Vrijwilliger in het zonnetje… Juan van Eck

Vrijwilliger in het zonnetje… Juan van Eck

Een intrigerende voornaam: ‘Juan’. Heeft archivaris en bestuurslid van de Historische Kring Laren misschien Spaanse of Zuid-Amerikaanse voorouders? “Nee hoor, mijn ouders konden simpelweg geen keuze maken tussen Johan en Valentijn. Na een aantal naamloze dagen werd het compromis ‘Juan’. Je spreekt het net zo uit als bij de voormalige Spaanse koning: ‘Goe-wan’, maar mijn vrienden noemen me ‘Julio’. Niks zuidelijke invloeden, ik ben gewoon een geboren en getogen Laarder”. De toon is gezet.

Dit artikel is afkomstig uit Kwartaalbericht 170 [2024-4]. Leden van de Historische Kring Laren ontvangen het kleurrijke glossy magazine 4 keer per jaar. U kunt hier lid worden. Losse nummers zijn à € 9,50 per stuk in de Lindenhoeve en bij Bruna en de Larense boekhandel te koop, zolang de voorraad strekt.

Tekst: Hans Schaapherder

We hebben half juni in de Lindenhoeve afgesproken en verkassen al snel naar een zonnig plekje naast de hooiberg. Juan, die regelmatig in Abu Dhabi* vertoeft, voelt zich in zijn element.

“Ja, ik ben al sinds 2018 actief voor de Historische Kring en heb me – met ziekte-onderbreking in 2023 – vooral beziggehouden met het bijwerken van de inventarislijsten. Het archief groeit wekelijks door mooie schenkingen, maar we komen stilletjes aan om in de spullen en we weten ook niet precies hoe we dat in die paar uurtjes op woensdagmiddag moeten registeren en vooral wáár we het kunnen opslaan.” Juan heeft de functie van archivaris vorig jaar van Mariëlle Bax overgenomen toen zij voorzitter van de Historische Kring werd. De nieuwe archivaris vervolgt: “We hebben ontzettend veel documentatie, waaronder dozen vol met foto’s en knipsels en zelfs die zijn soms dubbel. Het is een monsterklus om dat allemaal uit te zoeken en te registreren. 

Toekomst

Digitalisering van het archief is de nieuwste uitdaging. Begin dit jaar zijn we aan dit enorme project begonnen en dat gaat voorspoedig, vooral door de begeleiding en expertise van Eric Snelders en zijn schoonzoon Jappe van der Hel. Het is onze ambitie om het digitale HKL-archief zo toegankelijk mogelijk te gaan maken. Dat vergt grondige voorbereidingen. Sowieso moet er nog goed worden geïnventariseerd of we het – naast onze eigen archivering – ook voor leden van de HKL toegankelijk willen maken, of dat ook niet-leden de collectie kunnen bekijken. Er zat – en zit ook in de toekomst – heel veel werk in, waarbij de vraag rijst of je het dan zomaar gratis moet aanbieden, c.q. ‘weggeven’. Een kwestie waar ook het bestuur zich momenteel over buigt. Het feit dat onze leden steeds jonger en vaardiger in de digitale wereld zijn, is hierbij ook een belangrijke overweging.

De medewerkers van het archief – Gerard (Morsink), Mariëlle (Bax), William van Zomeren, en ik – kunnen aardig met de computer overweg, maar het opbouwen van een digitaal archief is een heel andere tak van sport en vergt een strakke en consequente werkwijze. Ik ben altijd onder de indruk van grote archieven, zoals van de gemeente Amsterdam. Geweldig wat je daar allemaal kan vinden. Maar ja, dat is met een enorm budget gerealiseerd, en dat hebben we hier simpelweg niet. In eerste instantie zie ik het puur voor de Historische Kring Laren en voor iedereen die in de geschiedenis van Laren geïnteresseerd is, maar wie weet kun je dat in een later stadium dan weer aansluiten bij een netwerk van landelijke archiefdiensten, net zoals de dag- en weekbladen nu al doen.

Natuurlijk is er nog steeds het vraagstuk hoe we moeten omgaan met plak- en fotoboeken, zoals bijvoorbeeld verkregen uit de nalatenschappen van Gerard Koekkoek en Ernst Wortel. Die zijn uniek als geheel, maar daarin zitten vaak weer foto’s die we graag aan ons archief zouden willen toevoegen. Digitaal is bij dit dilemma al een belangrijke stap voorwaarts, waarbij we de boeken compleet kunnen houden en toch alle foto’s afzonderlijk toonbaar kunnen maken.

We proberen zo veel mogelijk effectieve uren aan de digitale opbouw van het archief te besteden, maar door de beperkte capaciteit gaat dat weliswaar met horten en stoten. Het gewone archiefwerk gaat namelijk ook gewoon door en dan ligt om beurten óf het digitaliseringsproject óf het archiefwerk stil. Daarom hebben we recent besloten om voortaan iedere woensdagochtend aan de digitalisering te werken en iedere woensdagmiddag aan het archief.

Onlangs hebben we onze digitale ambities voorgelegd aan een adviseur van het Netwerk Digitaal Erfgoed (NDE) dat zich heeft gespecialiseerd in het ondersteunen van historische kringen en archiefdiensten. Daar hebben we een aantal hele goede tips en handvatten van gekregen die we nu verder aan het uitwerken zijn. 

Toen je als vrijwilliger bij de HKL begon, schreef je in het Kwartaalbericht ‘dat je je wilt inzetten voor de historie van Laren’ en daar sluit de huidige digitalisering dus naadloos op aan. “Nou, dat vind ik wel ja! Ik vind het belangrijk dat we onze geschiedenis goed vastleggen. En dat er ook het besef komt bij de Laarders en de Larinezen dat we iets unieks als dorp hebben, want anders wordt het zo’n gemeente die als los zand aan elkaar hangt”.

Tuberculose

Mijn ouders zijn begin jaren 50 in Laren komen wonen. Ik ben in 1953 op het Standelkruid geboren, dat is het onverharde pad naast de Gooische School, tussen de Oude Blaricummerweg en de Noolseweg. Toen ik anderhalf jaar oud was, werd bij mij en bij mijn moeder tuberculose geconstateerd en heb ik 2,5 jaar lang in het kindersanatorium gelegen. Dat werd later ‘de Trappenberg’. Mijn moeder lag in Hoog-Laren, waar later ziekenhuis ‘Gooi-Noord’ (‘Tergooi’) kwam. Toen ik op mijn vierde weer thuiskwam, moest ik nog leren lopen. Gelukkig was de kleuterschool tegenover onze woning, in de Gooische School. 

Die tuberculose ben ik gelukkig helemaal te boven gekomen en tot mijn stomme verbazing werd ik desondanks op mijn 18e goedgekeurd voor militaire dienst. Ik was toen nog met mijn HBS bezig en vroeg of ik een opleiding mocht volgen. In 1974 ben ik toen opgekomen voor de officiersopleiding van het korps Mariniers in Doorn. Na een opleiding van een jaar heb ik nog bijgetekend voor een paar extra maanden bovenop de reguliere 21 maanden omdat ik toen betrokken was bij een mooie oefening in het Caribisch gebied, waar feestelijk afscheid werd genomen van de Engelse helikoptercarrier, de HMS Bullwork. In augustus 1976 ben ik afgezwaaid.

Luchtvaartverzekeraar

In eerste instantie heb ik daarna een jaar bij een houthandel in Amsterdam gewerkt. Ze stuurden me weliswaar een paar maanden naar Scandinavië, maar terug in Amsterdam mocht ik alleen maar koffie halen. Op de Prinsengracht – bij Moes & Caviët – ben ik uiteindelijk in de luchtvaartverzekeringen terecht gekomen van de NLP (De Nederlandse Luchtvaartpool). Een NV die internationaal luchtvaartuigen en luchtvaart­risico’s verzekerde en waarvan de aandeelhouders bestonden uit de grootste Nederlandse schadeverzekeraars. Na een opleiding in London heb ik daar een jaar of acht gewerkt en ben daarna overgestapt naar de NMB/Postbankgroep (tegenwoordig ING). Voor de vliegtuig-lease-afdeling zochten ze iemand met kennis van de ingewikkelde en risicovolle luchtvaartverzekeringen. Dat heb ik toen gedaan als een staffunctie, direct onder de directie. 

Begin 2000 werd de inmiddels verzelfstandigde luchtvaartpoot echter overgenomen door een Engelse bank die in 2003 de luchtvaartactiviteiten liquideerde, waarbij ik als voorzitter van de ondernemingsraad hard heb moeten vechten voor een fatsoenlijke afvloeiingsregeling voor het gehele personeel. Dat is uiteindelijk gelukt, waarna ik in 2004 voor mezelf ben begonnen in luchtvaartverzekeringen en vliegtuigfinancieringen. Dat waren mooie, intensieve tijden. De bankencrisis in 2014 betekende onverwacht toch het eind van mijn werkzame leven. Ik was te klein voor tafellaken en te groot voor servet geworden. Op dat niveau waren er in de verzekeringswereld met de grote Global Brokers geen mogelijkheden meer. De regels van toezichthouder AFM, om mijn vak te mogen uitoefenen, keerden zich zelfs tegen mij. Toch heb ik het tot mijn pensioen weten uit te zitten.

Boerderij

Ondertussen genieten we van het zonnetje en komt ook vrijwilliger William van Zomeren er even bijzitten, die vol trots over zijn werk in de tuin van de Lindenhoeve verteld. Het is vlak voor Sint Jan en al gauw komt het gesprek op de ongeschreven wet over het knippen van de heg. “Ja”, zegt Juan “de processie kwam vroeger langs mijn boerderij op de hoek Zevenenderdrift, Wagenpad”.
Een boerderij? Vertel! 

Die boerderij stamt volgens het kadaster uit ca. 1600. Ooit behoorde het aan ene boer Smit, die zelf in een klein huisje er tegenover woonde. In de boerderij stond namelijk zijn vee. Aan de kant van de Zevenenderdrift stond in die tijd een hooiberg die tot op de straat reikte. Die vijfroedige hooiberg is later naar de zijkant verplaatst. In het midden van de jaren zestig heeft toenmalig eigenaar Van der Erve de boerderij gerenoveerd, waarbij deze is opgesplitst in twee separate woningen. In 2004, toen ik die afvloeiingsregeling uitbetaald kreeg, heb ik het voorste gedeelte van Bep van der Erve-Huistee gekocht. Het was door alle verbouwingen natuurlijk geen echte boerderij meer, waardoor we de bovenverdieping grondig konden aanpakken. De benedenverdieping hebben we praktisch intact gelaten, want die was hartstikke leuk met lekkere grote ruimtes. Een van de originele eikenhouten palen van de hooiberg is toen gebruikt als ondersteuning voor de draagconstructie. Die staat er nu nog. De hele verbouwing heb ik zelf begeleid en er ook aan mee getimmerd en geklust. Ik had er immers tijd voor. We hebben er 18 jaar prettig gewoond, totdat mijn vrouw drie jaar geleden zei: “Ik wil eigenlijk wel wat kleiner, dus laten we de boel verkopen”. Sinds de verkoop zijn we – nog steeds – op zoek naar een ander huis of appartement in Laren. Voorlopig huren we in Blaricum. 

Familie

Onze kinderen hebben alle drie een eigen leven. De oudste, Pieter, woont al 12 jaar in Abu Dhabi, waar ook hun twee kinderen zijn geboren. De middelste, onze dochter Emilie, woont in Muiden en heeft 3 kinderen die we regelmatig zien. En Friso, de jongste, woont met zijn vriendin in Amsterdam. Natuurlijk zien we de familie uit Abu Dhabi wat minder, maar áls we elkaar zien is dat wel heel intens. Of wij gaan – tijdens hun schoolvakantie – naar Abu Dhabi of zij zijn hier een maand. We gaan graag naar Abu Dhabi, het is er superveilig en je kunt er fantastisch leven.

Ik weet dat je ook met ander vrijwilligerswerk actief bent in Laren, zoals de Brinkbus. “Ja, dat is gewoon hartstikke dankbaar werk. Het is een gratis instituut dat wordt gesponsord door een bekend restaurant en de kookschool van de Molenweg. We werken met 20 chauffeurs, die per toerbeurt rijden. Allemaal reuze aardige mensen en ik vind het hartstikke leuk om te doen. We brengen en halen mensen binnen de Larense gemeentegrenzen. Soms rij ik wel 18 tot 22 ritten per dag. Bij de nieuwjaarsreceptie is het hele chauffeursteam door burgemeester Nanning Mol in het zonnetje gezet”.

Na ruim een uur komt er een eind aan ons gesprek. “Ja, dat is het wel zo’n beetje. Gewoon lekker bezig en daarnaast speel ik vaak op dinsdagavond een rondje golf met een vriendenclubje, hetgeen we dan steevast afsluiten met een aangeklede borrel.”

Laten we daarop proosten, Juan. Dank voor het prettige gesprek en je geweldige inzet voor de Historische Kring. En, succes met het vinden van een woning!