90 Jaar MCC: de eerste 5 jaar

Geschiedenis en ontwikkeling van een Larense muziekvereniging – Deel 2
In deze reeks artikelen wordt de geschiedenis van MCC opgetekend aan de hand van ervaringen van mensen die erbij waren. Daarvoor voerde ik gesprekken met diverse oud-leden, zoals Jaap (Grob), Wil (de Valk), Kees (Ranzijn), Nico (Wolters) en Bep (Machielsen), en er zullen nog veel gesprekken volgen. In dit deel komen deze mensen beperkt aan het woord, omdat we voor die eerste periode vooral moeten teruggrijpen op archiefstukken en overlevering. Dit keer gaan we helemaal terug naar het begin om te zien hoe een klein mondorgelclubje het fundament bouwt om uit te groeien tot MCC: een muziekvereniging van formaat.
Hoofdfoto: Een van de weinige foto’s van Broeder Sebastianus, een schoolklas uit 1932.
Dit artikel is afkomstig uit Kwartaalbericht 157 [2021-3]. Leden van de Historische Kring Laren ontvangen dit kleurrijke glossy magazine 4 keer per jaar. U kunt hier lid worden. Losse nummers zijn à € 4 per stuk in de Lindenhoeve te koop, zolang de voorraad strekt.
Tekst: Eric Snelders
17 oktober 1931
We zagen al dat MCC voortkomt uit het RK-jeugdwerk.De Broeders van St. Louis organiseren naast het onderwijs ook vrije clubs om jongens te laten meedoen aan activiteiten zoals toneel, houtsnijden, gymnastiek, voetbal en … muziek.
Kapelaan W.A. Mentink oppert het idee voor een mondorgelclub. Op school worden jongens benaderd om mondorgel te spelen en Mentink vraagt aan Broeder Sebastianus om de leiding over het clubje te nemen. Het idee voor Crescendo – dat staat voor vooruitgang en ontwikkeling – komt van bakker Piet Bierlaagh. Op 17 oktober 1931 begint het clubje met 14 jongens.
De naam MCC is afgeleid van Mondorgel Club Crescendo. De eerste paar jaar wordt gesproken over de mondorgelclub(je) of over Crescendo. De naam MCC komt pas na enkele jaren echt in gebruik, nadat de afkorting op de clubvlag is verschenen.
De eerste 20 jaar bestaat de club vooral uit jonge jongens. Immers komen leden uit de schoolbanken en de oudere jongens hebben, als ze eenmaal werk hebben, geen tijd meer voor de mondorgelclub. Pas later, vanaf de jaren ‘50, zien we dat leden langer blijven en dat ook oudere leden tot de club toetreden.
1932 – De eerste uitvoeringen
De mondorgelclub geeft haar eerste uitvoering in januari 1932. In het gebouw van de Werkliedenvereniging (RKWV) speelt zij tussen de bedrijven van de toneeluitvoering van de groep van Broeder Perpetüus. Op 6 november speelt de mondorgelclub opnieuw bij toneeluitvoeringen, dit keer door U.D.I. De Laarder Courant de Bel schrijft positief over de mondorgelclub van Sebastianus.
Op 2e kerstdag is er een middag voor de kinderen van leden van Vereniging St. Joseph. De stoet kinderen loopt achter de mondorgelclub, die al enkele tamboers heeft, langs de St. Janskerk richting KJC-gebouw aan de Eemnesserweg. Daar worden ze getrakteerd op nog meer muziek en lekkernijen en een geschenk.
1933
Ook in 1933 speelt de mondorgelclub tijdens toneeluitvoeringen en het kerstfeest. Maar nu komen ze ook vaker tevoorschijn tijdens katholieke, en andere traditionele Larense, manifestaties.
- De ouderavond op 12 januari, waarin ouders worden getrakteerd op wat de jongens op school hebben geleerd. De mondorgelclub steelt de show!
- Op 23 april tijdens de regionale Protestmarsch van Gooische katholieken. Een enorme manifestatie waar geestelijken en politici, alsmede notabelen uit de regio deelnemen. Het lijkt erop dat deze protestmars, waar bijna 10.000 mensen aan deelnemen, vooral bedoeld is als mobilisatie en stemadvies. Direct achter de mondorgelclub loopt de gymnastiekvereniging WIK.
- Op 18 juni bij de rondgang door het dorp voor het St. Vitus patroonsfeest.
- Op 25 juni voor het eerst tijdens de St. Jansprocessie – en dat is tot nu toe altijd zo gebleven.
- Een dag later in de optocht van de Bedevaart van het Kruisverbond van Laren naar Maarssen. Deze bedevaart is opgedragen aan Mgr. Ariëns, een strijder voor de rechten van de arbeider en voor de Christelijke matigheid.
- Tijdens de kermis in juli en op 31 augustus tijdens Koninginnedag.
- Bij de optocht van de Jonge wachters, op 24 september.
De snelle groei van de mondorgelclub is mede te danken aan het veelvuldige optreden. Ze maken veel indruk op de Larense bevolking en er sluiten zich meer jongens aan. Hoogtepunt van dat jaar is de reis naar Oudenbosch.


Dit zijn vier Hohner Vineta’s in een beugel, dat speciaal voor MCC werd vervaardigd. Later ging de fabrikant Hohner dit principe toepassen op meer van haar instrumenten en werd dit fabrieksmatig gemaakt.
Muziek en instrumenten
In de eerste jaren zorgen de Broeders zelf voor mondorgel-instructie. Af en toe is er begeleiding op piano, of een broeder zingt of neuriet de melodie voor en de jongens moeten dat naspelen.
Wil de Valk: “Aan het begin was het alleen diatonische muziek: de gewone toonladder met 5 grote en 2 kleine intervallen: do-re-mi-fa-sol-la-ti-do. Met een C-mondorgel speel je een C-toonladder: vergelijk met alleen de witte toetsen op een piano. Een G-mondorgel heeft dan 1, en een F-mondorgel 2 zwarte toetsen. Met 3 mondorgels kon je dan de meeste akkoorden spelen.
Kees Ranzijn: “We kregen dan 2, 3 of wel 4 mondorgels bevestigd in een metalen klem. En er was de Bas op de eerste tel en de Vineta op de 2e tel – zo kreeg je hoem-pa-hoem-pa en maakten we baspartijen of eenvoudige melodielijnen.”
Wil: “Tijdens het spelen moest je regelmatig van mondorgel wisselen. Toen ik later muziek maakte voor MCC was dat puzzelen: je zoekt een noot die langer kan worden aangehouden, zodat anderen kunnen wisselen.”

De mondorgelclub treedt op tijdens de Protestmars op 23 april 1933, direct achter de laatste rij tamboers volgt de gymnastiekvereniging WIK.
De jongens lazen geen muziekschrift: de partijen werden in cijfers uitgeschreven op grote vellen papier. De broeders hadden handigheidjes bedacht om te laten zien of je een octaaf omhoog of omlaag moest, een noot langer moest aanhouden of hard of zachter moest spelen.
Wil: “De broeders schreven niet zelf muziek. MCC speelde (kerkelijke) zangliederen of Duitse muziek: zoals Die macht der Liebe. Een Russische melodie die geschikt was gemaakt voor grotere groepen mondorgels. Dit werd als orkest, zittend op een podium of staand op straat, uitgevoerd, want je kon er niet op marcheren.”
In 1932 komen concerttrommels voor begeleiding en voor het spelen van marsen. Piet van ’t Klooster verzorgt de tamboerlessen. Nu kunnen ze de bekende en geliefde Wilhelmina Mars, en andere marsen van bijvoorbeeld componist Van der Leest instuderen. Vanaf 1934 komt ook de bazuin, een trompet zonder ventielen, in het instrumentarium.
De muzikale prestaties bereiken grote hoogte in 1934: tijdens een uitvoering op 2e paasdag begint het muzikale programma met tromgeroffel en de tamboers marcheren, met hun tamboer-maitre, het podium op. De kranten schrijven: “Er wordt eerst een frissche marsch gespeeld die al direct bij het publiek in den smaak valt. En het nummer Donau-Wellen, dat ondanks de zeer vele technische moeilijkheden uitstekend werd uitgevoerd.”

De Wilhelminamars: een van de eerste marsen die de club kon spelen, nadat tamboers waren toegevoegd. In de bijzondere muzieknotatie zoals deze door de broeders was bedacht.
Vanaf 1934 doet de club mee met concoursen en daarvoor moet een verplicht en vrij gekozen nummer worden gespeeld. In de juryrapporten vinden we complimenten voor de uitvoering van onder meer Le Petit major (Torelli), de Anny mars (Van der Leest) en Violette (Martin). En ook de ingewikkelde nummers Allessandro Stradella (Freiherr), Blanche Aurore (Gedenne) en En Dansant (Bauwens) durven ze aan – en laten daarmee een verpletterende indruk achter.
Tijdens concoursen wordt deelgenomen aan zowel orkest- als mars-wedstrijden. Tijdens de orkestwedstrijd speelt alleen het orkest: een groep mondorgelspelers met enkele tamboers en bazuinblazers, op een podium. Bij de marswedstrijden loopt de hele ploeg mee: op het hoogtepunt wel 120 man, keurig in de pas, perfect samenspelend en ook nog eens een enorm geluid producerend. Daarmee maken ze veel indruk en nemen vele prijzen mee naar huis.
Kees: “Wij kwamen dan met ons mondorgelclubje uit het dorpje Laren en speelden prachtige muziek – we werden de grootste van Nederland.”
Vóór de oorlog speelt MCC dus alleen bestaande muziek. Het muzikale succes in die jaren zit hem vooral in de enorme omvang van het orkest en de perfectie: niet in de laatste plaats door de strakke instructie door de Broeders.
Wil de Valk begint, als 14-jarige, tijdens de oorlogsjaren met het schrijven van muziek voor mondorgels.
Wil: “Ik had mijn eerste compositie Juniorenmars gemaakt en Philibertus vond het mooi. Hij schreef een brief aan de heer Maas – een bekende componist van mondorgelmuziek. We kregen een brief terug op muziekpapier- met aanwijzingen hoe ik het moest aanpakken. De club kon dat goed spelen en ik dacht – nu hoeven we niet meer op zoek naar dure muziek.”
De kranten spreken over het wonderkind dat composities voor MCC maakt.
Wil schrijft in de jaren na de oorlog veel muziek voor MCC: “Het mondorgel is geen orkest-instrument, maar het lukte ons wel. Ik maakte ook muziek op verzoek van andere clubs maar dat moest dan veel simpeler. Ik ontdekte dat MCC uniek was: zij konden die ingewikkelde stukken wel met mondorgel spelen. Als snotneus sprak ik hierover veel met Philibertus die dan echt dingen van mij aannam. Samen hebben we veel nieuwe ideeën uitgeprobeerd. Zoals het wisselen van mondorgels – ik werkte dat muzikaal uit en hij noteerde dat dan in het rood op die grote bladen. Zo konden we de muziek uitbreiden van 1 naar wel 6 partijen.” Andere clubs, onder de indruk van de muziek van MCC, proberen in hun voetsporen te treden. Vanuit deze voortrekkersrol richt MCC na de oorlog zelf een nieuwe bond op, waar Wil de Valk lid van de Technische commissie wordt. Later hierover meer.
MCC en de St. Jansharmonie
In het bestaan van MCC speelt de St. Jansharmonie een belangrijke en bijzondere rol. Omdat we deze muzikale broer (of Oom?) van MCC vaak in de verhalen zullen tegenkomen sta ik hier even stil bij een historisch vraagstuk. MCC-kenners zullen beamen dat de relatie tussen de Harmonie en MCC wel eens ongemakkelijk was. Ze hadden elkaar nodig: al was het maar om de ander muzikaal te onthalen bij terugkeer van een concours. Je zou het een sympathieke haat-liefde-verhouding kunnen noemen. Navraag bij oud-MCCers geeft geen duidelijk antwoord. Is het gezonde competitie? Verschilt het verenigingsleven dan zoveel van elkaar? Is het een leeftijdskloof of een verschil van inzicht over hoe je als muziekvereniging moet opereren? Waarschijnlijk van alles wat, toch zijn er concrete aanwijzingen naar de oorzaak van dit ongemakkelijke gevoel.
Als op 23 januari 1933 het fanfarekorps St. Vitus wordt omgedoopt in muziekcorps Parochie Harmonie wordt de mondorgelclub een onderafdeling van de parochieharmonie genoemd. De mondorgelclub wordt gezien als onderdeel van de St. Jansharmonie, en dat schuurt met de snelle groei en successen die de mondorgelclub doormaakt. Een andere aanwijzing vinden we terug in een recensie in de krant over de toneeluitvoering van 2 januari 1934: “De mondorgelclub van broeder Sebastianus zorgde weer op voortreffelijke wijze voor de gewenschte muzikale afwisseling (…) nu we dichter bij het podium zaten, constateerden we dat het geen echte noten waren, maar de melodie van de te spelen marschen en liederen genoteerd in cijferschrift. Het spel van de jongens klinkt er niet minder om, maar als ze van echte noten af zouden kunnen leeren spelen, dan was de mondorgelclub tevens een mooi opleidingsinstituut voor de St. Jansharmonie.”
Je zou dit kunnen lezen als: wat deze jongens doen sluit niet aan op de professionaliteit van de St. Jansharmonie. Hier ligt een basis voor een meningsverschil over muzikaliteit van de beide verenigingen.
1934: Een bewogen jaar
Zijn de optredens in de eerste twee jaar vooral pauzenummers – in 1934 verandert dat. Op 2e paasdag organiseert de KJC een groot feest waarin een uitvoering door de mondorgelclub centraal staat. De zaal zit afgeladen vol: men had niet verwacht dat de mannen ook echtgenotes mee zouden nemen. In toespraken wordt stilgestaan bij de betekenis van de mondorgelclub voor het verenigen van het nuttige met het aangename en hoe jongeren voor Christus kunnen worden bewaard. Sebastianus bedankt vooral de winkeliers die een verloting mogelijk maken om de noodlijdende kas van de club aan te vullen.
Op 21 mei (2e pinksterdag) organiseert harmonie ‘De Eendracht’ in Oudenbosch een concours vanwege haar eeuwfeest. Diverse zang- en muziekverenigingen en mondorgelclubs doen mee. Onze mondorgelclub onderneemt een driedaagse tour en komt uit in de 4e afdeling. Ze spelen het verplichte nummer Miliana en het vrije nummer Le Petit Major. Met bijna 80 leden oogst de club veel bijval van publiek en jury: ze winnen de 1e prijs in hun afdeling. De jury spreekt over een “zeer prettig aandoende discipline en dat de ernst waarmee de muziek werd voorgedragen van grote culturele waarde is.”

Tijdens het concours op 21 mei 1934, ter gelegenheid van het eeuwfeest van harmonie de Eendracht in Oudenbosch, treedt de club met zo’n 80 jongens op. Ze komen uit in zowel de mars- en orkestwedstrijd en winnen de 1e prijs in de 4e afdeling, voor beide disciplines.
Het nieuws van deze overwinning is de club vooruitgesneld en als de jongens, met 3 volle autobussen, terugkeren in Laren worden ze op de hoek Houtweg/Stationsweg opgewacht door ouders en vele belangstellenden. De St. Jansharmonie zorgt voor de muzikale ontvangst. Er is een optocht door het dorp langs de St. Jans Kerk en naar het KJC-gebouw. Sebastianus wordt uitbundig gefeliciteerd en krijgt bloemstukken. Daarna speelt de club nog een paar succesnummers.
Tijdens de viering van het zilveren jubileum van Burgemeester Van Nispen op 1 juni zijn er een defilé en demonstraties door WIK en de Klepperman van Elven. Een stoet kinderen, onderweg naar het kermisterrein voor een ballonwedstrijd, wordt voorafgegaan door de marcherende mondorgelclub. De feesten gaan ’s avonds verder in Hamdorff en het KJC-gebouw.
Later in juni, tijdens de internationale voetbalwedstrijd op het LVV-terrein (zie ook deel 1 in KB156) krijgen de jongens een teleurstellende mededeling: Sebastianus zal Laren, en zijn geliefde MCC, verlaten.
In eerdere publicaties over MCC wordt verondersteld dat het hier gaat om een reguliere overplaatsing. Broeders werden regelmatig naar een andere gemeente overgeplaatst: men kan niet begrijpen waarom Sebastianus wordt weggeroepen. De werkelijke reden is dat hij overwerkt is en rust moet nemen. Hij wordt, na 12 jaar RK werk in Laren, teruggeroepen naar Oudenbosch. Op 22 juli, tijdens zijn laatste zondagmiddag in Laren bij een voetbalwedstrijd op het LVV-terrein, komt rond 3 uur zijn mondorgelclub naar het veld.
Sebastianus neemt afscheid van zijn pupillen en zegt “Ondanks mijn vertrek smeek ik jullie niet van de club te scheiden, niet ik maar júllie zijn de club.”
Hij spreekt de verwachting uit dat er snel een nieuwe leider wordt gevonden. Het bericht over het vertrek wordt met ongeloof ontvangen: Kapelaan Heinink zegt dat het werk van Sebastianus niet te evenaren is en dat hij verwacht dat de broeder na zijn herstel weer zal terugkeren. Hij belooft hier bij de overste in Oudenbosch op aan te zullen dringen.
Maar Sebastianus komt niet meer terug: na de zomervakantie wordt zijn plaats ingenomen door de 26-jarige Broeder Philibert, vooral bekend als Philibertus, die tijdens de ouderavond op 7 oktober wordt gepresenteerd als de nieuwe leider van MCC.

1935 Landelijke bekendheid
We zullen zien dat Heinink ongelijk krijgt en dat Philibertus de club tot nog hogere prestaties weet te brengen. In dat jaar zijn er naast de bekende optredens ook een officiële uitvoering in april en een serenade tijdens de huldiging van bekende Laarder Marinus Ei, die zijn 70e verjaardag viert. En MCC is van de partij als op 18 maart Juliana-oord – een sanatorium van de vereniging Been- en Gewrichts Tuberculose (Begetu) – wordt geopend door Prinses Juliana.
Vanwege het eerdere succes in Oudenbosch wordt MCC uitgenodigd voor een nationaal concours in IJsselstein, op 14 en 15 augustus, uitgeschreven door RK-muziekvereniging Amicitia, die haar 35-jarig bestaan viert. MCC komt uit in een hogere afdeling van zowel de concert- als mars-wedstrijd, met wederom verplichte en vrije nummers.
Belangrijk om te weten is dat concoursen in die jaren worden georganiseerd door andere RK-muziekverenigingen in plaatsen waar Broeders zijn gestationeerd. Pas later, na de oorlog, is er een bondsorganisatie die dat organiseert en coördineert.
De jury is erg te spreken over het optreden, en MCC wint voor beide wedstrijden de 1e prijs. Bovendien krijgt MCC een aantal tips mee over hoe ze zich verder kan verbeteren. De groep wordt ’s avonds om half zeven weer met grote belangstelling in Laren opgewacht door vele belangstellenden en de St Jans Harmonie. Na een ronde door het dorp wordt in het KJC-gebouw verder gefeest.

Het uniform
In het begin was er geen plan om een muziekvereniging te beginnen, laat staan dat over een uniform was nagedacht. De jongens spelen in hun dagelijkse kloffie. Als de club zich meer aan publiek presenteert ontstaat de behoefte aan een uniforme uitstraling. Dat begint eenvoudig want er is niet veel geld. De overwegend jonge jongens dragen vanaf 1932 een wit overhemd en korte zwarte broek met stropdas en baret. In 1933 krijgen de tamboers een lange blauwe broek. Hiermee wordt een begin gemaakt met het befaamde blauw-gele uniform.
Een overzicht van de ontwikkeling van dit uniform, dat tot 1958 dienstdoet.
- 1932: Korte zwarte broek, wit overhemd, blauwe stropdas en blauwe baret, later uitgebreid met gouden kwasten en voor de tamboers extra versierselen. In datzelfde jaar wordt door Broeder Paulus een eerste vlag voor de mondorgelclub gemaakt.
- 1933: Tamboers krijgen een lange blauwe broek voorzien van gele bies.
- 1937: Alle leden dragen nu een blauwe broek. Tamboers, Tamboer-maitre en bazuinblazers dragen een geel jasje met koperen knopen en schouderepauletten.
- Vlak voor de oorlog wordt de baret vervangen door een kwartiermuts en alle leden dragen het blauw-gele uniform.
- Vlak na de oorlog wordt het blauw-geel van de Tamboer-maitre blauw wit (witte broek, blauwe jas).
- 1958: Het blauw-geel wordt vervangen door een nieuw blauw gala-uniform, ontworpen door de heer Smits. Compleet met zwaluwnesten, witte slobkousen en witgemaakte koppel.

Bep Machielse: “Ik heb nog in het blauw-geel gelopen. De broeken en de jasjes werden ook wel door een handige moeder of zus gemaakt. De club leverde de benodigde stoffen, epauletten, knopen en pet en er was een patroon zodat we er hetzelfde uit zouden zien. Hoewel … als het uniform een paar keer was gewassen kwamen er onderling behoorlijke kleurverschillen.”
Kees: “Je had ook Riek Calis, die heeft heel wat van die uniformen gemaakt, en de nonnen (zusters dominicanessen) maakten de epauletten. Ik dacht dat Jan Arnold de stof leverde.”
Vanwege de grote kleurverschillen, maar ook omdat jongens vaak met kapotte, ongewassen of ongestreken kleren naar een optreden komen, trekken Jan Arnold en zijn echtgenote, eigenaar van de manufacturenzaak De Zon in Laren, het onderhoud van de uniformen meer naar zich toe. Dit echtpaar is lange tijd aan MCC verbonden als vrijwilliger en steekt veel tijd, energie en geld in de looks van MCC.
Het uniform is in 1935 nog aanleiding voor een conflict. Het oranjecomité heeft besloten dat bij de demonstratie door gymnastiekverenigingen WIK (RK) en VEK (neutraal) en de kinderoptocht het niet gewenst is dat de mondorgelclub geüniformeerd meeloopt. De RK-raadsleden zeggen tijdens de raadsvergadering dat zij zich tegengewerkt voelen. WIK trekt zich intussen terug van de demonstratie en de raadsleden willen een protestbrief richting het oranjecomité sturen. Het conflict loopt met een sisser af nadat de burgemeester stelt: “als jullie ruzie maken is alles uit!”
De Larense bevolking is onder de indruk van de geüniformeerde club: er wordt gesproken over keurige uniformen en fleurige petjes. In 1937 tijdens een concours in Amsterdam loopt de enorme club in het vernieuwde uniform en oogst ze veel bewondering. De jury is in haar rapporten bijzonder te spreken over de presentatie.

Het eerste Lustrum
Op 25 oktober viert de club met een knalfeest haar 1e lustrum. In die tijd is er nog geen bestuur, maar er zijn wel enkele zeer betrokken Laarders die de organisatie op zich nemen: Chris Van Dort, Jan Arnold en Rut van Arnhem. Na een Mis is er ontbijt voor alle leden in het KJC-gebouw. Later die dag gaat het feest verder in het KAB-gebouw, waar de club enkele uitvoeringen geeft voor een volle zaal. Verschillende geestelijken en notabelen nemen het woord om terug te blikken op de successen in de afgelopen jaren. Philibertus wordt gefeliciteerd als waardig opvolger van Sebastianus. Er worden bloemstukken en de onvermijdelijke kisten sigaren uitgewisseld. Iedereen is zeer tevreden, de club toont zich zeer hecht en er is vertrouwen in de toekomst.
Enkele gulle gevers, waaronder Wim van Dijk en Stef Willard zorgen dat MCC tijdens dit lustrumjaar haar instrumentarium verder kan uitbreiden: er komen meer bazuinen en er zijn nu 8 concerttrommels én een overslag trom.
In het volgende deel gaan we verder in 1936: een jaar dat een opmaat blijkt naar gouden jaren voor MCC.
Kijk voor meer foto’s bij dit artikel op www.historischekringlaren.nl/90-jaar-mcc-de-eerste-5-jaar/


MCC tijdens het 1e jubileum op 25 oktober 1936. Een aantal namen was gelukkig te achterhalen maar velen zijn ons helaas onbekend. Ziet u een familielid of bekende? Wij zien uw reactie graag tegemoet via redactie@historischekringlaren.nl of bel Eric Snelders op 06-11 31 09 87 (buiten kantooruren).
1) ……; 2) ……; 3) ……; 4) ……; 5) ……; 6) ……; 7) ……; 8) Ben v.d. Veer; 9) Bep Vos; 10) ……; 11) ……; 12) P. Calis; 13) ……; 14) ……; 15) ……; 16) Karel Grob; 17) ……; 18) ……; 19) ……; 20) ……; 21) Wim van Dijk; 22) Broeder Aquina; 23) Broeder Philibertus; 24) Broeder Perpetuus; 25) Stef Willard; 26) ……; 27) ……; 28) ……; 29) ……; 30) ……; 31) ……; 32) ……; 33) ……; 34) ……; 35) ……; 36) ……; 37) ……; 38) ……; 39) ……; 40) ……; 41) ……; 42) ……; 43) ……; 44) Jozef Prijkel; 45) Piet van ‘t Klooster; 46) ……; 47) ……; 48) ……; 49) ……; 50) ……; 51) Vos (voornaam?); 52) ……; 53) ……; 54) ……; 55) ……; 56) ……; 57) ……; 58) ……; 59) ……; 60) Calis (voornaam?); 61) ……; 62) Joop Calis; 63) ……; 64) ……; 65) ……; 66) ……; 67) ……; 68) ……; 69) ……; 70) ……; 71) ……; 72) ……; 73) Nic Zwanikken; 74) ……; 75) ……; 76) ……; 77) ……; 78) ……; 79) ……; 80) ……; 81) Ben Kok; 82) Piet Bierlaagh; 83) ……; 84) ……; 85) Zwanikken (voornaam?); 86) ……; 87) Jan Arnold.