Jan Zondag (1891-1982)

Jan Zondag (1891-1982)

Een plattelander die voorbestemd was om boer te worden, maar kunstschilder werd. Jan Zondag werd op 13 april 1891 te Annen in Drenthe geboren, als oudste van een gezin van zeven kinderen. Hij was de zoon van Lucas Zondag en Geesje Redeker. Jan kreeg vijf zusters en één broer. Zijn vader was van beroep klompenmaker, had ook een boerderij en later nog een café. 

Mary van der Schaal

Dit artikel is afkomstig uit Kwartaalbericht 142 [2017-4]. Leden van de Historische Kring Laren ontvangen het kleurrijke glossy magazine 4 keer per jaar. U kunt hier lid worden. Losse nummers zijn à € 4 per stuk in de Lindenhoeve te koop, zolang de voorraad strekt.

Kunstschilder

Jan was dus voorbestemd om het bedrijf van zijn vader voort te zetten. Maar dat trok hem helemaal niet, hij wilde in het onderwijs. Jan kon goed leren; hij wilde naar de Rijkskweekschool. Wel kreeg hij toestemming van zijn vader als hij een studiebeurs zou krijgen; anders zat het er financieel niet in! Zijn wens ging in vervulling. Hij kreeg de beurs, werkte intussen op de boerderij en soms in het café. Het toelatingsexamen haalde hij op 16-jarige leeftijd. Zijn opleiding vond plaats in Groningen en hij ging daar in pension. Na de Rijkskweekschool haalde hij ook de hoofdakte die toen nog uit een extra opleiding van een jaar bestond. Daarbij slaagde hij ook nog voor de akten tekenen L.O. en M.O.

In 1911 beëindigde hij zijn studie en werd onderwijzer aan een school in Assen. Tijdens zijn studietijd bezocht hij zo nu en dan een museum in Assen en daar maakte hij kennis met Japanse houtsneden en Chinese schilderkunst. Een invloed die door zijn gehele werk een rol zou spelen. Na Assen kwam Jan terecht op een school in Wageningen. Hij las veel over de schilderkunst en allerlei kunstenaarslevens. Het Gooi interesseerde hem omdat in die omgeving meer gelegenheid was diverse kunstzalen in Amsterdam te bezoeken. In 1916 kreeg hij zijn zin en werd hij aangesteld als onderwijzer in Hilversum.

Tot hij overspannen raakte en voor zijn herstel naar Annen trok, waar zijn ouders nog woonden. Hij legde zich toe op portretschilderen en maakte meerdere portretten van zijn ouders en andere familieleden. Ook landschappen rondom het riviertje de Aa in de buurt van Schipborg (ligt onder Zuidlaren in Drenthe). Maar van Annen, de plaats waar hij geboren was, heeft hij de meeste idyllische plekjes vereeuwigd. Jan Zondag was dus een autodidact. Hij leerde van zien, proberen en was zeer ontvankelijk voor indrukken van buitenaf.

Hij wilde zijn wereld uitbreiden en ondanks dat hij zeer geliefd was als onderwijzer besloot hij, na een reis naar Parijs, om met het geven van onderwijs te stoppen. Dit was voor hem een grote beslissing, want als onderwijzer had hij een vast inkomen en dat zou hij dan ruilen voor een onzeker bestaan als beeldend kunstenaar. Maar in december 1922 verliet hij voorgoed het onderwijs en ging met zijn vriendin Nellie van Wassenaar, die hij in Hilversum had ontmoet, naar Frankrijk om daar een nieuw leven te beginnen.

In Montfort l’Amaury bij Parijs huurden zij een klein huisje, daar werd in 1924 hun dochtertje geboren. In de zomer gingen ze vaak naar Kortenhoef en Vreeland om in de wintermaanden weer richting Parijs of Zuid-Frankrijk bij Saint Tropez te trekken. In die periode maakte hij kennis met bekende kunstschilders als Claude Monet, Matisse, Kees van Dongen en de bekende componist Maurice Ravel, die ook in Montfort l’Amaury woonde.

In 1933 had hij zijn eerste expositie in Amsterdam bij Van Lier en Van Wesseling, en verder exposeerde hij in Groningen, Assen, Nijmegen en Hengelo. Hij heeft gewoond en gewerkt in Parijs, Gros Rouvres, (Seine et Oise) Mausanne, (Provence) Griekenland, Kortenhoef, Eemnes (aan de Heidehoek 12), Laren (Drift 9) en Blaricum (Binnenweg). Zijn werk was haast subtiel te noemen, het straalde eenvoud en licht uit. Als men er naar keek kreeg men een warm gevoel van binnen. Zowel in zijn aquarellen, pastels, pentekeningen en olieverfwerken. In 1938 keerden het gezin weer terug naar Parijs, waar zijn kunstvrienden hen aanraden om in verband met de oorlogsdreiging terug te keren naar Nederland. In Eemnes vonden zij toen een woning.

Veel van zijn in Frankrijk gemaakte schilderijen zijn in diverse ateliers achtergebleven en na de oorlog niet meer teruggevonden. De oorlogsjaren waren voor het gezin, zoals bij iedereen, een moeilijke periode. Zijn vrouw Nellie overleed in 1943. Na de oorlog schilderde Jan alleen nog grote doeken met landschappen rond het IJsselmeer en heidelandschappen en gezichten op rivieren en plassen.

In 1954 trouwde Jan opnieuw en nu met Agaath Buis. Zij gingen in Blaricum wonen en in 1976 vertrokken zij weer naar Laren. Hij was in Blaricum al lid geworden van de Gooische Schildersvereniging waar hij de kunstschilder Rudolf Bonnet leert kennen. Een hechte vriendschap ontstond. Zij reisden samen naar Griekenland om daar te schilderen. Toen hij weer thuis kwam verhuisden zij naar het Rosa Spierhuis in Laren waar zijn tweede vrouw Agatha in 1981 kwam te overlijden. Hij verhuisde naar zijn dochter in St. Jansklooster, waar hij weer een eigen plek had om te wonen en te werken. Aan een vriend schreef hij dat hij zo gelukkig was met de goede zorgen van zijn kinderen en dat hij samen met zijn dochter Loekie weer schilderde. Hij kwam weer tot rust en overleed in 1982.

Bronnen: Anne Frost, Kasper Niehaus, internet, Pieter Scheen