Larens beroemde inwoner: Nap de Klijn
Nap (Nathan) de Klijn werd op 16 augustus 1909 geboren te Amsterdam. Hij had een oudere zuster en kreeg later een 15 jaar jonger broertje. Zijn vader was diamantslijper. De jonge Nap bleek muzikaal en werd op vioolles gedaan bij zijn oom, Jacob Hamel. Die was dirigent van het AVRO-kinderkoor en speelde viool. Na een jaar zei Jacob Hamel tegen Naps ouders: “Hij moet maar bij een echte leraar op les.” Want na een jaar speelde Nap al beter dan zijn oom.
Dit artikel is afkomstig uit Kwartaalbericht 154 [2020-4]. Leden van de Historische Kring Laren ontvangen het kleurrijke glossy magazine 4 keer per jaar. U kunt hier lid worden. Losse nummers zijn à € 4 per stuk in de Lindenhoeve te koop, zolang de voorraad strekt.
Tekst: Aagje Kramer (weduwe Nap de Klijn)
Foto: Nap de Klijn in 1934
Nap kwam op les bij Sal Snijder, violist bij het Concertgebouworkest, die hem opleidde voor toelating tot het Amsterdams Conservatorium. Daar zette hij de studie voort bij Felice Togni en Hendrik Reinbergen, resp. aanvoerder tweede violen en tweede concertmeester bij het Concertgebouworkest. Nap deed eindexamen in 1932 en behaalde de Prix d’Excellence in 1934.
Na bij het proefspel uit 56 sollicitanten gekozen te zijn, kreeg hij een aanstelling bij het VARA-orkest (dirigent: Hugo de Groot). Hij verhuisde met zijn moeder en broertje naar Hilversum. Zijn vader was in 1928 overleden, zijn zuster was getrouwd. Hij werd tevens leider van De Notenkrakers en begon in 1934 met kwartetspelen in het Walesonkwartet. Als solist trad hij op met Willem van Otterloo, Bernard Haitink, Eduard van Beinum, Carl Schuricht, Charles Groves, Erich Leinsdorff, Bernhard Paumgartner, Alfred Wallenstein, Anton Kersjes, Rafael Kubelik, Wolfgang Sawallisch, Jean Fournet, Kenneth Montgomery en Qui van Woerdekom. Met Cor de Groot en Joop Cantor vormde hij tientallen jaren het Pro Arte Trio.
Op het Conservatorium had hij pianiste Alice Heksch leren kennen. Hij raakte met haar bevriend. Ze traden samen op en trouwden in 1936, een week na de dood van Naps moeder. Het paar vestigde zich in Laren NH en verdiende de kost met concerten en lessen geven. Zij kregen drie kinderen. Omdat Nap en Alice beiden Joods waren, doken zij in de oorlog onder, op niet minder dan zestien adressen. Naps zuster en zwager, zijn jongere broertje en Alices ouders werden door de Duitsers opgepakt en vermoord.
Op tournee met de Mozartvleugel.
Amsterdam Duo
Na de oorlog moesten ze de draad weer oppakken. Ze noemden zich het Amsterdam Duo en traden op in binnen- en buitenland. Op een van hun tournees hoorden en zagen ze de vleugel die door Mozart zelf was bespeeld in Salzburg: een Johann Andreas Stein-vleugel. Alice was hier zeer van onder de indruk. Bij de firma Neupert in Nürnberg lieten ze zo’n Mozartvleugel nabouwen. In die dagen was dat iets totaal nieuws en we kunnen wel stellen dat zij hiermee hun tijd ver vooruit waren. Ze kochten een Renault Frégate, waar de Mozartvleugel precies in paste. Zo ondernamen ze diverse concerttournees door heel Europa.
Voor Philips namen ze sonates van Mozart en Beethoven op, natuurlijk met de Mozartvleugel. Daarnaast speelden ze twee grammofoonplaten vol met Encores onder de naam Romano Rubato & Bianca Ritorno. Op het hoogtepunt van zijn roem kreeg het Amsterdam Duo een uitnodiging voor een tournee van 25 concerten in Amerika en Canada. Helaas werd Alice zeer ernstig ziek en overleed in 1957. De tournee werd overgenomen door het Nederlands Strijkkwartet, waarvan Nap de Klijn primarius was.
Het Nederlands Strijkkwartet in Zuid-Amerika, 1976.
In 1950 had Nap het Nieuw Hollands Strijkkwartet opgericht. In 1952 kreeg het zijn definitieve naam: Nederlands Strijkkwartet. Het bestond uit Nap de Klijn, Jaap Schröder, Paul Godwin en Carel van Leeuwen Boomkamp. Het Nederlands Strijkkwartet nam de Amerika-tournee van het Amsterdam Duo over en zou daarna nog acht keer teruggevraagd worden. Zij traden op in Carnegie Hall, namen tweemaal deel aan het Aspen Festival en ontvingen in 1965 de Elizabeth Sprague Coolidge Medal voor het beste Europees strijkkwartet. Naast vele concerten in binnen- en buitenland maakte het kwartet talloze radio-opnamen en een aantal puntgave grammofoonopnamen bij Philips. Vanaf 1971 ging het Nederlands Strijkkwartet verder met Gerard Hettema, Gerrit Oldeman en Michel Roche. Hun laatste grote tournee was een zevenweekse concertreis door Zuid-Amerika in 1976.
John de Groote
Naast het serieuze repertoire schuwde Nap ook het lichtere genre niet. Onder pseudoniem van John de Groote leidde hij jarenlang het Ramonakwartet in het populaire radioprogramma van de Tros: Café Chantant.
Nap de Klijn was hoofdvakdocent viool aan het Koninklijk Conservatorium te Den Haag van 1950 tot aan zijn pensioen in 1974. In 1960 hertrouwde hij met Liesbeth Mulder. Uit dit huwelijk werden drie kinderen geboren. Hij introduceerde het Suzuki-systeem in Nederland en richtte de Suzukischool op, een muziekschool voor vioolonderwijs aan zeer jonge kinderen. Na zijn scheiding in 1972 huwde hij met mij, Aagje Kramer, een van zijn conservatoriumleerlingen. Samen met mij kreeg hij een zoon.
Het Amsterdam Duo zette hij vanaf 1965 voort met Rudolf Jansen. Concerten en radio-opnamen volgden, alsook grammofoonopnamen voor het label Iramac. Op 23 augustus 1979, een week na zijn 70e verjaardag, overleed hij onverwacht aan een hartaanval tijdens een studio-opname met Rudolf Jansen.
Nap de Klijn werd in 1968 onderscheiden met de Ridderorde van Oranje Nassau en in 1975 bevorderd tot Officier van Oranje Nassau.