Opnieuw het gat van Hamdorff
Ingezonden brief
Met grote interesse las ik de twee artikelen van Cees Meijer over het ‘Gat van Hamdorff’ in Kwartaalberichten 158 en 159 van de HKL. Het zijn goed geschreven en ruim gedocumenteerde beschrijvingen van een rumoerige periode in het Larense dorpsleven. Vanaf de sloop van Hamdorff tot aan de nieuwbouw ben ik hier intensief bij betrokken geweest, eerst als raadslid, later als wethouder. Ik permitteer mij daarom enkele aanvullingen en een enkele correctie. Daarbij beseffend dat het geheugen vaak een onbetrouwbare bondgenoot is.
Dit artikel is afkomstig uit Kwartaalbericht 160 [2022-2]. Leden van de Historische Kring Laren ontvangen het kleurrijke glossy magazine 4 keer per jaar. U kunt hier lid worden. Losse nummers zijn à € 9,50 per stuk in de Lindenhoeve en bij Bruna te koop, zolang de voorraad strekt.
Tekst: Fok Bierlaagh*
Hamdorff was in de eerste helft van de vorige eeuw een glorieus en fameus hotel, bekend tot ver buiten Laren. Maar in de jaren zestig en zeventig belandde het complex in een neerwaartse spiraal. De grandeur verdween langzaamaan en er werd veel te weinig geïnvesteerd in onderhoud en modernisering. Ik heb het zelf kunnen constateren toen ik midden jaren zestig als bordenwasser werkte bij zowel Le Postiljon tegenover het kerkhof als Hamdorff. Bij Le Postiljon was in de keuken alles tiptop in orde, bij Hamdorff zag je het verval. Armoedig , weinig onderhoud, een schamele boel. Chefkok Verzeilbergen deed zijn uiterste best maar was soms de wanhoop nabij als er weer eens een machine uitviel. De keuken was slechts een onderdeel, maar wel symptomatisch voor wat er later ging gebeuren. Hamdorff was in eigendom ondergebracht bij Gooiland BV dat ook de Hooge Vuursche in Baarn en het Hilversumse Gooiland in bezit had. Bierbrouwer Heineken had een fors belang in de BV, maar was niet van plan grootscheeps te investeren in Hamdorff. En dat was wel hard nodig. In de loop van de jaren zeventig ging het complex steeds verder achteruit, totdat in 1978 de definitieve sluiting volgde. Vóór die sluiting was in 1975 het hotel gekocht door de gebroeders Van Loo. Dat duurde niet lang, de heren bleken malafide investeerders te zijn waarvan één van de vennoten zelfs met justitie in aanraking kwam.
In 1976 werd de firma Rofedi eigenaar, een gerenommeerde onderneming in de bouwwereld. Dit bedrijf had geen belang bij renovatie maar ontwikkelde een niet onaardig nieuwbouwplan. Daarna raakte Hamdorff in hoog tempo in compleet verval, waar iedereen in en uit kon lopen. Een Baghwangroep nestelde er zich, andere groepjes sliepen er soms, er was geen houden aan. Rofedi wilde het gebouw niet dichttimmeren wegens te hoge kosten, waardoor de neergang nog extra snel ging.
Begin augustus 1980 brak er brand uit in het pand, een brand die op het laatste nippertje geblust kon worden, anders was de ramp voor de aangrenzende gebouwen niet te overzien geweest. Het college van B en W nam uit veiligheidsoverwegingen op 25 augustus 1980 het besluit een sloopvergunning te verlenen plus een bijbehorend sloopverzoek. Men wilde begrijpelijk wel politieke dekking uit de raad bij zo’n ingrijpend besluit. Tijdens de raadsvergadering van 27 augustus 1980 vroeg burgemeester Niek Elsen de raad na afloop nog even bijeen te blijven voor een besloten beraad. Zo geschiedde. Elsen, een klassieke dorpsvader en een echte magistraat, stak van wal en schetste de situatie. Hamdorff was, zeker door de brand een onaanvaardbaar risico geworden voor de openbare orde en veiligheid in het dorp: sloop was onontkoombaar. Ik zie hem nog na deze mededeling de raad langs kijken, als een scan om te zien hoe deze boodschap viel. Opstand bleef uit, iedereen was op de hoogte van de teloorgang, hoewel de brand een laatste duit in het zakje deed. Na nog wat heen en weer gepraat steunde de raad het College. De sloop van Hamdorff begon op 3 november 1980. Sic transit gloria mundi, zeiden de Romeinen, zo vergaat wereldse roem.
Streep door de rekening
Rofedi had een fors bouwplan ontwikkeld dat er op zich redelijk uitzag. Het plan leunde zwaar op woningbouw, vooral appartementen. Op basis van het bouwplan werd door de gemeente een bestemmingsplan ontworpen dat als een nauw jasje om het plan-Rofedi heen zat. Er kon eigenlijk niets anders dan het voorliggende bouwplan.
En toen voltrok zich een kleine ramp: de Nederlandse bouwmarkt stortte compleet in elkaar. Er traden in zeer korte tijd prijsdalingen op van 10, 20, 30 procent. Daarmee ontviel de basis aan het plan-Rofedi, terwijl het bestemmingsplan niets anders mogelijk maakte. Resultaat : het langjarige, lelijke ‘Gat van Hamdorff’. Niemand had dit gewild, maar het gebeurde wel.
Hamdorff een supermarkt?
Midden jaren tachtig verwierf Unigro de eigendom van het Hamdorffterrein, een supermarktconcern eigendom van grootaandeelhouder Eric Albada Jelgersma, inwoner van Laren. De koop heeft logischerwijs maar één doel: het vestigen van een supermarkt midden in het centrum. De Larense bevolking was daar niet zo blij mee en dat gold nog sterker voor de gemeenteraad. Onbespreekbaar luidde het oordeel. Hamdorff verdiende wat beters, iets wat meer tegemoetkwam aan het Larense dorpskarakter. Dat werd dus een forse tegenstelling, een jarenlange impasse.
Een onorthodoxe doorbraak
Cees Meijer schrijft dat de impasse werd doorbroken door de fractievoorziitters Joop Sanders en Gertjan van Huijstee van VVD en CDA die het initiatief genomen zouden hebben voor een gesprek met Albada Jelgersma (AJ). Om tot een oplossing te komen. De werkelijkheid was anders
Voorjaar 1989 publiceerde AJ een artikel in de Laarder Courant de Bel, waarin hij zijn plan nog eens aanprees en met name hoog opgaf van de architectonische kwaliteiten. Ik zag dat heel anders en reageerde een week later met een kritisch artikel dat ik besloot met de opmerking “We moeten ons geen knollen voor citroenen laten verkopen”. De volgende avond belde Albada mij op. Hij was zeer boos. “U maakt mij uit voor leugenaar”. Ik maakte hem duidelijk dat dit geenszins het geval was, maar dat wij wel sterk van mening verschilden. Een en ander leidde tot een afspraak om een keer een kop koffie te drinken. Die afspraak vond plaats in mei 1989 in zijn werkkamer waar pontificaal twee
Brueghels aan de muur hingen. Ik werd vergezeld door Hanny Meulenkamp, voorzitter van Progressief Laren, waar ik toen fractievoorzitter van was.
Ik maakte AJ duidelijk dat er in de raad totaal geen steun was voor een supermarkt op het Hamdorffterrein. “Vergeet dat, het gaat niet gebeuren”. Albada snapte niets van de weerstand in de raad, het was toch een mooi plan. Ik heb het hem proberen uit te leggen, maar dat was lastig. Toen zei ik “Maar wellicht is er toch een manier om er uit te komen. Stel dat u iets bouwt op Hamdorff dat de steun van de raad kan verwerven en dat er een terrein beschikbar komt waarop u die supermarkt kunt bouwen, zouden we dan geen aardige oplossingsrichting hebben?” Hij keek hier van op. Maar was meteen geïnteresseerd. “Waar zou die plek dan moeten zijn, meneer Bierlaagh?” Ik had een plattegrond van Laren meegenomen en liet hem op de kaart de grond zien van het St Janterrein, die in eigendom van de gemeente was, met er pal tegenover een ruime parkeergelegenheid. Albada was verrast en gecharmeerd van het idee. Ik heb vervolgens mijn collega-fractievoorzitters ingelicht over dit gesprek, waarna Sanders en Van Huijstee ook gesprekken met AJ hebben gevoerd, waarop geleidelijk het zogeheten ‘Herenakkoord’ vorm kreeg : een afspraak tussen de vier fractievoorzitters en Albada over de koppeling van een supermarkt op St Jan en goede bebouwing op Hamdorff.
Zo werd de impasse op een wat onorthodoxe manier opgelost, maar er viel nog enorm veel werk te doen om alles in een juridisch sluitende vorm te gieten. Ik vond het een voorrecht om daar inmiddels als wethouder aan mee te mogen werken. Het bleek een heksentoer te zijn met steeds weer nieuwe haken en ogen. De gemeente had inmiddels via Heidemij, nu Arcadis, een vastgoedspecialist ingehuurd, Jan Wallenstein, die zijn gewicht in goud waard bleek te zijn. Wij hadden als gemeente te weinig kennis in huis om deze ingewikkelde materie afdoende te kunnen behandelen. Wallenstein adviseerde bij de bebouwing van het St. Janterrein en bij Hamdorff. De juridische vorm die werd gekozen bestond uit drie overeenkomsten. Eén contract voor de supermarkt, één contract voor Hamdorff en daarboven een zogeheten mantelovereenkomst die beide contracten nagelvast met elkaar verbond.
Weer een impasse
Het opstellen en uitonderhandelen van die overeenkomsten ging niet van een leien dakje Het was soms een gevecht op de vierkante centimeter met telkens nieuwe wendingen. Uiteindelijk liepen Unigro en de gemeente vast op vier hoofdstrijdpunten, ik weet niet meer precies welke dat waren. Maar de clash was fors, niemand wilde van wijken weten, hakken in het zand. Een nieuwe impasse was geboren, zeer tot mijn frustratie. Ik had geen zin in opnieuw maanden en wellicht veel langer vertraging. Tom Poes verzin een list! Op een morgen heb ik AJ op de zaak opgebeld. Het ging de verkeerde kant op. “Dat is niet goed voor u en niet goed voor mij.” Dat beaamde hij. “Ik wil u een wat gewaagd voorstel doen om een doorbraak te forceren. Er zijn vier strijdpunten. Twee daarvan zijn voor u, twee ervan zijn voor mij en ik kies als eerste.” “Waarom zou u als eerste mogen kiezen, meneer Bierlaagh?” “Omdat ik mijn gemeenteraad moet overtuigen, meneer Albada en dat is lastig genoeg, maar ik weet wat daarvoor nodig is.” AJ begreep dat, hij was al eerder een recalcitrante raad tegengekomen. Er moest intern overleg over gevoerd worden en daarna zou hij contact opnemen. Twee dagen later belde hij mij laat op de avond op. “Wij gaan erop in,” klonk het kort en krachtig. Ik sprong een gat in de lucht en vond dat ik wel een borrel verdiend had.
Opnieuw had een onorthodoxe benadering een patstelling doorbroken. Soms moet je wel eens wat.
De burgemeester
Cees Meijer heeft al uitgebreid aandacht besteed aan de rol van burgemeester Theo Hendriks in het geheel. Ik wil daar verder niet op ingaan en volsta met een enkele opmerking. Het College van B en W werkte doorgaans prima samen, er werd ook vaak gelachen. Maar zodra Hamdorff op tafel kwam, was het mis, en wel permanent. De burgemeester lag constant dwars. Ik had zoveel effectiever en efficiënter kunnen werken in een eensgezind College. Ik ben mijn collega Ineke Boogaard nog altijd dankbaar voor de loyale steun die ik van haar mocht ontvangen. De tegenstand leidde bij mij tot de nodige frustraties. Maar ja, zo gaan de zaken soms…
De supermarkt kwam er, Hamdorff werd gebouwd onder architectuur van Egbert Hoogenberk. De bevolking bleek er hoofdzakelijk tevreden over. De door tegenstanders voorspelde parkeer- en verkeerschaos bleef uit, de winkels aan de Nieuweweg bleken prima te passen en er kwam geen leegstand, toen niet. De rust keerde weer in ons mooie dorp.
*) Fok Bierlaagh was wethouder van Laren in de periode 1990-1994.