Hendrik Jan Wolter (1873-1952)
Kunstschilder, Graficus, tekenaar en luministische schilder
Wolter werd geboren te Amsterdam, maar verhuisde in 1885 naar Amersfoort, waar zijn vader, burgerlijk ingenieur, een installatiebedrijf had. Eerst ging Hendrik Jan naar de HBS, daarna begon hij een opleiding aan de Militaire School in Haarlem. Dit was toch zijn richting niet en met de hulp van zijn moeder kon hij de infanterie-opleiding opgeven en enthousiast beginnen met zijn teken- en schildersopleiding.
Dit artikel is afkomstig uit Kwartaalbericht 145 [2018-3]. Leden van de Historische Kring Laren ontvangen het kleurrijke glossy magazine 4 keer per jaar. U kunt hier lid worden. Losse nummers zijn à € 4 per stuk in de Lindenhoeve te koop, zolang de voorraad strekt.
Mary van der Schaal
In 1895 werd hij als student toegelaten aan de académie des Beaux Arts te Antwerpen. Na een jaar deed hij toelatingsexamen voor het Instituut Supérieur, waar hij beschikking kreeg over een eigen atelier. Daardoor kreeg hij drie jaar lang de Koninklijke Subsidie en won hij ook nog de Willink van Collenprijs. Hij studeerde samen met onder meer Simon Maris, de zoon van de bekende schilder Willem Maris. Zijn leermeesters waren A. de Vriedt, P. van Havermaet en F. van Leerputten.
In 1899 vestigde hij zich in Leusden bij Amersfoort. Hij trouwde in 1904 met Koosje van Hoorn. Daarna verhuisden ze naar Laren. In deze Larense tijd woonde hij op Torenlaan 53 in het huis ‘Blommenwijck’ dat hij zelf ontwierp. In de tuin bouwde hij zijn atelier (nu Oud Blaricummerweg 46). Bij de deur is nog de gevelsteen zichtbaar met de tekst ‘In veilige haven’ zoals Wolters zijn optrek noemde.
In zijn eerste schildersperiode schilderde Wolter in realistische stijl, maar de invloed van de Franse impressionisten als Camille Pisarro en Monet werden steeds groter. Iedere schilder wordt hoe dan ook beïnvloed door de tijd en zijn collega’s.
De Gooise woonomgeving gaf hem niet veel inspiratie. Hij reisde echter veel en waar hij kwam schilderde hij havengezichten, boten en waterlandschappen. Het water was een zeer belangrijk item voor hem. Hij werkte onder andere in Engeland, Frankrijk, Spanje en Italië.
In 1914 ging hij in Amsterdam wonen en daar bleef hij wonen tot aan zijn pensionering. In de Eerste Wereldoorlog 1914-1918, werd hij gedwongen om in Nederland te schilderen. In die tijd maakte hij sfeervolle schilderijen van Amsterdam en andere havensteden. In zijn doeken legde Wolters met fijne zuivere kleuren, en mooi tegen elkaar afgewogen coloristische waarden, een tintelende atmosfeer vast. Zijn schilderijen getuigen van een gevoelige maar een vaste en rake schilderwijze. Veel van Wolters’ doeken worden gekenmerkt door een hechte compositie, een sterk kleurgebruik, waardoor licht- en donkercontrasten en tintelend zonlicht op het water goed uitkomen door een uitstekende beheersing van het métier.
Doorgaans werd hij in één adem genoemd met belangrijke moderne schilders als Jan Sluijters (1881-1957), Jan Toorop (1858-1928), en Leo Gestel (1881-1941). Hij was dan ook meerdere zomers te gast bij Toorop in Domburg, waar hij ook deelnam aan de exposities op het duin. Hij schilderde in die tijd in Zierikzee en Veere.
Hendrik Jan was niet alleen havenschilder maar ook een virtuoos landschapschilder. Ook figuurschilder met allure, waarbij hij de symboliek van het ouder worden bewerkte en hij de drie levensfasen van de mens ‘jeugd–volwassenheid–ouderdom’ belichtte. In pakkende krijt- en pasteltekeningen creëerde hij de drukke sfeer in talloze confectie-arteliers en diamantslijperijen.
In 1924 werd Wolters als hoogleraar aangesteld aan de Rijksacademie te Amsterdam en raakte het schilderen wat op de achtergrond. Wel ontvluchtte hij tijdens de lunchpauzes het academiegebouw met zijn schilderkistje (22 bij 27 cm) voor plein-air-studies. Afgaand op het formaat van de mooie ‘Magere brug te Amsterdam’ is dit werkje tijdens zo’n actie tussen de colleges ontstaan.
Wolters ging als schilder zijn eigen weg, maar nam wel deel aan het sociale leven. Toen Jan Hamdorff besloot om in 1913 een expositie te organiseren in zijn hotel, ontwierp Wolter de expositieruimte. Hij ontwierp ook het meubilair in de zomertuin.
Hendrik Jan Wolter overleed te Laren op 29 oktober 1952. Jaren na zijn dood kreeg Wolter in 1959 voor het eerst een buitenlandse expositie. Het werd een opvallende hommage bij Bernheim-Jeune- Dauberville in Parijs.
Bronnen: de Valk/Lexion, Pieter Scheen, Internet