In memoriam: Prof. Maarten Mauve (99)
Op 18 januari is Professor Maarten Mauve – drie maanden voor zijn honderdste verjaardag – in Laren overleden. Hij was de laatste kleinzoon van de beroemde schilder. Te midden van zijn familie vond op 23 januari in kleine kring de crematie plaats. Vijf jaar geleden ter gelegenheid van het 100-jarig bestaan van de Mauvepomp maakte Leo Janssen het volgende interview met hem:
Dit artikel is afkomstig uit Kwartaalbericht 119 [2012-1]. Leden van de Historische Kring Laren ontvangen het kleurrijke glossy magazine 4 keer per jaar. U kunt hier lid worden. Losse nummers zijn à € 4 per stuk in de Lindenhoeve te koop, zolang de voorraad strekt.
Leo Janssen
De laatste kleinzoon van de beroemde schilder
De professor is een bescheiden man en hoog bejaard. Samen met zijn vrouw woont de 95-jarige anesthesist in ruste nog thuis in hun smaakvol ingerichte villa. Een aquarel van zijn grootvader aan de wand. Wanneer ik hem vraag hoe je nou zijn naam uitspreekt, klinkt het niet echt als Mauve, maar ook weer niet als Moove. Eigenlijk er precies tussen in, hoewel hij zich ook wel tantes uit zijn vroegste jeugd herinnert die de familienaam heel geaffecteerd uitspraken als Meuve. Hij doet het na en lacht een beetje meewarig. De plotselinge belangstelling voor zijn grootvader voor het komende Anton Mauvefeest op 16 september overvalt hem. Het liefst zou hij samen met zijn vrouw er nog een weekend met de auto op uittrekken naar een rustig hotel ergens in Twente, wanneer er nog een paar mooie zomerse dagen aankomen. Hij ziet het wel als het zover is. Een beeld van zijn grootvader heeft hij niet echt. “Er werd niet zoveel over gesproken”, zegt hij haast vanzelfsprekend. “Mijn vader Rudolf Carl was door het overlijden van zijn moeder zes jaar na de plotselinge dood van haar man al op zijn negende wees en is bij anderen opgegroeid. Dat gezin is eigenlijk vroeg opgehouden te bestaan. Wat ik weet, heb ik ook maar van horen zeggen. Zijn kinderen zeiden vroeger altijd, dat Anton Mauve een alleraardigste lieve kerel was. Wat ik me wel kan herinneren is dat we vroeger thuis nogal wat schilderijen van mijn grootvader hadden, die later weer in andere handen zijn overgegaan. Ik vond ze prachtig. Hoe moet ik het zeggen. Zeer vertrouwd. Je bent er mee opgegroeid.”
Zijn vader Rudolf Carl Mauve was architect en later secretaris van de schoonheidscommissie in Den Haag. Na zijn HBS tijd in Scheveningen, ging de jonge Maarten Mauve in Leiden medicijnen studeren. In 1939 begon hij als huisarts een praktijk in Heemstede. Kort daarna brak de oorlog uit. Na de bevrijding kreeg hij belangstelling voor de anesthesie. In 1949 richtte hij samen met 4 andere medici de Nederlandse Anesthesisten Vereniging op. “Ik was de oudste van het ‘soepie’ en werd voorzitter. We hebben ons best gedaan om het vak binnen de medische wereld geïntroduceerd te krijgen. De status van toen was minimaal. De jongste zuster die de verdoving deed, werd nog in de gaten gehouden door de chirurg. Eigenlijk zijn we bezig geweest om van wat zij daar deed een specialisme te maken. Nu heeft de chirurg de handen vrij en zijn we een van de grootste specialistenverenigingen van ons land. Voor ons allen is het een moeilijke tijd geweest.” De kinderchirurgie had zijn grote interesse.
Drie van zijn vier kinderen vindt hij artistiek aangelegd. Ook bij zijn kleinkinderen ziet hij opvallende talenten. Maarten Mauve schreef in zijn spaarzame vrije tijd voor zijn kinderen boeken die hij zelf illustreerde. “ De kleintjes keken het liefst plaatjes.” In Laren woont hij sinds 1969. Wanneer ik hem vraag, wat het hem doet, dat Laren ook wel ‘Het land van Mauve’ wordt genoemd, reageert hij nogal verbaasd en nuchter.“ Dat vind ik overdreven. Er zijn hier zoveel schilders geweest van grote betekenis.” Zijn reactie komt meer voort uit bescheidenheid dan dat hij de grootsheid van het werk van zijn grootvader zou ontkennen.“Er zijn bijzondere mensen in onze familie geweest, waarvan de schilder Anton Mauve er een was. Zelf ben ik er ook maar een van ‘12 in een dozijn’. Wij Mauve’s treden niet zo graag op de voorgrond. Mijn vader had dat. Zelf heb ik er ook een hekel aan”. Wanneer ik hem zeg dat hij daarin op zijn grootvader lijkt, verschijnt er een lach in zijn ogen.“Ik ben al bijna een eeuw oud.”