Jacques de Wit 

Jacques de Wit 

Jacques de Wit (1898-1983), geboren in Roosendaal, volgde een opleiding tot tekenleraar in Amsterdam, maar voelde zich uiteindelijk toch geroepen tot het kloosterleven. Op 19-jarige leeftijd trad hij in, in de orde van Franciscanen. Na acht maanden trad hij weer uit en vertrok naar Utrecht waar hij tekenles gaf en vrije opdrachten uitvoerde. Van 1920 tot 1936 trad hij in dienst bij de gebroeders Brom als ontwerper van katholiek vaatwerk, maar ook van hekjes en andere voorwerpen. Mede door zijn vakkundigheid kwam het bedrijf tot grote bloei.

Dit artikel is afkomstig uit Kwartaalbericht 145 [2018-3]. Leden van de Historische Kring Laren ontvangen het kleurrijke glossy magazine 4 keer per jaar. U kunt hier lid worden. Losse nummers zijn à € 4 per stuk in de Lindenhoeve te koop, zolang de voorraad strekt.

Leo Janssen

Bij J.L. Sträter ontwierp hij kerkelijke gewaden (paramenten). Hij gebruikte heldere kleuren. Hierdoor werden zijn paramenten zelf schilderstukken. Daarnaast maakte Jacques de Wit veel getekende naaktstudies, en ontwierp hij ook grote glas-in-loodramen. Hij was ook een goede schilder. Hij is een van de weinige mensen die in Nederland wandschilderingen hebben gemaakt. Eén van zijn belangrijkste was in het R.K. Ziekenhuis in Hilversum. Jacques de Wit is lang een vergeten kunstenaar geweest. In werkelijkheid was hij een belangrijk kunstenaar. Hij had zich een grote kennis van kunststijlen eigen gemaakt. Hij ontwierp niet alleen voor de Nederlandse markt, maar ook internationaal.

In de Gooi- en Eemlander d.d. 23 januari 1971 staat een (ongesigneerde) uitvoerige beschouwing over zijn leven en werk. Hij is inmiddels 72 jaar oud en woont in een met klimop gecamoufleerd huis aan de Busummergrintweg in Hilversum. “Een heel hoofdstuk van het Rijke Roomse Leven was voor zijn creatieve rekening, want met blijde nederigheid schetste hij de mooiste monstransen, kelken, cibories, altaren en communiebanken, tabernakels, preekstoelen. Bisschopsstaven, kazuifels en koorkappen voor de liturgische erediensten. In dikke kerkboeken staken zijn heiligen prentjes. Gewijde voeten stapten over zijn altaarloper. Vrijwel niemand zal weten dat het imposante Sint Jan de Doperbeeld met wapperende kopermanen in de Larense basiliek door De wit op papier werd gezet, voordat de reus in de edelsmidse body kreeg. De RKZ, het Larens gemeentehuis en vele kerken hebben glazen van zijn hand.”