Vrijwilliger in het zonnetje…

Vrijwilliger in het zonnetje…

Eric Snelders

Vier jaar geleden – midden in de coronaperiode – ontvingen wij een opmerkelijk bericht (ingekort; HS): “Ik zou de komende jaren best wel een bijdrage willen leveren aan het werk van de Historische Kring. Ik ben zeer enthousiast en actief, kan organiseren, communiceren, stukjes schrijven, websites onderhouden, boekjes maken en nog veel meer. Met andere woorden: zijn jullie op zoek en hoe zou ik mij kunnen aansluiten? Vriendelijke groet, Eric Snelders”.

Dit artikel is afkomstig uit Kwartaalbericht 168 [2024-2]. Leden van de Historische Kring Laren ontvangen het kleurrijke glossy magazine 4 keer per jaar. U kunt hier lid worden. Losse nummers zijn à € 9,50 per stuk in de Lindenhoeve en bij Bruna en de Larense boekhandel te koop, zolang de voorraad strekt.

Tekst: Hans Schaapherder

Eric is voor mij een oud klasgenoot die ik lange tijd uit het oog was verloren, die ik twintig jaar geleden weer tegenkwam, waarna we vervolgens weer ieder onze eigen weg bewandelden. Reden om direct op zijn mailtje te reageren en niet alleen om ónze contacten te herstellen maar ook om hem namens de Historische Kring met open armen te ontvangen. Na vier jaar van gedreven, enthousiaste, en dynamische inzet voor de HKL zetten we Eric met trots in het zonnetje.

Druk

‘Stukjes schrijven’ werd meteen opgepakt en van zijn hand verschenen uitgebreide artikelen in het Kwartaalbericht, waaronder de serie over de geschiedenis van MCC, het drieluik over ‘voddenboer tot multinational’ Schenk en zeer recent nam hij u mee ‘van Eitje Poep tot Expert’. Vanuit de redactie sloot Eric zich ook aan bij de werkgroep PR en stond hij mede aan de wieg van het nieuwe glossy magazine. Met zijn enthousiasme en vaardige communicatie wist hij een groot aantal adverteerders aan het Kwartaalbericht te binden, een essentieel onderdeel van het succes. Erics organisatietalent werd ook dankbaar ingezet rondom het door de HKL samengestelde Jumbo-plaatjesboek. En na afloop van de succesvolle actie wist Eric ook nog velen aan ontbrekende plakplaatjes te helpen. Ondertussen profiteerden ook de twee websites van de HKL – historischekringlaren.nl en larensevoorouders.nl – van zijn kennis en inzet. En alsof dat nog niet voldoende is, heeft Eric nu ook de digitalisering van het archief én de ledenadministratie met verve op zich genomen. Ik spreek Eric half maart, op een tussenstop naar zijn – ook al – drukke werk als docent scheikunde aan het Gymnasium in Hilversum.

“Ja, ik ben er druk mee, maar ik vind ook zoveel leuk om te doen en ik probeer dus ook om zoveel mogelijk in 24 uur te plannen” zegt Eric. “En de manier waarop ik het aanpak is dat daarmee ook andere mensen enthousiast worden. Vaak kan ik me gewoon niet inhouden en worden die spontane projecten erg groot. Meestal lukt het, soms niet. Het zit als het ware in mijn genen want ik herken hierin ook mijn vader die door enthousiasme veel wist te realiseren. Zo maakte hij onder andere een wonderbaarlijke stap van vertegenwoordiger bij een houthandel naar het opzetten van de Kaasdiscount, de winkel op de hoek Jordaan/Kermisterrein, waar de meesten hem nog wel van zullen kennen. Die winkel liep goed en ik heb er ook vaak geholpen, een leerzame periode. Tot het moment dat mijn vader ‘er klaar mee’ was en het hele gezin verhuisde naar het vestingstadje Bourtange. Ja, die avontuurlijke, misschien zelfs roekeloze, instelling herken ik ook bij mezelf. Ik heb in mijn leven ook van die momenten gehad dat ik veel overboord heb gezet omdat ik ‘wat anders’ wilde.”

De plek waar vroeger de Kaasdiscount was gevestigd.

MCC

“Rond die tijd (dat zijn ouders uit Laren vertrokken, HS) zat ik net in militaire dienst en had ik ook al verkering met Annelies van Arnhem, met wie ik nu al ruim 40 jaar getrouwd ben. We vertrokken mee naar het noorden en begonnen daar ons eigen leven. Maar we kwamen vaak terug in Laren, naar mijn schoonouders en familie. Schoonvader Henk van Arnhem, had veel verhalen uit Laren. We spraken veel over MCC, waar ik jaren lid van was geweest. Mijn zwager Wout Schenk zat toen nog steeds bij MCC en Henk van Arnhem was in het verleden veel betrokken geweest – dus er was veel te bespreken. In de tweede helft van de jaren zestig speelde ik bij de jeugdband van MCC. Dat kwam vooral omdat mijn vader al in de jaren vijftig bij MCC speelde. En veel van zijn MCC-vrienden kwamen bij ons over de vloer. Ik wilde als jongetje ook bij die club.” 

“En vanaf de jaren zeventig kwam ik bij de A-band als tamboer. De tamboergroep van MCC stond onder leiding van Rob Ramselaar, een man met muzikaliteit en visie. We deden mee aan grote concoursen en muzikale reizen, waaronder in Engeland en Duitsland. Een prachtige tijd met een gezellige groep waaraan ik bijzondere herinneringen heb overgehouden. We hebben bij het wereldkampioenschap in Kerkrade een hoge prijs in de wacht gesleept met een show waar we heel lang op geoefend hadden. Die ambitie en het gezamenlijke enthousiasme van de MCC-leden waren voor mij de aanleiding voor de verhalen die ik over MCC probeer te schrijven. Ik heb er nu 4 gepubliceerd en ben me momenteel aan het beraden over hoe ik het vervolg daarop aantrekkelijk leesbaar kan gaan vertellen. Ik heb al met veel mensen over die ‘ziel van MCC’ gepraat en genotuleerd. ‘Trots’ en ‘bijzonder’ voeren daarbij altijd de boventoon. Bij sommigen was ik precies op tijd omdat ze er inmiddels niet meer zijn. Ja, het is een uitdaging, maar ik pak het wel weer op!”

Nutty professor

De passie voor muziek speelt een essentiële rol in jouw leven. Komt dat door MCC? “Het zal er ongetwijfeld mee te maken hebben. Ik was zeker niet de beste tamboer maar ik vond het wel fascinerend om muzikaal met elkaar iets bijzonders neer te zetten. Muziek vormde, en vormt nog steeds, een rode draad in mijn leven. Als puber ontdekte ik popmuziek en vond nieuwe muziekstromingen daarin interessant. Ken je nog het radioprogramma ‘Superclean Dreammachine’ van Ad Visser? Dáár ontdekte ik muziek die mij aansprak en dan ging ik gauw naar platenzaak Calis om meer daarvan te beluisteren of te kopen. Ze kenden mijn smaak daar al een beetje en adviseerden ook daarin. Het een leidde tot het ander en er kwam een moment dat ik geïntrigeerd raakte door de apparatuur die in die muziek gebruikt werd. Je zou me een nutty professor kunnen noemen. Ik ben vaak geïnteresseerd in de techniek achter de muziek en dat wil ik dan begrijpen. Bij mijn muzikale ontwikkeling blijkt dat de synthesizer te zijn, een veelzijdig elektronisch toetseninstrument dat klanken kunstmatig opwekt en waarmee nieuwe, nog niet bestaande klankkleuren, gemaakt kunnen worden. Ergens begin jaren zeventig was er in een van de zalen van het oude hotel Hamdorff een presentatie van de Amerikaanse synthesizer-fabrikant ARP die diepe indruk op me heeft gemaakt. Ik begreep toen beter hoe je met de modules uit zo’n synthesizer nieuwe klanken kon ontwerpen door de modules onderling met kabels te verbinden. Ik begon radiootjes open te maken en met kabeltjes onderdelen met elkaar in verbinding te brengen. En dan kwam er geluid uit: Míjn geluid! In het begin was het een beetje prutsen maar al gauw pikte mijn zwager Wiebe van IJken, die elektronicus is, mijn ideeën op en samen zetten we ons eerste muzikale apparaat in elkaar. De synthesizer was destijds sterk in opkomst en het tijdschrift Elektuur besteedde er veel aandacht aan met duidelijke uitleg en mogelijkheden voor het zelf bouwen. Ik kon steeds meer geluidjes maken – ik wilde het nog geen muziek noemen – probeerde te onderzoeken of ik het geluid van de muzikanten kon namaken. Alles moest dan helemaal tot op het bot worden uitgezocht en zo ging het van kwaad tot erger bij mij.”

Erics verzameling synthesizers groeide uit tot een professionele studio.

Professionele studio

“De hobby werd groter en groter, ik verzamelde meer instrumenten om mij heen en zo ontstond er thuis een semiprofessionele muziekstudio. Ik voelde me senang in dit wereldje en bezocht beurzen in binnen- en buitenland waarvan ik veel leerde en waar ik ook toonaangevende artiesten en producers ontmoette. Vanaf toen wist ik wat voor soort muziek ik wilde maken, wat voor sfeer ik met mijn muziek wilde creëren en heb ik mijn eerste composities op cassette uitgebracht. In de tussentijd had ik contact gekregen met Ed Starink, de producer van de in Europa bekende Arcade cd-serie ‘Synthesizer-Greatest’. Bij een groot jaarlijks elektronisch muziekfestival in ‘de Vereeniging’ in Nijmegen, werd ik gevraagd om op te treden. Dat heeft me veel ‘fans’ opgeleverd. Ed was ook bij mijn concert en hij bood aan om mijn muziek op cd uit te brengen. Ook verscheen een van mijn nummers op zijn verzamel cd, temidden van beroemde artiesten zoals Jean-Michel Jarre, Vangelis en Kitaro. Die muziek verkocht goed, vooral in Frankrijk en Spanje. Ik had nu geld verdiend met mijn muziek en kon verder investeren in mijn studio.” 

“Het festivalgebeuren vond ik zo leuk dat ik de organisatie naar mij toe trok en met een vriendengroep meerdere festivals heb georganiseerd; onder andere in 3-in-1 in Huizen en ’t Spant in Bussum. Ik was voorzitter van een stichting met een grote (inter-)nationale aanhang en we gaven een blad uit. We boekten bekende muzikanten, met als hoogtepunt Rick Wakeman van de symfonische rockband ‘Yes’. Met hem heb ik trouwens nog steeds contact. Ik produceerde ook voor andere artiesten en bracht cd’s in eigen beheer uit op mijn eigen platenlabel met eigen distributienetwerk. Tot het moment dat mijn hobby ver boven mijn gezinsleven en mijn werk uitgroeide.”

Toetsenist Rick Wakeman (2e van links) met Eric (rechts) en 2 festivalbezoekers.

Carrière

Parallel aan Erics muzikale carrière loopt zijn dagelijkse werk dat – kort samengevat – het benoemen waard is omdat het inzicht geeft aan de kennis en voortvarendheid die hij nu ook bij de HKL laat zien.

“Ik was met mijn chemische opleiding in 1979 bij de NKF in Delfzijl terechtgekomen, waar ik verantwoordelijk was voor de kwaliteitscontrole in het chemisch laboratorium. Als teamleider had ik vele verantwoordelijkheden, waaronder automatisering. Dat intrigeerde me en daarvoor moest ik begin jaren tachtig vaak naar het hoofdkantoor in Waddinxveen, waar ik vervolgens als systeemontwerper in dienst trad. Met Annelies, en onze dochter Brenda kwamen we terecht in Waddinxveen, waar ook onze zoon Mike is geboren. Mijn scheikunde-carrière heb ik toen dus overboord gegooid, een voorbeeld van ‘ik ga wat nieuws doen.’” 

Computers en automatisering stonden toen nog in de kinderschoenen maar waren sterk in opkomst en Eric legde er weer al zijn passie en energie in. Al snel werd hij door een softwarehuis ontdekt waar hij ook veel trainingen verzorgde. En zo kwam hij uiteindelijk in dienst bij AEGON in Amsterdam waar hij als IT-manager een speciaal project opzette. Vanuit Amsterdam was het een kleine sprong naar het Gooi waar ze een woning in Huizen kochten en zoon Berry werd geboren. Wat wil je nog meer? Een fijn gezin, goedbetaald werk en een leuke hobby? Maar toen het werk naar Den Haag verhuisde besloot Eric – met de Kaasdiscount van zijn vader in het achterhoofd – om zijn baan op te zeggen en de hobby met werk te combineren: geld verdienen met zijn studio, een platenlabel en cd-distributiebedrijf . Daarnaast was hij benaderd door Music Store om als franchiseondernemer een cd-winkel in Bussum te openen. “En daar ging het goed mis!” Eric praat er niet graag over. “Tal van oorzaken zoals verkeerde prognoses van verkoopcijfers die Music Store mij had voorgehouden en de enorm snelle teloorgang van de cd zorgden ervoor dat we afstand moesten nemen van de winkel en mijn eigen bedrijf. Het was een financieel debacle.”

Feniks

Weliswaar door noodlot geholpen was het noodzakelijk om weer iets nieuws te gaan doen en weet Eric met doorzettingsvermogen en enthousiasme in 2007 als een Feniks uit de as te herrijzen. Met zijn chemische achtergrond besluit hij het roer rigoureus om te gooien en in het onderwijs te gaan werken. “Het was wel even bikkelen want ik moest tussen mijn 55e en 60e nog een paar jaar flink studeren, tot en met een scheikunde-­masteropleiding aan toe. Sindsdien geef ik als 1e graads docent les in klas 3 t/m de examenklassen van het Gymnasium in Hilversum. Het is prachtig werk, ook al wordt 2024 mijn laatste jaar want deze zomer ga ik officieel ‘met pensioen’.”

Enthousiast vertelt hij verder: “Inmiddels heb ik 7 lieve kleinkinderen en wie weet krijg ik ook weer zin en tijd voor de muziek, maar uiteraard ga ik me meer inspannen voor de Historische Kring. Het digitaliseren van het archief is een enorme uitdaging waar nog menig uurtje aan besteed kan worden. Niet alleen moeten alle computers in de kelder van de Lindenhoeve worden beheerd, maar ook moeten de werkzaamheden en de manier van archiveren op elkaar worden afgestemd. Samen met archivarissen Juan van Eck, Gerard Morsink en William van Zomeren zijn we een werkgroep gestart. Inmiddels staat er al een centraal systeem – een NAS – dat ook weer een betrouwbare back-up mogelijkheid aanstuurt en we gaan inventariseren hoe het archief voor de buitenwereld toegankelijk kan worden gemaakt. En ook voor het Kwartaalbericht wil ik dan meer verhalen schrijven.”

Tarcisius

“Zo wil ik samen met mijn neef William van Zomeren – inmiddels ook vrijwilliger bij de HKL – een verhaal over mijn grootouders schrijven: Albert (Ab) Snelders en Ali Arpink, dochter van (stomme) Tijmetje de Groot.” 

“Of over onze basisschool, de Tarcisiusschool, want daar hebben wij (HS) samen op gezeten. Wij hebben een tijd op de Heideveldweg gewoond, maar daarvoor ook een paar jaar op de Kloosterweg, in het rijtje witte huisjes vlak naast bakkertje Huisman en groenteboer Smit. In de vijfde of zesde klas, ik denk 1969/1970 bij meester Vos, is er een klassenfoto gemaakt waar we allebei op staan. Die foto heb ik – na onze herontmoeting eind 2020 – op Facebook gezet en daar zijn toen een paar reacties op binnengekomen. Vervolgens heb ik in onze redactievergadering geopperd om wat meer met klassenfoto’s te willen doen. Het lijkt mij namelijk leuk om aan de hand van zo’n foto – in dit geval dan de onze – een paar mensen bij elkaar te brengen en over hun herinneringen en anekdotes een min of meer historisch verhaal te publiceren, aangevuld met wetenswaardigheden of feitjes uit die tijd.” 

U snapt dat Eric en ik gelijk weer op dit onderwerp doordraven, vele herinneringen boven halen en in gedachten alweer aan een nieuwe serie verhalen werken. “Weet je wat Eric”, stel ik voor: “we plaatsen onze klassenfoto gewoon bij dit artikel en dan zien we vandaar hoe we dat tot een mooi verhaal of serie kunnen uitwerken.”

Voor de gymzaal, tussen de Tarcisiusschool en de Maria­school, zitten onder anderen Hans Schaapherder (links) en Eric Snelders (5e van links) geposeerd voor de klassenfoto bij meester Jan Vos. Voor de namen van de andere klasgenoten doen we een oproep voor een nieuwe rubriek in het Kwartaalbericht. Wij willen daarbij zowel zoeken naar (levens)verhalen als naar voor Laren historische wetenswaardigheden. In deze klas zitten bijvoorbeeld alleen jongens en meisjes met een achternaam vanaf ‘L’ t/m ‘Z’. Het waarom leggen wij u dan graag uit. Dit is uitdrukkelijk geen reünie (maar kan er eventueel wel toe leiden). Let ook op de nog net zichtbare toren van de Goede Herderkerk. 

En dat geldt natuurlijk ook voor úw klassenfoto en de verhalen en wetenswaardigheden die we naar aanleiding daarvan mogen optekenen. Graag vernemen wij uw reactie via redactie@historischekringlaren.nl.