De Vliegende Hollander
Het blad “De Vliegende Hollander” werd verspreid door de geallieerde luchtmacht. Bij tijd en wijle werden deze blaadjes met vliegtuigen, meestal in het buitengebied, uitgestrooid. Soms hingen ze in de bomen en kon ik er niet bij komen. Maar de blaadjes die in de hei of op de akkers lagen nam ik allemaal mee. Ik moest er zo mogelijk altijd zeker 10 vinden. Die stopte ik dan onder mijn bloes of trui en nam ze mee naar huis.
Dit artikel is afkomstig uit Kwartaalbericht 132 [2015-2]. Leden van de Historische Kring Laren ontvangen het kleurrijke glossy magazine 4 keer per jaar. U kunt hier lid worden. Losse nummers zijn à € 4 per stuk in de Lindenhoeve te koop, zolang de voorraad strekt.
’s Avonds, na spertijd, als er niemand meer op straat liep, ging ik met twee paar sokken aan, want ik had alleen maar klompen, de buurt in en deed de krantjes bij enkele mensen in de bus. Dezelfde mensen die ook de illegale blaadjes ontvingen. Ik ontdekte toen dat bij oude huizen geen brievenbus was. Maar de stenen drempels waren uitgesleten en zo kon je er een blaadje onder door schuiven. Bij de Historische Kring liggen ook enkele Vliegende Hollanders in het archief.
De bevrijders waren onderweg, maar het zou nog een akelige lange hongerwinter duren. Maar we hielden stand. De schrijver A. den Doolaard schreef een column in het blad van 17 november 1944. In de staart van het verhaal schrijft hij:… “dadelijk na de verjaging van de vijand uit ons land, zal heel Nederland één grote scheepswerf zijn, waar gezwoegd zal worden aan het schip van ’t nieuwe staatsbestaan. Niets nieuws is dit voor Nederland; wij deden het reeds één maal. Het volk, dat na de Spaanse furie van de tachtigjarige oorlog een gemene best opbouwde dat de verbindingen der wereldzeeën beheerste, tientallen jaren lang; het volk, dat terwijl sommigen van zijn steden nog belegerd werden, reeds om de Noord trachtte te varen naar een Indisch Rijk, waarvoor het in volle oorlog de grondslag legde; een volk van vernuftelingen, dat een Leeghwater voortbracht – o diep zinnebeeldige van Hollands stoeren strijd tegen de elementen – een Leeghwater die enkel met windkracht land uit water won: een volk, dat in de twintigste eeuw de grootste dijk en de grootste kunstmatige haven bouwde; dit volk van ingenieurs, vaklieden en polderjongens – het zal nimmer bij de pakken neerzitten op de kale puinvlakte rond de St. Laurenstoren (Rotterdam) maar het zal, gedreven aan het geloof aan zijn toekomst, doorzetten tot het bouwen zal een schip van staat , dat varen zal als nooit te voren!” Aldus A. den Doolaard.
Bep (G.L.) De Boer