Anton Fortuin
Aanleiding tot het schrijven van dit verhaal was het beeldje, dat Gerda Meulenkamp (redactrice van het Kwartaalbericht van de Historische Kring Laren) mij liet zien toen ik bij haar op bezoek was om kopij af te leveren. Een prachtig houten beeldje van ongeveer 20 centimeter hoog met op de sokkel de naam Anton Fortuin 1921. Wie was Anton Fortuin? Ik werd nieuwsgierig en ging op zoek met het volgende resultaat.
Dit artikel is afkomstig uit Kwartaalbericht 81 [2002-3]. Leden van de Historische Kring Laren ontvangen het kleurrijke glossy magazine 4 keer per jaar. U kunt hier lid worden. Losse nummers zijn à € 4 per stuk in de Lindenhoeve te koop, zolang de voorraad strekt.
Bep De Boer
Anton Fortuin werd op 23 juni 1880 te Amsterdam geboren. Hij volgde de Avondtekenschool te Amsterdam en later de Academie te Gent. Hij woonde en werkte in Amsterdam en had een atelier op de Prinsengracht. Hier is hij begonnen met houtsneden voor de Mail-schepen naar de Oost. Dit atelier was snel te klein en hij verhuisde naar Prinsengracht 1083, een toenmalig pakhuis. Tijdens hoogtijdagen werkten daar zo’n 10 tot 20 beeldhouwers, houtbewerkers en andere helpers om de massale hoeveelheid decoraties en interieurs voor schepen te maken. De interieurs waren stijlvol van vorm en fijn van opzet.
Hij putte uit de mythe en de historie en combineerde dit naar eigen inzicht. Hij was een kunstenaar in de symboliek. Zo maakte hij voor een huis ergens aan de Noordzee schelpmotieven in het plafond en de schoorsteen. En een symmetrisch vissenmotief in de roerkop van een tjalk. Dieren- en mensfiguren uit hout gesneden of uit steen gehakt. Of een fraai besneden kast, een kunstig bewerkt schaakbord, waarbij het paard een echt paard was en het kasteel een echt kasteel. Anton Fortuin maakte sprookjesschepen en sprookjeshuizen. Een bijzonder mens die het scheppend ambacht groot maakte. Later verhuisde hij naar Laren. Hij kocht in 1931 Velthuysenlaan 18 en 20 (twee huizen onder een kap). Het dubbele pand werd tot vlak voor de Tweede Wereldoorlog als pension gerund. Zijn werk als beeldhouwer zette hij voort in een atelier op het Zeveneind op de plaats waar nu de Endemol kantoren staan. Nog later toen hij niet meer zo goed ter been was, werd er in de achtertuin van nummer 20 een nieuw atelier gebouwd en dat is in gebruik gebleven tot zijn dood.
Hij was lid van de Vereniging Rembrandt en van de Vereniging van Beeldende Kunstenaars Laren/Blaricum. In het algemeen is er slecht gedocumenteerd waar het werk van Fortuin gebleven is en er is niet veel in de openbaarheid overgebleven. Hij werkte met coromandel en eikenhout en ook met steen en marmer. In 1939 waren op de tentoonstelling “Kunst van Heden” in het Rijksmuseum te Amsterdam ook van hem werken te zien, o.a. “Kop van een Visscher”. De gemeente Laren bezit ook werk van hem, zoals de houtsneden “Hond” en “Kameleon”. Anton Fortuin overleed op 31 mei 1967 te Utrecht en werd begraven op de Algemene Gemeentelijke Begraafplaats te Laren. In hetzelfde graf liggen zijn vrouw en een familielid begraven. Op het graf staat een sokkel met de namen van de overledenen en daarboven een vogel, een toekan, een werk van hemzelf.