het bedrijf zit, zij is gelukkig met haar baan in het onderwijs en in haar gezin is inmiddels een kleinzoon dus de opvolging is wellicht al zeker gesteld.

Na ruim 50 jaar hard werken wordt het tijd dat Jonge Jan het wat rustiger aan gaat doen: officieel is hij afgelopen najaar gepensioneerd en is het bedrijf overgedragen aan zijn zoons. In de praktijk betekent dit trouwens dat hij nog bijna álle dagen op de zaak is en bijspringt waar nodig. “Het is niet hetzelfde als in loondienst,” zegt Jan: “Hier ligt mijn ziel en zaligheid en dat laat je niet zo makkelijk achter.”

Jan kan terugkijken op de vele uitdagingen die hij het hoofd heeft weten te bieden: als zoon van ‘Stiefbeen’ heeft hij vorm kunnen geven aan zijn eigen visie en plannen. Als pionier in Almere kreeg hij het voor elkaar om met waardevolle afvalstoffen een bedrijf op te bouwen tot wat het nu is: een trendsetter in de recyclingbranche.

De nieuwe directie van Schenk Recycling staat voor nieuwe uitdagingen: zo wordt het pand aan de Bolderweg te klein en zal er serieus naar uitbreiding moeten worden gekeken. υ