De weduwe Dijkstra-van Asperen (1866–1934)

De weduwe Dijkstra-van Asperen (1866–1934)

Liefst 22 treffers levert het opvragen van de Friese achternaam Dijkstra op de website www.larensevoorouders.nl op. Zeven treffers zijn direct aan de weduwe IJttje Dettje Dijkstra-van Asperen gerelateerd. Hoe kwamen die Dijkstra’s in Laren terecht?

Dit artikel is afkomstig uit Kwartaalbericht 158 [2021-4]. Leden van de Historische Kring Laren ontvangen dit kleurrijke glossy magazine 4 keer per jaar. U kunt hier lid worden. Losse nummers zijn à € 4 per stuk in de Lindenhoeve te koop, zolang de voorraad strekt.

Tekst: Ron van den Berg

Zouden ze een fotograaf hebben besteld of hebben ze, mevrouw IJttje Dettje Dijkstra-van Asperen en haar dochter Anna Gerda Dijkstra, elkaar gefotografeerd, voor dat welig begroeide huis met die vermoedelijk rood-witte luikjes? Als de foto’s voor de gelegenheid – een paspoortaanvraag van 1926 – zijn gemaakt dan zou het heel goed om het huis aan de Zwaluwenweg 300 (15?) in Blaricum kunnen gaan, het huis, waar IJttje Dettje (Jet) van Asperen, in 1911 gescheiden van de in augustus 1915 overleden theehandelaar Hendrik Dijkstra, toen woonde. 

Ze kwamen uit Friesland, uit Leeuwarden om precies te zijn. Zij was de dochter van een poelier, hij de zoon van Rients Hendrik Dijkstra, oprichter/eigenaar van een gelijknamige firma in koffie en thee. Ze trouwden in 1888 in Leeuwarden. Met hun vier kinderen (een vijfde was een jaar na zijn geboorte, overleden) trekken ze in juli 1902 naar het westen, naar Laren waar ze een jaar later aan Steenbergen 1 de villa ‘Berghoeve’ kopen. Tot 1910 wonen ze in dat niet kinderachtige optrekje. Dan verhuizen ze naar Apeldoorn en bieden ze ‘Berghoeve’ te huur aan. 

Links: IJttje Dettje Dijkstra-van Asperen en rechts: Anna Gerda Dijkstra in 1926.

Boedelverdeling
Als Hendrik en IJttje Dijkstra in 1911 besluiten hun huwelijk na 23 jaar te beëindigen valt er een hoop te regelen. Ze zijn in gemeenschap van goederen getrouwd dus de boedel moet verdeeld worden. Op de akte van verdeling staan, behalve villa ‘De Zwaluw’ in Aerdenhout, onder meer ook twee villa’s in Laren: het al genoemde ‘Berghoeve’ en ‘Zandhoeve’. Die laatste villa komt uit de erfenis van Rients Hendrik Dijkstra, Hendriks in 1908 overleden vader die in die tijd ook in Laren woonde. Een jaar voor zijn dood had hij het pand aan het Mauvezand (13, rond 1938 omgenummerd naar 19) voor ƒ 5900,- gekocht uit de nalatenschap van Arnold Kerdijk, sociaal-liberaal politicus (o.a. lid van de Tweede Kamer) en journalist die in Laren niet de rust had gevonden waarnaar hij op zoek was geweest. Hij maakte een eind aan zijn leven.

Hoewel er dure advocaten aan te pas komen, lijkt de scheiding in goede harmonie te zijn afgewikkeld. Allebei de villa’s in Laren gaan naar IJttje die bovendien nog ƒ 700,- per maand krijgt voor haar levensonderhoud en voor de opvoeding van de kinderen, alsmede de helft van de jaarlijkse uitkering die Hendrik ontvangt uit de Firma R.H. Dijkstra. Ze hoeft, mag je voorzichtig concluderen, niet op een houtje te bijten. 

Na de scheiding woont IJttje kort in Apeldoorn en keert dan terug naar ‘Berghoeve’ dat ze in 1914 uiteindelijk verkoopt. Haar andere villa, ‘Zandhoeve’, wordt het volgende adres van haar en haar twee dan nog minderjarige kinderen Hendrik Duco en Anna Gerda. Als hun vader, die in zijn Aerdenhoutse villa ‘De Zwaluw’ is gaan wonen, in augustus 1915 overlijdt, behartigt IJttje hun belangen.

Handelsblad 6-3-1910. ‘Berghoeve’ wordt verhuurd aan H.P.J. Tutein Nolthenius, oud-burgemeester van Apeldoorn. IJttje zal er na haar echtscheiding zelf ook nog een tijdje wonen.

Zwaluwenweg Blaricum
Wanneer precies mevrouw Dijkstra-van Asperen naar de Zwaluwenweg in Blaricum vertrekt, was aanvankelijk niet goed te achterhalen. In een interview met de Larense kunstschilder J.P.Ch. Benner in De Bel van 3-11-1936 staat dat deze dan al 18 jaar in ‘Zandhoeve’ woont. Dat zou betekenen dat IJttje de villa in 1918 aan Benner heeft verkocht of verhuurd en toen uit Laren is vertrokken. Gebleken is dat Jet Dijkstra-van Asperen zich op 20 april 1919 in Blaricum inschreef, vier maanden later gevolgd door oudste dochter Nina Jacoba (Leeuwarden 1890) en haar twee jaar oudere broer Popke (1864). 

In Blaricum krijgt ze voor de tweede keer in haar leven het verlies van een kind te verwerken: de plotselinge dood, in 1919, van haar dan 26-jarige zoon Rients Hendrik, arts in Emmercompascuum.

Leeuwarder Nieuwsblad 1-12-1932.

Terug naar Laren
Na een kleine tien jaar aan de Zwaluwen­weg te hebben gewoond, mogelijk samen met dochter en/of met haar broer, gaat ‘de weduwe Dijkstra’ toch weer naar Laren terug. In 1927 voegt ze zich daar op de Van Wulfenlaan (8a en 8b) bij haar dochters Nina Jacoba – al eerder naar Laren teruggekeerd – en Anna Gerda (Leeuwarden, 1897), verpleegster; die van de fotoshoot in 1926. Ook IJttjes dan enige zoon Hendrik Duco woont daar. Hij is geboren in Leeuwarden in 1895, een half jaar na de dood van zijn 9 maanden oud geworden broertje van wie hij – in die tijd goed gebruik, lijkt het – de namen heeft gekregen. Hendrik Duco wordt theehandelaar, net als zijn vader die hij opvolgt bij de Firma R.H. Dijkstra (in koffie, thee en tabak, eerst in Leeuwarden, later ook in Amsterdam aan de Duivendrechtsekade). 

Maatschappelijk actief
Terug naar Jet Dijkstra-van Asperen. Zoals het een welgestelde dame uit die tijd betaamt, maakt ze zich verdienstelijk op maatschappelijk gebied. Zo zit ze jarenlang in het bestuur van de Nederlandse Protestantenbond (waarvan het kerkgebouw aan de Velthuysenlaan staat), is secretaris van de Vereeniging voor Wijkverpleging (en Bestrijding van Tuberculose) en neemt in 1909 mede het initiatief tot oprichting van de Afdeling Laren/Blaricum van het Centraal Genootschap voor Kinderherstellings- en Gezondheidskolonies. Ook daar zit ze – als secretaris, later als voorzitter – in het bestuur. In mei 1934 wordt het zilveren jubileum van de Afdeling gevierd. IJttje Dettje Dijkstra-van Asperen geeft daar ’wegens langdurige ongesteldheid’ geen acte de présence. Op 22 augustus van dat jaar overlijdt Jet van Asperen geboren op 9 april 1866, ‘zacht en kalm te Laren’.

N.B.: De pasfoto’s uit dit artikel zijn afkomstig van het Streekarchief Gooi en Vechtstreek te Hilversum (SAGV).