Rob Moscou: ontsnapt aan vernietiging

“In mijn jeugd in de jaren vijftig hoorde ik het grapje ‘Moscou aan de Vredelaan’.” Het was midden in de Koude Oorlog en vrede was toen, voor zover het de verhouding met de Sovjet-Unie aangaat, een ‘gewapende vrede’. Het is de Laarder Rob Moscou (geboren 12 januari 1942 te Amsterdam) die mij over het grapje vertelt.
Dit artikel is afkomstig uit Kwartaalbericht 172 [2025-2]. Leden van de Historische Kring Laren ontvangen het kleurrijke glossy magazine 4 keer per jaar. U kunt hier lid worden. Losse nummers zijn à € 9,50 per stuk in de Lindenhoeve en bij Bruna en de Larense boekhandel te koop, zolang de voorraad strekt.
Tekst: Wim Keizer
In 1946 kwam Rob op vierjarige leeftijd aan de Vredelaan te Laren wonen, bij Dé en Ro Moscou. Sinds 5 mei 1945 was er vrede, maar vrede was het niet in de eerste jaren van zijn leven. Integendeel, het was oorlog en Rob heeft de verschrikkingen aan den lijve ondervonden, op zeer jonge leeftijd. In zijn jeugd en werkzame leven als volwassene heeft hij weinig stil gestaan bij zijn afkomst. Pas later ging hij op onderzoek uit en ontdekte hij wie hij was.
Bij zijn geboorte in Amsterdam kreeg hij van zijn Joodse ouders Max Verdooner (1908-1943) en Sara Verdooner-Walg (1902-1943) de naam David Salomon Verdooner. De vervolging van Joden was al begonnen en in 1943 kregen zijn ouders een oproep voor de Hollandsche Schouwburg, de plek waar vandaan Joodse mensen naar Westerbork werden gebracht. Rob: “Wij hadden wel vijf keer een oproep gehad, steeds was het te druk en werden we teruggestuurd. Pas bij de zesde keer werden mijn ouders op transport gezet, zonder mij, want ik had roodvonk, zeer besmettelijk, en de Duitsers waren bang voor dergelijke ziektes.”
Rob vertelt hier zelf geen herinneringen aan te hebben, maar het verhaal later gehoord te hebben van zijn oom, de bakker Meijer Verdooner, die de oorlog overleefd had. Zijn biologische ouders, van wie hij slechts twee foto’s heeft, zijn in juni 1943 vermoord in Sobibor. Rob is nagegaan wie er uit zijn stamboom nog meer vermoord zijn en hij kwam tot 236 personen.

Naar Friesland
Als 1-jarige baby is Rob, die toen nog niet zo heette, door een Amsterdamse studente uit het studentenverzet die medicijnen studeerde, Ida (Iet) van Dijk, op een boot naar Lemmer gebracht en vandaar naar een onderduikadres in het Friese IJlst. “Ik heb daar bij christelijke pleegouders in de hoofdstraat gewoond, Dirkje en Jaap de Vlugt. Het was een gezin met vier kinderen, drie meisjes en een jongen. Iedere zondag moesten we naar de kerk en mocht ik op het orgel spelen. Ik sliep met de zoon in één bed in een bedstee, hij leeft nog en is bijna 100.”
Rob zegt dat hij dus drie ouders heeft gehad: zijn biologische ouders, zijn pleegouders en zijn adoptieouders.

Geadopteerd
Dé Moscou en Ro Moscou-Heiligers uit Laren hadden zich na de oorlog aangemeld bij de Commissie Oorlogspleegkinderen (OPK), die er voor verantwoordelijk was dat kinderen van wie de ouders in de oorlog waren omgekomen of vermoord in een Joods pleeggezin konden worden opgenomen. Zelf hadden zij geen kinderen. Op die manier kwam Rob als vierjarig kind in 1946 op de Vredelaan in Laren te wonen en kreeg hij de achternaam van zijn pleegvader, Moscou, en de voornaam Robert (Rob).
Rob vertelt dat hij een ‘adoptienicht’ heeft. De zuster van zijn adoptiemoeder en haar man, Lien Rijxman-Heiligers en Leo Rijxman, hadden ook een kind geadopteerd, een meisje, Betty, en zo werden ze neef en nicht. “De twee mannen, mijn pleegvader en zijn zwager, hebben mij uit IJlst opgehaald.”

Vader opgevolgd
Rob laat weten in Laren een fijne jeugd te hebben gehad. Aan de eerste vier jaar van zijn leven heeft hij weinig herinneringen en pas later is hij zich bewust met zijn oorlogsverleden bezig gaan houden. “Mijn adoptievader had een textielbedrijf. Ik hield erg van jazzmuziek en kon in ons huis op mijn drumstel zo veel lawaai maken als ik wilde. Vanaf 1955 tot zijn dood in 1956 heb ik drumles gehad van Wessel Ilcken, een zeer bekende, moderne jazzdrummer. Hij was de eerste echtgenoot van jazz-zangeres Rita Reys. In diverse formaties heb ik drums gespeeld, bijvoorbeeld met de dixieland-band van het Baarns Lyceum en met mijn eigen trio: moderne jazz; piano, bas en drums. Quartet en Quintet, genoeg variaties. Wij speelden vaak in de zaal van de Boerenhofstede en wel op zaterdagavonden, waarbij werd gedanst, ook in de AMVJ in Blaricum.

Ik zat op de Gooische School en daarna op de Heideveld-mavo in Laren en het Nieuwe Lyceum in Hilversum. Ik wilde graag piloot worden, maar mijn vader wilde mij erg graag als opvolger in zijn bedrijf en dat kon ik hem niet weigeren. Zo kwam ik op de Textielschool in Enschede. Ik heb gehockeyd in Laren en ook vanuit Enschede kwam ik hockeyen in Laren. Toen ik op de Textielschool zat, moest ik gekeurd worden voor militaire dienst en dat gebeurde in Almelo. Als dienstplichtig militair werd ik geplaatst in de Palmkazerne in Bussum, dus dichtbij Laren. De wedde ging naar mijn adoptieouders, maar die kreeg ik van hen terug en ik heb daar later een zeilboot van gekocht.”
Rob vertelt verder dat hij in Bussum officier werd en avondoefeningen moest leiden. ”Dan belde ik mijn adoptiemoeder of er bier kon zijn en kwamen mijn onderofficieren en ik naar de Vredelaan en lieten wij de zeventig manschappen ruim een half uur op de heide achter voor we terugkeerden. Ik ben twee jaar in dienst geweest, van 1962 tot 1964.”


Woonplekken
In 1966 trouwde Rob met Yvonne Levi. Ze verhuisden naar Amsterdam, waar hij werkte bij zijn vader in een textielgroothandel, de laatste tien jaar met de naam Trend Fashion. Voor dat werk heeft hij veel moeten reizen. Na Amsterdam hebben Rob en Yvonne 32 jaar aan de De Ginckellaan in Crailo (gemeente Huizen) gewoond, “bijna tegenover de Palmkazerne”, zoals Rob zegt. Nu wonen zij in Laren.
Rob en Yvonne hebben twee kinderen, Vivian (geboren 1968) en Renzo (geboren 1971).
Yad Vashem
In 2000, na zijn pensionering, is Rob vrijwilliger geworden bij Yad Vashem. “Daar ben ik nu bijna 25 jaar mee bezig, mijn taak is controleren van aanvragen voor Yad Vashem-onderscheidingen, nagaan of de verhalen kloppen. Pas toen kwam ik op het idee om zelf ook eens te kijken naar mijn eigen verleden.” Hij is ook spreker geworden bij het ‘Steunpunt Gastsprekers WO II – Heden’, om op scholen zijn oorlogsverhaal te vertellen.
Sprekend over Yad Vashem laat Rob mij knipsels zien en verwijst hij naar websites. Het blijkt dat hij hier heel actief mee bezig is, ook met het houden van inleidingen bij de onderscheidingen.
Ook vertelt hij dat Frénk van der Linden en Jedrek Nadobnik in 2019 een KRO-NCRV-documentaire over hem en zijn adoptienicht Betty Mock-Rijxman hebben gemaakt. Deze documentaire is indertijd op tv uitgezonden, nog te zien op NPO-start en YouTube en ook als dvd uitgebracht. De titel is ‘Ontsnapt aan vernietiging’ (zie ook introductietekst in kader). De film toont dat Betty en Rob ook naar Israël reizen en kritisch commentaar leveren op de behandeling van de Palestijnen op de bezette Westbank.
Een andere film van Frénk van der Linden, ‘Het spoor naar Auschwitz’, heeft Rob aan Yad Vashem aangeboden. Die film wordt daar getoond.
Ondergedoken
In het boek ‘Schieten op de Maan’ (2016) van Teun Koetsier en Elbert Roest staat op pagina 132 dat twee Larense echtparen, Dé en Ro Moscou en Leo en Lien Rijxman, met (schoon)moeder Betje Heiligers, in de oorlog ondergedoken zijn geweest bij Johannes (Jan) en Annie van Lier aan de Eemnesserweg. Wat niet in het boek staat, maar mij nu duidelijk is geworden is dat het gaat om de latere adoptieouders van Rob en Betty. Rob laat mij zien dat Jan en Annie van Lier op 19 november 2015 de Yad Vashem-onderscheiding hebben gekregen. Op mijn verzoek krijg ik van Rob een lijst van alle Yad Vashem-onderscheidingen die zijn uitgereikt aan Laarders (zie kader).
Zelf is hij actief betrokken geweest bij de (postume) Yad Vashem-onderscheiding voor de vrouw die hem naar Friesland heeft gebracht, Iet van Dijk. Het bleek hem in de loop van 2019 dat haar in januari 2019 de onderscheiding was toegekend. Rob nam direct contact op met de Israëlische Ambassade te Den Haag en kreeg de leiding over de organisatie voor een Yad Vashem-onderscheidingsceremonie in het stadhuis in Leeuwarden. Op 25 september 2019 was het zover en kreeg Iet van Dijk postuum de hoge onderscheiding uitgereikt. (Van Iet van Dijk is een pagina op Wikipedia).
Zijn onderduikouders in IJlst, Dirkje en Jaap de Vlugt, kregen al in 1994 de Yad Vashem-onderscheiding.
Laarders of oud-Laarders met Yad Vashem-onderscheiding, ‘Rechtvaardigen onder de volkeren’:
Toekenning | Naam * | |
1. | 1981 | Johanna Antonia (Annie) Bartels-Striethorst (1886-1945) en haar dochter Elisabeth Gertruida (Els) Bartels (1920-? ). |
2. | 1981 | Marie-Henriëtte (Mieke) Bartelsman-Langveld (1917-?) en Jan Bartelsman (1916-1998). |
3. | 2008 | Hermanna (Anneke) van Blaaderen-van Geuns (1915-2002 ) en Tom van Blaaderen (1910-1947). |
4. | 1987 | Maria van den Brink-Zoon en Gijsbertus Johannes van den Brink (1887-? ). |
5. | 2018 | Maria Frederika (Mieke) Brinkman-Overmeijer (1905-1979) en Paulus Petrus (Paul) Brinkman (1905-1979). |
6. | 1992 | Wilhelmina Nivine (Miny) Filz-te Winkel (1915-1995). |
7. | 1978 | Helena Catharina in ‘t Hout-Noorda (1913-?) en Pieter Adrianus in ‘t Hout, (1914 -?). |
8. | 2015 | Françoise Hendrika Jacoba Huf-van den Brink, (1913-1987). |
9. | 2001 | Josephine (Fie) van der Kulk-van der Klapwijk en Willem van der Kulk. |
10. | 1980 | John Lefebvre (1910-?) en zijn zuster Petronella Francine Lefebvre (1907-?) |
11. | 2015 | Johanna van Lier-van der Drift (1899-1987) en Johannes van Lier (1897-1972). |
12. | 1992 | Willem Frederik Maillette de Buy Wenniger (1882-1963). |
13. | 1975 | Hendrikus Johannes Majoor (1912-1993) en Wilhelmina Barbara Majoor-Bouwman (1911-2005). |
14. | 1982 | Suzanna Johanna Elizabeth Oldeman-Met (1902-1996). |
15. | 2008 | Barta Posthumus-van Dijk (1894-1963) en Obe Posthumus (1883-1953). |
16. | 2018 | Petrus Gerardus Marie Rotterdam (1892-1961). |
17. | 1988 | Nancy Elizabeth (Betty) van Steenhoven-Spaander (1917-2009). |
18. | 1982 | Johanna (Johtje) Vos-Kuyper (1909-2007) en Aart Vos (1905-1990). |
19. | 1978 | Johanna Maria Willemse-Hagendoorn (1898-1980) en Hermanus Johannes (Herman) Willemse (1902-1969). |
20. | 1984 | Gijsbertje (Bertha) Zwanikken-Wortel (1892-1989) en Cornelis Zwanikken (1897-1954). |
*) Informatie over deze personen is te vinden op de website van Yad Vashem. Zoeken op naam.
Kort samengevat hierbij:
- Bekend van onderduikadres Bijenstand 1, waaraan in het Kwartaalbericht diverse keren aandacht is besteed, o.a. in verhalen van Steven Weinberg. Ook genoemd in ‘Schieten op de maan’. Els was de dochter van Annie en Jan Bartels. Zij zat in het verzet.
- Jan Bartelsman wordt op diverse plekken genoemd in ‘Schieten op de maan’. Bartelsman was kunstenaar. Hij en zijn vrouw zaten in het verzet en hielpen honderden Joden aan onderduikadressen.
- Genoemd in ‘Schieten op de maan, pag. 129-130. Bij het echtpaar zat Jaap Wertheim, een Joodse jongen uit Eindhoven, in villa ‘Steenbergen’ ondergedoken.
- Het meisje Renate Gabriele Laser, later Renée Fink-Laser, kon in de oorlog onderduiken bij het echtpaar Van den Brink, Lingenskamp 21, Laren. Renée sprak 4 mei 2024 bij de dodenherdenking in Laren. Zie ook artikel Aaldrik Hermans in Kwartaalbericht 168 (2024-2).
- Mieke en Paul Brinkman worden beschreven in het boek “Het bestek van de Naarderstraat’ van Steven Weinberg, Gon Strazza-Brinkman (dochter van het echtpaar) en Aaldrik Hermans.
- Miny te Winkel was in de oorlog getrouwd met Willem Frederik Maillette de Buy Wenniger (12). Ze worden genoemd in ‘Schieten op de maan’, pag. 159. Het echtpaar had Joodse onderduikers in een oude legerbarak aan het Raboes. Ze zijn gescheiden in 1949. Miny hertrouwde in 1953 met Johan Willem Filz. Willem in 1953 met Anna Britta Sofia Wadenius.
- Geen andere gegevens gevonden buiten website Yad Vashem. Ze lieten een Joods meisje, Elly Kool, bij hen onderduiken en hielpen anderen aan onderduikadressen. Aaldrik Hermans onderzoekt de gegevens van Joodse onderduikers. Hij vond veel informatie over Elly Kool en haar familie. Elly zat ook in Blaricum ondergedoken.
- Genoemd in ‘Schieten op de maan’, pag. 164-167. Had als verzetsnaam ‘Zusje’. Was getrouwd met Jo Sinaasappel, die in juli 1944 werd vermoord in Auschwitz. Ze zaten in het verzet en lieten Joden onderduiken. Françoise trouwde na de oorlog met haar onderduiker Peter Paul Huf, die later een beroemde fotograaf zou worden.
- Genoemd in ‘Schieten op de maan, pag. 156 en 160-161, onder het schrijverspseudoniem Willem van Iependaal. Van Iependaal en zijn vrouw Fie verborgen Joodse onderduikers in de door hun gehuurde Villa Breidablick, Verlengde Engweg 10. Het Kwartaalbericht bracht artikelen over Van Iependaal en Breidabli(c)k.
- Weinig gegevens gevonden buiten website Yad Vashem, alleen tweede naam en geboortejaar Petronella. John had Joodse onderduikers en hielp anderen aan onderduikadressen.
- Genoemd in ‘Schieten op de maan’, pag. 12 en 132. Zij boden in de oorlog o.a. onderdak aan Dé (David) en Ro (Rozina) Moscou, de latere adoptieouders van Rob Moscou, en aan Leo en Lien Rijxman (zus van Ro), de latere adoptieouders van Betty Mock-Rijxman.
- Zie 6.
- In Kwartaalbericht 144 (2018-2) stond een artikel over Henk Majoor en Mien Bouwman (ook te vinden op onze website).
- Geen andere gegevens gevonden buiten website Yad Vashem. Ze was wijkverpleegster en verborg Joodse onderduikers in haar huis. Ze trouwde in 1943 en verhuisde naar Santpoort.
- Genoemd in ‘Schieten op de maan’, pag. 131. Obe was slager. Obe en Barta boden onderdak aan de Joodse jongen Herman Obstfeld en lieten hem doorgaan voor hun zoon, naast hun eigen dochtertje.
- In het boek ‘Het bestek van de Naarderstraat’ van Steven Weinberg e.a. staan foto’s met Piet en Jules Rotterdam erop (pag. 94 en 111). Steven Weinberg liet weten dat zij de zonen waren van Petrus Rotterdam. De laatste gaf in zijn huis aan Koloniepad 8 hulp aan Joodse onderduikers, onder wie Kurt Schöndorff en Ella Schöndorff-Meijer. Aaldrik Hermans vond informatie over de familie Rotterdam.
- Weinig gegevens gevonden buiten website Yad Vashem, alleen data op genealogische sites en foto grafsteen in Heiloo op ‘Online begraafplaatsen’. Ze werkte in de Berg-Stichting en bood Joodse kinderen onderdak in haar appartement in Amsterdam. Ook leverde zij andere onderduikadressen. Aaldrik Hermans verzamelt gegevens over haar.
- Genoemd in ‘Schieten op de maan’, pag. 131. Ook artikelen in Kwartaalbericht, laatstelijk in nummer 171 (2025-1).
- Buiten website Yad Vashem gegevens gevonden op de site https://www.oorlogsbronnen.nl/tijdlijn/Hermanus-Johannes-Willemse/16/424382. Het Larens Journaal van 26 april 2024 (4 en 5 mei-special) had een artikel over hen. Zij boden onderdak aan Joodse onderduikers, onder wie Clara Piller.
- Weinig gegevens gevonden buiten website Yad Vashem, alleen data op site ‘Larense voorouders’. Ze hadden zelf zeven kinderen en boden onderdak aan een ziek Joods meisje, Gila van der Hoek, dat bij hen weer beter werd.

Introductietekst documentaire
De film ‘Ontsnapt aan vernietiging’ is op de site van KRO-NCRV aldus geïntroduceerd: Een halve eeuw lang gaan Betty Mock een Rob Moscou hun oorlogsverleden uit de weg. Frénk van der Linden gaat samen met hen op reis door hun verleden. Want waar lieten zij sindsdien hun verdriet? Hoe verschillend reageren zij op wat er destijds is gebeurd? En hoe ervaart hun familie dat?
“Rob Moscou is mijn neef, en ook niet mijn neef”, zegt Betty. Beiden zijn ze in 1946 geadopteerd als Joodse wezen door twee zussen uit het Gooi. “Ik heb Rob leren kennen toen hij een jaar of 4 oud was. Toen kwam hij uit de onderduik in Friesland. Prachtig jongetje, een knappe kerel was het al.” Terwijl Betty al eerder op zoek ging naar haar pleegfamilie van tijdens de oorlog, probeert Rob het verleden te vergeten en kan hij er niet over praten. De zoon van Rob, Renzo, vindt het erg lastig dat zijn vader zo gesloten is in zijn emoties. Betty: “Ik denk dat hij alles verdringt. Ik begrijp dat wel, want je bent zo bezig met het zoeken naar wat er gebeurd is, dat je niet toekomt aan emoties.” “Heb je ooit gehuild om het verleden?”, vraagt Frénk van der Linden. “Nee”, zegt Rob. “Heb je ooit het verdriet doorleefd?” Rob: “Ik denk het niet.” Wanneer Frénk vraagt hoe hij de pijn verwerkt heeft antwoordt Rob: “Door het leven te leven wat ik nu leef. Kijkend vooruit.”
Harry Mock, de man van Betty, heeft nooit echt gepraat met Betty over de oorlog en de Jodenvervolging. In de tijd dat ze een relatie kregen was het nooit het onderwerp van gesprek. “Als er al pijn was, dan is dat nooit aan de oppervlakte gekomen”, zegt Harry. Ten opzichte van tien jaar geleden ziet Harry nu dat Betty meer haar verdriet toont en haar boosheid over wat allemaal met haar gebeurd is tijdens en na de oorlog. Echter praat ze er volgens Harry meer over met anderen dan met hem. “Ik had alsmaar het idee dat het niet over mij ging”, zegt Betty. “Het heeft heel lang geduurd voordat ik besefte dat het over mij ging.”
donderdag 1 mei 2025: Rob Moscou in Lindenhoeve
De Historische Kring zal donderdagavond 1 mei (aanvang 20.00 uur) in de Lindenhoeve de film ‘Ontsnapt aan vernietiging’ (52 minuten) vertonen. Rob Moscou zal aanwezig zijn. Na de film vertelt hij zijn oorlogsverhaal en is er gelegenheid vragen te stellen over de film.