Een beeldbepalend pand en een beeld-bepalende bewoner

Een beeldbepalend pand en een beeld-bepalende bewoner

Onlangs is ‘hoeve Lant en Tijmen’ ingrijpend verbouwd en van een moderne betongrijze uitstraling voorzien. De eeuwenoude boerderij aan Zevenend 67 staat niet op de lijst van monumentale Rijks- of Gemeentemonumenten, maar wél op de lijst van ‘beeldbepalende panden’.

In 2003 besloot de gemeenteraad namelijk om 39 panden in Laren aan te merken als ‘beeldbepalend’: “daarbij is het gewenst om deze zo veel mogelijk in de bestaande staat te behouden en te beschermen tegen afbraak, verstoring, verplaatsing of wijziging”. Welke uitzonderingen op dit ‘beeldbepalend’ beleid zich bij de metamorfose van dit pand hebben voorgedaan, zijn voor dit artikel helaas niet relevant. De Historische Kring gaat immers over de geschiedenis en wij spraken daarover met een ‘beeld’-bepalende fotograaf, niet geheel toevallig de vorige bewoner.

Dit artikel is afkomstig uit Kwartaalbericht 161 [2022-3]. Leden van de Historische Kring Laren ontvangen het kleurrijke glossy magazine 4 keer per jaar. U kunt hier lid worden. Losse nummers zijn à € 9,50 per stuk in de Lindenhoeve en bij Bruna te koop, zolang de voorraad strekt.

Tekst: Hans Schaapherder

In de typisch Larense zijbaander-boerderij, die rond 1795 is gebouwd, heeft fotograaf John Ruis 38 jaar gewerkt en 46 jaar gewoond. Drie jaar geleden heeft hij het pand verkocht en sindsdien woont hij in een gezellig appartement aan de Postiljon. De kortharige Sint Bernardshond ‘Jan’ – de laatste van zijn grote honden – zwaait even met zijn staart ter begroeting en weet dat het goed is: de baas zit op zijn praatstoel… 

Op de grote televisie naast hem toont John vele foto’s die zijn verhalen ondersteunen; eens een fotograaf, altijd een fotograaf! Er zijn vele foto’s en verhalen over hoeve Lant en Tijmen, maar daarover later meer. Laten we eerst eens kennismaken. Ik spreek John vlak voor zijn verjaardag op 26 maart, hij is in 1946 geboren en groeide op aan de Zevenenderdrift 10. John heeft ongeveer 45 jaar gevoetbald bij o.a. LVV, BFC en LFC. Graag wilde hij professioneel voetballer worden en zag daarvoor kansen in Amerika bij de Soccer League. Er bestond toen – ten tijde van de ­Vietnam- oorlog – een risico om daarmee voor de Amerikaanse dienstplicht te worden opgeroepen. Moeder Ruis stak er dus een stokje voor. En voor de mensen die John goed kennen: natuurlijk vertelde hij ook over zijn ontmoeting met ‘de Voetballende Majoor’ Ferenc Puskás, de beroemde Hongaarse aanvaller en topscorer. In 1965 had John namelijk een prijsvraag in Voetbal International gewonnen: een ticket naar Madrid voor de wedstrijd Real Madrid-Feijenoord. John had in zijn jeugd reeds Spaans leren spreken in pension Elta aan de Molenweg en dat kwam hem nu goed van pas.
Zijn ontmoeting met ‘Pancho’ was hartelijk, natuurlijk werd er een foto genomen en uiteindelijk hield hij er ook nog een shirt met rugnummer 10 aan over. Direct bij terugkomst kreeg hij al een goed bod voor dat shirt maar hij wist het ruim 50 jaar te koesteren voordat hij het in 2019 voor een heel leuk bedrag heeft verkocht. De foto met ‘Cañoncito Pum’ (uit het Spaans vertaald als Kanonnetje Boem) liet John bij Raateland – aan de Klaaskampen – ontwikkelen waarmee hij letterlijk ervoer dat een balletje soms raar kan rollen; het leidde naar John’s passie voor fotografie.

In een schuurtje, naast zijn ouderlijk huis, bouwde hij een donkere kamer (doka) om zijn zwart/wit foto’s te ontwikkelen. John vertelt: “Achter ons huis stond een boerderij en dat schuurtje stond tegen de paardenstal. Dat paard was vurig en trapte regelmatig tegen de houten wand. Als ik een vergroting moest maken, dan zei ik altijd even ‘hu paard’ en dan hield hij zich even koest”. In de huiskamer gebruikte hij de theetafel van zijn moeder, waarop hij een kussen legde, om baby’s te fotograferen. Zijn klanten liet hij voor de witte muur plaatsnemen voor portretten en pasfoto’s. Al gauw moest hij op zoek naar een grotere bedrijfsruimte. 

Zo kwam hij in 1970 terecht in het winkelpand op de hoek Zevenend/Heideveldweg. John huurde deze voormalige boerenwagenschuur, aangebouwd aan ‘hoeve Lant en Tijmen’ voor fl 17,50 per week. Destijds waren de openingstijden beperkt tot alleen ‘s ochtends vroeg en ‘s middags laat vanwege opdrachten op locatie. Zo heeft John in de loop der jaren ongeveer 2.500 bruidsreportages verzorgt. Toen kon hij nog niet bevroeden dat hij vanuit deze winkel/studio zo’n 10.000 portret- en groepsfoto’s zou gaan maken.

In 1973 komt het geheel van boerderij en winkel in de verkoop. De vraagprijs was een absurd hoog bedrag voor die tijd, wel 195.000 gulden. John twijfelt lang totdat hij er via zijn vriend Niek Groot achter komt dat er een bod van 145.000 gulden was gedaan. Met een hoger bod van 157.500 gulden (omgerekend 72.500 euro – tegenwoordig 280.000 euro) wordt John Ruis de nieuwe eigenaar van het gehele complex.

Hoeve Lant en Tijmen
John vertelt dat de hoeve rond 1795 door aannemer Banis, later opgegaan in het bouwbedrijf van de gebroeders Ruitenbeek, gebouwd is. In de verkooppapieren zitten kopieën van enkele eerdere verkoopaktes. Zo blijkt de boerderij in 1812 (de tijd van Napoleon) voor 1250 franc te zijn verkocht terwijl er in 1856 al 950 florijn voor werd neergeteld. John vertelt dat de boerderij later bewoond werd door Tijmen Lambertszen Majoor (1791-1856), die in een tweede huwelijk getrouwd was met Jannetje Brouwer (1796-1875). De naam van de vrouw werd vroeger in Laren als eerste genoemd en omdat haar roepnaam ‘Lant’ was, had men het over ‘Lant en Tijmen’, vooral omdat er op het Zevenend meerdere families met de naam Majoor woonden. In de volksmond werd vervolgens ook de boerderij waar zij woonden ‘Lant en Tijmen’ genoemd. Iets verderop stond de boerderij van Klaas Majoor, de broer van Tijmen. Nadat deze boerderij in 1917 afbrandde, bouwde Klaas een nieuwe boerderij aan de overzijde en noemde het paadje tussen het Zevenend en de Zevenenderdrift, waar deze nu aan lag, ook ‘Lantentijmen’.

De oudste zoon van Lant en Tijmen, Jan (Johannis 1834-1899) neemt de boerderij over en het is zijn zoon Jan (Timotius 1865-1944) die de boerderij weet uit te breiden tot een kapitaal bedrijf met een wagenschuur (later dus de winkel) en vele landerijen. Ook deze Jan was twee keer getrouwd waarbij het eerste huwelijk kinderloos bleef en het tweede huwelijk, met Geertruida van Dalen (1868-1933) uiteindelijk een erfgenaam opleverde: Johannes Richards Nicolaas, geboren op 3 maart 1911. Voor het gemak besloten ze hem ‘Jan’ te noemen. In 1946 verkocht deze Jan – die niets voelde voor het boerenleven – alle landerijen voor één miljoen gulden. Hij had een enorme kippenfarm en probeerde achtereenvolgens bananen en tapijten te verkopen, maar door zijn huwelijk met koning alcohol en een keur aan foute vrienden werd hij rond 1950 failliet verklaard. In korte tijd had hij zijn miljoen verbrast en is naar Canada vertrokken.

En zo kwam de boerderij in 1950 weer in de verkoop. Henk ‘Dus’ Calis (Hendrikus 1893-1964) telde er 50.000 gulden - tegenwoordig zo’n 225.000 euro – voor neer en woonde er met zijn vrouw Gijsberta Machielse (1896-1972) en hun 9 kinderen. Daarnaast verhuurde hij onderdelen van het complex. Zo stichtte John Hooijmaaijer (vader van Sjoukje ‘Hooymaayer’ uit de televisieserie ‘Zeg ’ns Aaa’) er handweverij ‘Het Schaapje’. Zijn weefgetouwen stonden in de zolderslaapkamer. Later verkocht hij er ook antiek en vestigde zijn kantoor in de inmiddels omgebouwde hooiberg.
De winkel werd verhuurd aan Tinus Calis die er een zadelmakerij had. Rond 1960 werden er rotan meubelen verkocht door Hendriks en weer later volgde Henk Tiel die er een schoenmakerij had. Ook enkele van de kinderen en onderhuurders ontplooiden activiteiten vanuit de boerderij; zo was zoon Hans Calis muziekonderwijzer (hij verbouwde de hooiberg) en had huurder Willem Kuijer een metselbedrijf. John Ruis kan zich nog goed herinneren dat mevrouw Calis-Machielse rechtsbeneden woonde toen hij vanaf 1970 de winkel van haar huurde.

Foto John Ruis
In de loop der jaren bouwt John zijn bedrijf uit tot drie hoofd­activiteiten: een studio voor portretfotografie, een ontwikkel/afdrukruimte en aan de voorzijde het verkoopgedeelte. Het ontwikkelen van fotorolletjes en en het afdrukken op fotopapier alleen al zorgt voor een dik belegde boterham. Daarnaast zijn er de eerder genoemde bruidreportages portretfoto’s – waaronder ook veel met dieren en bekende Nederlanders zoals Prins Bernhard en zijn ‘gevleugelde vrienden’ Pim Jacobs, Louis van Dijk en Mr. Pieter van Vollenhoven. In de winkel is er nog de losse verkoop, waaronder camera’s, lenzen en projectoren. Het gaat John goed. Trots is hij op zijn zes Hasselblad’s, professionele topcamera’s van Zweedse makelij. 

In de prominente etalage vertoont hij niet alleen zijn mooiste portretten maar besteedt hij ook veel aandacht aan aparte gimmicks, zoals de beweegbare zwarte piet.

Samen met de veel te vroeg overleden Nico Willard zet John zijn schouders onder de carnavalsviering in Laren en weet de grootste carnavalsvereniging ‘de Geitenbreiers’ weer nieuw leven in te blazen. Twee maal krijgt John in zijn hoedanigheid van Prins Carnaval de sleutel van Laren symbolisch overhandigd: in 1984/85 als prins Oelepetoet XVII en in 1989/90 mag hij een dubbele elf in zijn naam voeren als prins Oelepetoet XXII – Alaaf! “Helaas is er niets meer van over!”“Maar gelukkig hebben we de foto’s nog”
lacht de fotograaf.

Begin jaren tachtig laat John de boerderij renoveren en wordt er onder andere een nieuw dak geplaatst. Smederij Gert Vos ontwerpt in 1985 de belettering van ‘hoeve Lant en Tijmen’, waarna John ze van bladgoud voorziet. Net als de windwijzer op de schoorsteen, waar hij de beeltenis van een fotograaf gebruikt; het is geïnspireerd op een porseleinen beeldje van Vromink.
“Het eerste wat verdween nadat ik het in 2019 heb verkocht”, zegt John weemoedig. Ook besteedt John veel aandacht aan het smeedijzeren hek en ontwikkelt hij een grote passie voor zijn tuin.

Vanaf de millenniumwisseling breken er andere tijden aan. Het digitale tijdperk doet zijn intrede en John voelt dat goed. In plaats van filmrolletjes komen de klanten nu met een schijfje of CD. Hij schaft een speciaal fotolab aan waarbij de foto’s kwalitatief worden afgedrukt – in tegenstelling tot het huidige ‘printen’. Via 3 terminals kunnen de klanten zelf hun foto’s afdrukken, maar ook die ontwikkeling wordt al weer snel ingehaald. Door de strenge Europese wetgeving over de kwaliteit van paspoortfoto’s keuren de BEL-gemeentes ruim 95% van de door andere fotografen aangeboden pasfoto’s af. De drie gemeentes adviseren Foto John Ruis als ‘officieel leverancier’ waardoor hij voortaan zo’n 9000 pasfoto’s per jaar schiet. John schaft er een professionele digitale pasfotoset voor aan met speciale anti-reflectielampen, heeft een grote collectie ontspiegelde brillen paraat en voorziet ook regelmatig in make-up advies. 

De markt voor fotocamera’s wijzigt radicaal na de introductie van de smart­phone. Waar hij in 2000 nog vier man personeel had, waren het er in 2004 nog slechts twee. Na een herstart hielpen ook zijn twee zoons (destijds 13 en 15 jaar) in de zaak totdat John in 2008 besloot te stoppen: dit was geen toekomst voor zijn jongens. Bij de definitieve sluiting zegt John in een krantenartikel dat de boerderij ‘zijn oudedagsvoorziening’ is en dat hij deze te koop gaat aanbieden: “ik heb geen haast”.

Toch zou het nog 11 jaar duren voordat de boerderij werd verkocht. Er kwam een nieuwe vriendin in John’s leven en met haar de passie voor grote honden. De twee Duitse doggen en langharige Sint Bernard hebben bijna 6 uur verzorging per dag nodig! Helaas zijn ze alle drie in een kort tijdsbestek van 9 maanden overleden. In 2017 wordt John getroffen door een aneurysma, een slagaderlijke bloeding. Volgens de dokter heeft hij 50% kans om dit te overleven. “Dat is meer kans dan de Staatsloterij”, grinnikt John en vervolgt met een tweede grap “Ze hadden boven nog geen fotograaf nodig!”. Nadat de boerderij in juni 2019 uiteindelijk is verkocht, verhuist het stel in december naar het appartement aan het Postiljon. Het geluk is echter van korte duur als zijn vriendin op 1 januari overlijdt.

Voorjaar 2022 – ten tijde van ons gesprek – heeft de 76-jarige John een nieuwe vriendin, “een echte Larense” vertrouwd hij me toe, “familie van warm-en-koud op de Drift”. Dan bedoeld hij natuurlijk “een Majoortje”, alsof hij een link wil leggen naar Lant en Tijmen Majoor. Samen met Maria lacht het leven hem wederom toe. Ondertussen is de beeld-bepalende fotograaf ook bezig om de mooiste foto’s van zijn leven uit te zoeken voor het laatste afscheid: “als ik ga hemelen kan ik met voldoening achterom kijken, want ik heb een prachtig leven gehad”.

Bronnen: larensevoorouders.nl; wikipedia; Laarder Courant De Bel (Ernst Wortel). Met dank aan André de Valk, Wiet de Boer, Gerard Morssink en Bep (G.L.) De Boer.