Laarders in het leger van Napoleon

Laarders in het leger van Napoleon

Op 5 mei 2021 vierden we in Nederland de bevrijding van de Duitse bezetting in 1945. In Frankrijk richtte men zich op een hele andere oorlog of eerder een persoon: het was 200 jaar geleden dat Napoleon Bonaparte stierf. Was het wel kies zijn overlijden te herdenken, omdat hij zoveel leed had aangericht in Europa? 

Hoofdfoto: Antoine L.F. Sergent-Marceau: Het Nederlandse 125e Regiment Infanterie van Linie offert zich op op 27-11-1812 op om de terugtocht uit Rusland van Napoleons ‘Grande Armée’ over de Berezina mogelijk te maken.

Dit artikel is afkomstig uit Kwartaalbericht 159 [2022-1]. Leden van de Historische Kring Laren ontvangen dit kleurrijke glossy magazine 4 keer per jaar. U kunt hier lid worden. Losse nummers zijn à € 9,50 per stuk in de Lindenhoeve en bij Bruna te koop, zolang de voorraad strekt.

Tekst: Iny Hoogendijk-Vranken*

In gesprekken in kleine kring hoor je soms zeggen dat een ­voorouder ook in het leger van Napoleon gediend heeft en al of niet is teruggekeerd. Sinds kort is het mogelijk na te gaan bij welke eenheid die militair was ingedeeld. De database van het Nederlands Instituut voor Militaire Historie (NIMH) is daarbij een grote hulp. Voor nadere details verwijst het Instituut echter naar de ‘Service Historique de la Défense’ in Vincennes/Parijs, waar slechts een deel van de stamboeken is gescand. Het gaat dan om de boeken waarin de militairen die deel uitmaakten van de Keizerlijke Garde (subserie 20YC) en de Linieregimenten (subserie 21YC) geregistreerd staan. De overige subseries moeten nog gedigitaliseerd worden. Vierendertig jongemannen uit Laren blijken gediend te hebben in het leger van Napoleon.

Keizerlijke Garde
De Keizerlijke Garde bestond uit verschillende eliteregimenten, die onder het directe bevel van Napoleon vielen. Eén daarvan was het 2e Regiment Lansiers van de Garde, ook wel de Rode Lansiers genoemd vanwege hun scharlakenkleurige uniform. Bij dit regiment waren Hendrik Grisart en Nicolaas Smit ingelijfd. Hendrik trad al op jonge leeftijd toe tot het Koninklijke Hollandse leger, waarin hij carrière maakte. Hij maakte in 1806 de campagne in Pruisen mee en in 1807 die in Brabant. Nadat Frankrijk in juli 1810 Holland geannexeerd had, werd Hendrik op 21 september 1810 bij het 2e regiment ingelijfd en vertrok hij naar het garnizoen in Versailles. Hij kreeg er de rang van brigadier en was ingedeeld bij de eerste compagnie van het 1e eskadron. In 1812 maakte hij de veldtocht naar Rusland mee. Op 6 december van dat jaar werd hij krijgsgevangen gemaakt. Hendrik is niet teruggekeerd. Nicolaas was als vrijwilliger in april 1810 tot het Koninklijke Hollandse leger toegetreden en werd op 21 september 1810 eveneens bij het 2e regiment ingelijfd. Op 1 maart 1811 werd hij naar huis gezonden om te herstellen. We hebben niets meer van hem vernomen.

Linieregimenten
Bij linieregimenten stelden de militairen zich in achter elkaar gelegen linies op, om daarna linie voor linie vuur te geven.

123e Regiment
Bij het 123e Regiment Infanterie van Linie (RIL) treffen we Willem Bitter (beroep: werkman), Nardus Emmink (boer) en Gijsbert van Breemen (dagloner) aan. Ze waren ’conscrits’ of dienstplichtigen die na loting opgeroepen waren. Willem, van de jaarklasse 1808, stond als nr. 20 op de conscriptielijst van het kanton Naarden en kwam op 20 april 1811 bij het depot in Saint Omer in Noord-Frankrijk aan. Hier ontvingen de rekruten een uitrusting en voerden ze hun eerste exercities uit. Nardus was van de jaarklasse 1809. Gijsbert trad toe als remplaçant (vervanger) van een dienstplichtige van het jaar 1809, met de naam Gijsbert Jan Domme, woonachtig te Amsterdam. Nardus en Gijsbert arriveerden op 14 november 1811 bij hun depot. Al op 31 december 1811 werd Gijsbert weer overgeplaatst naar het 9e Regiment Artillerie te Voet. Het 123e RIL heeft deelgenomen aan de veldtocht naar Rusland, waar het op de proef werd gesteld tijdens de slagen bij Polotsk (nu: Polatsk in Wit-Rusland) en aan de Berezina. Het regiment is er verpletterend verslagen. We weten niet hoe het Willem en Nardus vergaan is. Voor zover we weten zijn ze niet huiswaarts gekeerd. Gijsbert, daarentegen, is in 1814 in Naarden gehuwd met Elisabeth van Thienen.

Jacob Rokebrand

125e Regiment
Het 125e Regiment Infanterie van Linie had Amiens als garnizoensplaats. Liefst acht jongemannen uit Laren werden bij dat regiment ingelijfd: Lambert Brouwer (wever), Jan Majoor (boer), Jacob Rokebrand (kleermaker), Lambert de Graaf (boer), Cornelis de Jong (spinner), Hendrik de Wit (wever), Hermen Kok (wever) en Jan Hendriks Smit (boer). 

Lambert Brouwer was al in oktober 1809 als vrijwilliger in dienst getreden van het Hollandse leger. Na incorporatie bij het Franse leger, kreeg hij de rang van soldaat. Op 18 oktober 1812 werd hij naar huis gestuurd om te herstellen. Zijn legereenheid moet toen verwikkeld zijn geweest in de slag bij Polotsk. Lambert is niet teruggekeerd.

De zeven overige militairen waren allen dienstplichtig. Ze stonden op de conscriptielijst van het kanton Naarden respectievelijk als nummer 9, 22, 26, 37, 40, 54 en 55. Jan M., Jacob R., Lambert de G., Cornelis de J. en Hendrik de W. arriveerden op 16 maart 1812 bij hun garnizoen; Hermen K. op 24 april en Jan S. ten slotte op 11 mei 1812.

Jan Majoor werd op 23 mei van dat jaar opgenomen in het hospitaal van Boulogne. Zijn naam werd op 27 september doorgehaald in de registers. Jan is niet teruggekeerd.

Het bataljon van Jacob Rokebrand werd in Stettin (nu: Szczecin in Polen) achtergelaten om de voorraden te bewaken. Op 28 mei 1813 overleed Jacob daar in het hospitaal.

Ook Lambert de Graaf werd op 22 april 1812 opgenomen in het hospitaal van Boulogne. Zijn naam werd op 27 september doorgehaald in de registers. Lambert is wel teruggekeerd en trad in 1815 in Hilversum in het huwelijk met Anna Brouwer.

Cornelis de Jong, Hendrik de Wit en Hermen Kok werden gestationeerd in Stettin, een vesting die, na een lange belegering, op 30 november 1813 door de Russen veroverd werd. Ze werden alle drie krijgsgevangen gemaakt en mochten in het voorjaar van 1814 weer naar Holland terugkeren. Cornelis heeft Holland waarschijnlijk niet bereikt. Hendrik is wel teruggekeerd en trouwde in 1820 te Laren met Marritje Zwanikken. Hermen bleek Stettin helemaal niet gehaald te hebben, in tegenstelling tot wat de Franse administratie weergaf. Hij overleed al onderweg op weg naar Stettin, te Maagdenburg, op 11 augustus 1812.

Jan Hendriks Smit ten slotte werd op 5 juli 1812 overgeplaatst naar het 2e Régiment de la Méditerranée: een strafregiment waar een strengere tucht heerste. Napoleon had in Rusland steeds verse troepen nodig en decreteerde in september 1812 dat het 2e Regiment de la Méditerranée moest opgaan in het 133e RIL. Jan nam waarschijnlijk deel aan de veldtocht in Rusland en daarna mogelijk nog aan de veldtocht van 1813 in Duitsland. Jan is niet meer teruggekeerd naar Laren.

13317 Jan Smit

126e Regiment
Drie jongemannen uit Laren dienden in het 126e Regiment Infanterie van Linie: Meuwis Dekker, Jan Smit (wever) en Jacobus Jansen van Putten. Ze stonden alle drie op de conscriptielijst van het kanton Naarden van de jaarklasse 1808. Op 14 april 1811 kwamen ze bij hun garnizoen in Luik aan, waar ze de rang van fuselier (geweerschutter) ontvingen. Alle drie maakten ze de campagne van 1811 mee, maar daarna bleef het stil. Niemand is huiswaarts gekeerd. Voor Meuwis is op 24 mei 1826 een ‘certificat d’absence’ afgegeven: een verklaring dat hij niet meer bij dit onderdeel aanwezig was, zonder dat men wist hoe en waarom.

131e Regiment
Tijmen Schaapherder kwam in aanmerking voor de dienstplicht in 1812, maar hij werd pas in 1813 opgeroepen. Op 17 april bereikte hij de kazerne van het 131e Regiment Infanterie van Linie ofwel het Walcheren-regiment, dat Middelburg als depot had. We nemen aan dat hij naar het front in Duitsland gezonden werd en dat hij gesneuveld is bij één van de volgende veldslagen: Gross-Beeren (augustus), Denewitz (september), Leipzig (oktober) of Hanau (oktober), want hij is niet teruggekeerd.

25e Regiment
Hendrik de Wit (boer) was een dienstplichtige van de jaarklasse 1812, die als nummer 15 op de conscriptielijst van Naarden stond. Dit was een betrekkelijk laag nummer, dus werd hij ­opgeroepen en trad hij op 15 maart 1813 in dienst van het 25e Regiment Infanterie van Linie. Het garnizoen bevond zich te Verdun. Hendrik vocht in Duitsland en de Franse administratie veronderstelde dat hij op 29 augustus 1813 bij Kulm in Bohemen krijgsgevangen was gemaakt. Er is geen levensteken meer van hem vernomen.

70e Regiment
Cornelis van der Duin (wever) en Jan Smit (wever) hoorden tot de lichting 1813, met resp. nummer 7 en 24 op de conscriptielijst. Ze arriveerden op 22 oktober 1813 bij het garnizoen van het 70e Regiment Infanterie van Linie. Dit regiment leverde slag bij de Volkerenslag bij Leipzig die duurde van 16 tot en met 19 oktober 1813, waarbij Napoleon werd verslagen. Beide jongemannen werden op 16 november 1813 overgeplaatst; Cornelis naar het 59e Regiment Infanterie van linie en Jan naar het 69e Regiment Infanterie van linie. Cornelis is teruggekomen, want hij overleed in 1834 in Hoorn. Het is onduidelijk wat het lot van Jan is geweest.

24e équipage de haut-bord
Jan van den Breemer en Willem Bon waren beiden dienstplichtigen van het jaar 1812. Ze werden op 22 mei 1813 ingedeeld bij de Marine ter bewaking van de kusten en maakten deel uit van het 24e équipage de haut-bord, een infanterie-eenheid.
Op 16 oktober 1813 werd een groot aantal van deze zeesoldaten, waaronder ook Jan en Willem, overgeplaatst naar het 86e Regiment Infanterie van Linie, dat in Duitsland optrad. Jan is op 26 december 1813 in het hospitaal van Mainz overleden.
Willem lag al vanaf 1 december van dat jaar in hetzelfde hospitaal. Hij zou op 25 mei 1814 uit de boeken geschrapt worden. Willem is niet teruggekeerd. Waarschijnlijk zijn ze beiden aan de vlektyfus overleden.

Overige regimenten (zonder scans)
Na de annexatie van het Koninkrijk Holland door Frankrijk werden niet alleen de (Hollandse) Regimenten Infanterie van Linie 123 t/m 126 gevormd, maar ook het 33e Regiment Lichte Infanterie (subserie 22YC). Jan Brouwer werd bij dit regiment ingelijfd. Mogelijk heeft Jan in 1812 met zijn regiment deel­genomen aan de Veldtocht naar Rusland. Slechts 9 mannen keerden daarvan terug. Van Jan hebben we niets meer vernomen.

Nationale Garde
De Nationale Garde was een thuisleger dat op 13 maart 1812 door Napoleon werd opgericht in verband met de komende Veldtocht naar Rusland. Tijdens de afwezigheid van de Grande Armée zou het land onbeschermd achterblijven. De Nationale Garde kreeg zo de taak grenzen, kustgebieden en strategische objecten te beschermen en binnenlands de openbare orde te handhaven. 

Onderdeel van de Nationale Garde was het 3e Cohort (subserie 23YC), met standplaats Amsterdam. Negen jongemannen uit Laren vinden we hier terug: Hendrik Schothorst, Hendrik Wiegers, Jabik Bitter, Piet Vos, Krijn Calis, Klaas Bon, Lambert Wortel, Evert van Bilzum en Jan Wildenburg. De Nationale Garde was dus niet bedoeld voor inzet in het buitenland, maar na de enorme verliezen van de Grande Armée in Rusland werd deze bepaling al in februari 1813 losgelaten. Het 3e Cohort werd overgeheveld naar de Grande Armée, die in 1813 in Duitsland in het voor- en najaar bij diverse veldslagen betrokken was.

Bij gebrek aan scans kunnen we alleen vaststellen wie wel of niet zijn teruggekeerd. 

Van Krijn Calis weten we nog dat hij overgeplaatst werd naar het 11e Regiment Huzaren dat strijd leverde te Leipzig (16-19 oktober) en Hanau (30-31 oktober). Krijn overleefde de oorlog en keerde terug, evenals Hendrik Wiegers, Piet Vos, Klaas Bon en Lambert Wortel. 

Hendrik Schothorst, Jabik Bitter, Evert van Bilzum en Jan Wildenburg hebben het helaas niet kunnen navertellen.

Theunis Puijk en Gerrit Nieuwhof waren ingelijfd bij het 14e Bataljon Artillerietrein (subserie 25YC). Hun taak was om ervoor te zorgen dat de artilleristen altijd op de juiste plaats hun kanonnen hadden staan en dat er de juiste munitie en uitrustingsmateriaal bij aanwezig waren. Geen van beiden is terug­gekeerd.

Van de vierendertig jongemannen die in Laren geboren zijn en onder Napoleon gediend hebben, zijn er slechts negen teruggekeerd, drie in Franse dienst overleden en kunnen er tweeëntwintig als vermist worden beschouwd. In de namenlijst bij dit artikel is te lezen wie het betreft. υ

*) Iny Hoogendijk-Vranken studeerde Franse taal- en letterkunde. Zij was 14 jaar controller van de Gooise Scholen Federatie en 10 jaar penningmeester van de Stichting Tussen Vecht en Eem.

Huzaar van het 11e Regiment

Op zoek naar nazaten
Naar aanleiding van dit artikel over Laarders in het leger van Napoleon zou de redactie graag willen weten of er nog nazaten zijn van de genoemde mannen. Zijn er families met overleveringen uit de tijd van Napoleon of tastbare herinneringen? Graag melden aan de redactie, via info@historischekringlaren.nl of op zaterdagmiddag tussen 14.00–16.00 uur in de Lindenhoeve, Burgemeester van Nispen van Sevenaerstraat 29, Laren.