Geen St. Jansprocessie in 2020

Geen St. Jansprocessie in 2020

Toen ik hoorde dat dit jaar als gevolg van de coronamaatregelen de St. Jans­processie geen doorgang zou vinden, dacht ik meteen: betekent dit niet het einde van de processie? Want als oudere Laarder heb ik regelmatig in mijn jonge jaren horen vertellen dat de processie van Laren elk jaar beslist moest uittrekken anders zou de processie nooit meer over de openbare weg mogen trekken. Dit als gevolg van het processieverbod. Maar volgend jaar hoopt de Broederschap van St. Jan niettemin opnieuw de processie naar het St. Janskerkhof te kunnen houden. Hoe zit dat nu precies? Het resultaat van mijn onderzoekje leest u hieronder.

Dit artikel is afkomstig uit Kwartaalbericht 153 [2020-3]. Leden van de Historische Kring Laren ontvangen het kleurrijke glossy magazine 4 keer per jaar. U kunt hier lid worden. Losse nummers zijn à € 4 per stuk in de Lindenhoeve te koop, zolang de voorraad strekt.

Cees Meijer

De processie móet uittrekken …of toch niet?

In de oorlogsjaren 1942 tot en met 1944 trok de St. Jansprocessie niet uit door een verbod van de Duitse bezetter, mede als gevolg van ongeregeldheden in 1941 na afloop van de processie toen een WA-groep (NSB’ers) uit Hilversum een demonstratieve mars hield in het dorp. De plechtige optocht met het meedragen van het H. Sacrament onder het baldakijn plus de gebruikelijke vaandels en kerkelijke attributen werd toch gehouden maar dan binnen de ‘beslotenheid’ van de basiliek. In die jaren rechtvaardigden de buitengewone omstandigheden dat de processie niet over de openbare weg uittrok naar het St. Janskerkhof. 

Ook is er het verhaal dat men wel eens op het punt heeft gestaan de processie wegens hevige en langdurige regenval af te gelasten, maar dat men ervan afzag in verband met een mogelijk toekomstige verbod voor het houden van een openbare processie. Volgens de secretaris van de St. Jan Broederschap, Frans Bierlaagh, heeft zich echter zo’n moment nooit voorgedaan. Wel is er omstreeks 1980 eens vijf minuten gewacht met het uittrekken wegens hevige regenval, maar ging om 11.05 uur de processie toch op weg naar het kerkhof. “Ter hoogte van het toenmalige politiebureau was ik al nat tot op mijn hemd”, herinnert Frans zich. Ook een heel natte processie was er in 2012, het regende aaneengesloten van 6.30 tot 15 uur; uit voorzorg zijn toen de vaandels niet meegedragen in de processie.

Koninklijk Besluit 1822

De Grondwet van 1815, de eerste grondwet van het Koninkrijk der Nederlanden (toen nog inclusief het huidige België) erkende geen processies. Koning Willem I, bijgenaamd de Koopman-Koning, vond al die katholieke feestdagen maar niks, want dat leidde tot verlies van arbeidsuren, en het stond de economie en verhoging welvaart in de weg. Bovendien had hij als protestant een afkeer van het rooms vertoon met priesters in hun kerkelijke gewaden en liturgische voorwerpen op de openbare weg. Niettemin moest hij wel rekening houden met de overwegend katholieke bevolking in de Zuidelijke Nederlanden (het latere België) waar toen uitgerekend de voor de nieuwe economie belangrijke moderne industriebedrijven waren gelegen. In 1822 kwam daarom een Koninklijk Besluit (KB) af; dat was toen nog een persoonlijk besluit van de koning zelf. Het KB van 1822 stond processies op de openbare weg toe maar wel met de nadere bepaling dat “het houden van openbare processieën zal worden toegelaten in die gemeenten der Noordelijke provincieën (Nederland zonder Limburg tot 1867 – cm) alwaar zulks zonder interruptie altijd heeft plaatsgehad. Dit is het geval met sommige gemeenten in Noord-Brabant, Gelderland en Zeeland, mitsgaders met de gemeente Laren in Noord-Holland, welke gemeente uitsluitend een Katholieke bevolking bevat”. De hier aangehaalde tekst van het KB van 1822 heb ik letterlijk overgenomen uit het boek over de Sint Jansprocessie van de Gooise historicus A.J.C. de Vrankrijker (zie aldaar p.76-77).

De Vrankrijker schrijft vervolgens dat vanwege de zinsnede ‘zonder interruptie’ (onderbreking) de Laarders een en ander aldus hebben opgevat dat de processie elk jaar beslist moet worden gehouden en dat anders het recht vervalt, of anders gezegd: bij onderbreking met één jaar treedt het processieverbod alsnog in. Tot slot merkt de Gooise historicus nog op dat noch het Besluit van 1822 noch de latere grondwet van 1848 een verplichting inhoudt voor de toekomst, dus een jaar overslaan mag dus wél. In de oorlogsjaren 1942 tot en met 1944 is dat zoals gezegd feitelijk ook gebeurd, want de processie trok toen niet uit over de openbare weg.

De zinsnede ‘zonder interruptie’ slaat bovendien uitsluitend op de processies die zonder onderbreking hebben plaatsgevonden vóór het uitvaardigen van het KB van 1822. Maar vóór dat jaar kende Laren helemaal geen (formele) processie; wel een bidtocht of bedevaart naar het St. Janskerkhof. Kortom: De St. Jansprocessie heeft nooit de verplichting gekend elk jaar – met uitsluiting van alle omstandigheden – de ommegang naar het St. Janskerkhof te maken. Zie hier het antwoord op mijn vraag.

Grondwet van 1848

De Grondwet van 1848 is onze eerste ‘democratische’ grondwet en vormt nog steeds de basis voor onze huidige grondwet. Er kwam volledige godsdienstvrijheid in ons land, dus ook voor de Nederlandse katholieken.

In de zogeheten Pot-Donner, een bekend en gerenommeerd handboek van het Nederlandse staatsrecht, wordt bij de bespreking van die grondwet gezegd dat de wetgever in 1848 wat betreft processies de bestaande rechtstoestand wil ‘bevriezen’ (11e druk, p. 263). Die ‘rechtstoestand’ is dan de inhoud van het KB van 1822: processies in gemeenten in de noordelijke provincies “waar zulks zonder interruptie altijd heeft plaatsgehad”. Een soortgelijke verklaring dus als De Vrankrijker geeft.

De historicus en ‘processie-wetenschapper’ Peter Jan Margry haalt echter in zijn bijdrage aan Getuigenis op straat, het jongste standaardwerk over de St. Jansprocessie, deze interpretatie – en dus ook die van De Vrankrijker – onderuit. De zinsnede waarin Laren wordt genoemd komt volgens Margry zelfs helemaal niet voor in het KB van 1822. Hoe zit ’t dan precies? 

Processieverbod gehandhaafd

Door de aanvaarding van de Grondwet van 1848 was het mogelijk in 1853 de bisschoppelijke hiërarchie te herstellen. Maar aangezien de politieke macht tot zeker 1918 bij protestantse en (conservatief-) liberale partijen lag, vreesden de opstellers van de nieuwe grondwet bij voorbaat verzet van de protestanten tegen dit herstel en hebben zij daarom ter compensatie een processieverbod ingesteld. Dat kwam te staan in artikel 167: “openbare godsdienstuitoefening buiten gebouwen en besloten plaatsen” bleef verboden. Bij dat grondwettelijk verbod werd het KB van 1822 expliciet aangehaald, aldus Margry. De Vrankrijker zou volgens Margry om de uitzondering voor Laren op het processieverbod te verklaren dit hebben ‘teruggeprojecteerd’ in het KB van 1822, maar ten onrechte dus (Getuigenis, p.38). Ik zou vervolgens natuurlijk zelf het Staatsblad, waarin het KB van 1822 toen is gepubliceerd, erop na kunnen slaan, maar ook hier gooit de corona­crisis roet in het eten. De afdeling van de Koninklijke Bibliotheek waar alle staatsbladen in een open opstelling zijn te raadplegen is tijdelijk gesloten voor het publiek. 

Toch is voor Laren toen wel degelijk een uitzondering op het processieverbod gemaakt. Waarom en hoe Laren die uitzondering in 1848 heeft gekregen is onduidelijk. De lobbyactiviteiten van de Larense burgemeester Van den Brink (actief van 1817 tot 1862) hebben hierbij waarschijnlijk een rol gespeeld. Daarbij kwam dat de overheid niet beschikte over goede definities van bedevaart, omgang of processie plus tel daar de verwijzing naar het KB van 1822 bij op en de verwarring is compleet. De bidprocessie of -tocht, die in Laren vanaf ongeveer het eerste kwart van de 19e eeuw werd gehouden, was zoals hierboven al gezegd geen echte processie, maar een groepsgewijze omgang van parochianen en bedevaartgangers van de kerk naar het kerkhof onder leiding van de pastoor. Wel werd er toen al het processiekruis meegenomen en werd er gezamenlijk gebeden (de misvatting van De Vrankrijker??) Tot heden is dit de algemeen aanvaarde verklaring voor de processievrijheid die Laren, in elk geval vanaf 1848, heeft gehad. Al met al dus een veel ingewikkelder kwestie dan ik vooraf had gedacht. 

Grondwet van 1983

Het duurde nog enige tijd totdat in 1983 de sterk gewijzigde Grondwet werd aanvaard zonder een processieverbod. Met de afschaffing van het processieverbod bijna veertig jaar geleden is ook het KB 1822 niet meer van belang: Laren kan dus rustig een jaartje de processie overslaan. 

De emancipatie van de katholieken en hun groeiende politieke invloed zorgden er zeker na de invoering van het algemeen kiesrecht in 1917 voor dat het processieverbod door het katholieke volksdeel steeds meer als willekeurig en grievend werd ervaren en tot in de jaren vijftig van de vorige eeuw leidde dat regelmatig tot de nodige onrust. De Hoge Raad moest er zelfs enkele keren aan te pas komen, maar voorlopig veranderde er niets. De kerkelijke vernieuwingen en de oecumene van de jaren zestig namen de heersende gevoeligheden grotendeels weg; protestanten begonnen zich minder te storen aan processies. In een eerste proeve van een nieuwe grondwet stelde de Commissie Cals-Donner daarom niet geheel verrassend voor het processieverbod van artikel 167 te schrappen. Alleen de SGP sprak zich in het debat hierover uitdrukkelijk uit vóór handhaving van het gebod. 

Covid-19 virus

Ondanks de huidige processievrijheid heeft de Broederschap van St. Jan dit jaar de processie terecht afgelast. In het nieuwe artikel 6 Grondwet dat na 1983 de vrijheid van godsdienst en levensovertuiging regelt werd nog wel vastgelegd dat wettelijke regels kunnen worden gesteld ter zake van de godsdienstuitoefening in de openlucht en in het openbaar (‘buiten gebouwen en besloten plaatsen’) als het gaat om de bescherming van de gezondheid, in het belang van het verkeer en ter voorkoming van wanordelijkheden. Ziedaar de wettelijke basis van de afgelasting van de St. Jansprocessie van 2020: Covid-19 virus is een gevaar voor de volksgezondheid. 

Bronnen: A.J.C. de Vrankrijker en Gabr. Smit, Sint Jan, de Sint Jansprocessie van Laren in het Gooi (Broederschap van Sint Jan, 1952); Handboek van het Nederlandse Staatsrecht (C.W. van der Pot), bewerkt door A.M. Donner ( Tjeenk Willink, 1983); Noud Smelt, Broederschap, in: Kwartaalbericht HKL 124 (2013-2); Frans Bierlaagh, Lezing St. jansprocessie, in: Kwartaalbericht 149, (2019-3;, Leo Janssen, Karel Loeff (red.), Getuigenis op straat. De Larense Sint Janstraditie (Uitgeverij Noord-Holland, 2005); Processieverbod opgeheven, uit: Digibron 24-11-1984; www.sintjansprocessie.nl-geschiedenis.