Het gat van Hamdorff

Het gat van Hamdorff

Laren tussen nostalgie en ‘winkelkoorts’

In het centrum van Laren, op een zandvlakte, staan auto’s geparkeerd, sommige schots en scheef. Het is de plek waar vroeger Hotel Hamdorff stond, een gezichtsbepalend gebouw aan de Larense Brink. Al snel na de afbraak kwam de naam ‘het gat van Hamdorff’ in zwang. Aan twee winkelende dames in mantelpak blijft ‘het gat’ niet onopgemerkt. “Weet jij of hier nog iets komt?” Het antwoord van de ander luidt wat onzeker, bijna peinzend: “Dat wéét ik ei-gen-lijk-niet. Maar ik dacht van wel”.

Dit artikel is afkomstig uit Kwartaalbericht 158 [2021-4]. Leden van de Historische Kring Laren ontvangen dit kleurrijke glossy magazine 4 keer per jaar. U kunt hier lid worden. Losse nummers zijn à € 4 per stuk in de Lindenhoeve te koop, zolang de voorraad strekt.

Tekst: Cees Meijer

Met dit onderonsje tussen twee vrouwen opende Het Parool in 1991 een artikel over de onzekerheid en verwarring rond de bebouwing van wat toen ook wel ‘het gat van Laren’ werd genoemd. Het was inmiddels elf jaar na de sloop van het vermaarde Hotel Hamdorff. De afbraak van het etablissement, een monument dat niet alleen in ’t Gooi maar in het hele land bekend was, en het zompige gat dat achterbleef, verklaart dat behalve de regionale pers ook landelijke kranten aandacht schonken aan de ‘wond in het centrum’. Gemeente, projectontwikkelaars en winkeliers deden al die tijd pogingen op dit terrein letterlijk iets van de grond te krijgen. Maar onder de inwoners van Laren, de bestaande middenstand, en binnen het gemeentebestuur liepen de meningen over de wenselijke invulling flink uiteen. Het waren episoden voor een bijna achttien jaar durende ­feuilleton rond het ‘gat van Hamdorff’. Pas in 1998 zou het nieuwe gebouwen­complex - ik duid het in dit artikel meestal aan als het nieuwe Hamdorff – ‘het gat’ vullen. Het als look a like bedoelde bouwwerk diende toen niet meer als hotel, maar bevatte hoofdzakelijk dure appartementen, een aantal winkels en horeca en het legendarische Kroegje werd Bodega Bodega.

Jan Hamdorff en zijn hotel
Hotel Hamdorff is niet weg te denken uit de geschiedenis van Laren. Deze ‘Parel van het Gooi’ was tot de jaren zeventig van de negentiende eeuw maar een klein dorpje van boeren en wevers. Laren werd in die tijd ontdekt door de Haagse schilder Jozef Israëls (1824-1911). Hij werd getroffen door de ongereptheid en schoonheid van het schilderachtige dorp met zijn doodarme bevolking, scheefgezakte boerderijen en interieurs. Na Israëls zouden er in de laatste twintig jaar van de negentiende eeuw vele kunstbroeders hem volgen. De belangrijkste plek voor samenkomst vonden de kunstschilders in De Vergulde Postwagen, een ­logement met café aan de Brink. De herberg lag op dezelfde plek waar nu de horecagelegenheid direct rechts van de ijssalon ligt. In 1878 erfde Jan Hamdorff de herberg van zijn vader Joachim, die omstreeks 1850 De Vergulde Postwagen had gekocht. 

Jan Hamdorff
Jan Hamdorff (1860-1931) was de derde en jongste zoon van Joachim Hamdorff, een wagenmaker afkomstig uit Westfalen, en zijn vrouw Gerritje Grootveld uit Eemnes. Jan Hamdorff ontpopte zich in de periode rond de eeuwwisseling als ‘de ongekroonde koning van Laren’. Hij had de ambitie zijn dorp fraai en welvarend te maken. Het begon ermee dat hij regelde dat De Vergulde Postwagen een tramstation werd van de Gooise Tram. De trammaatschappij stimuleerde de komst van kunstenaars en dagjesmensen naar het Gooise dorp. Jan was niet alleen logementhouder, makelaar en handelaar in onroerend goed, maar verhuurde ook ateliers en hielp schilders aan modellen uit de Larense boeren- en weversfamilies. Jan Hamdorff werd een invloedrijk man in het dorp. Dit wordt behalve zijn goede neus voor zaken vooral toegeschreven aan zijn geweldige overtuigingskracht en zijn talent om mensen over te halen zijn plannen en ideeën te steunen. Vanaf 1896 was hij met een enkele onderbreking gemeenteraadslid namens zijn eigen Neutrale Partij in een raad gedomineerd door de vooroorlogse Rooms-Katholieke Staatspartij. Vanaf 1927 was hij wethouder en in die functie stierf hij ook in 1931.

Een landelijk bekend hotel
Jan Hamdorff ontving de kunstenaars in de gelagkamer van zijn logement, het Kroegje. Het werd het middelpunt van het artistieke leven in Laren, niet in de laatste plaats door de kleurrijke figuur van Jan Hamdorff zelf. In 1901 bouwde hij het inmiddels te klein geworden logement uit tot het grotere hotel, dat op de gevel werd aangeduid als Hotel Garni Hamdorff. De uitbreiding kwam tot stand door de overname van het winkelpand – de kledingzaak van Bart van den Brink – dat door een brand in 1898 zwaar beschadigd was en naast De Vergulde Postwagen gelegen was. Het Kroegje liet Hamdorff in dezelfde staat als in de dagen van De Vergulde Postwagen. Het dranklokaal groeide uit tot het centrum van de Gooise schilders. Jan Hamdorff liet de kroeglopers-kunstenaars, die regelmatig hun vertering op de lat moesten laten zetten, hun schuld voldoen met de schenking van schilderijen. In 1902 ontving Jan Hamdorff de Amerikaanse kunstschilder William Singer en zijn vrouw Anna Singer in zijn hotel-restaurant Garni. Het echtpaar vestigde zich blijvend in Laren. Na de dood van haar man schonk Anna Singer Laren het Singer Museum.

Maar Jan had eigenlijk een hotel voor ogen dat iets bijzonders moest worden: uiterst modern met fraaie appartementen, badkamers, balkons, terrassen, diverse zalen en een groot luxe restaurant. Hamdorff kreeg kort na de eeuwwisseling de kans de boerderij met stallencomplex, die rechts van zijn hotel was gelegen in de hoek van de Brink met het tegenwoordige Schoutenbosje te verwerven. Op dit terrein kon hij eindelijk zijn droom verwezenlijken. Mede door de oprichting van de NV Hotel Hamdorff slaagde hij erin een grote uitbreiding te realiseren. Op Pasen 1906 werd het luxueuze hotel geopend; dit was het Hotel Hamdorff dat tot 1981 aan de Brink heeft gestaan.

Hotelier Hamdorff deed er alles aan om de kunstwereld blijvend aan zijn hotel te verbinden. In 1913 opende hij een Kunstzaal waar grote tentoonstellingen werden gehouden, die Laren en Hotel Hamdorff nationale en internationale bekendheid bezorgden. Annejet van der Zijl geeft in haar publicatie over Jagtlust een treffende beschrijving van de gouden tijd dat Hotel Hamdorff het onbetwiste middelpunt van het Gooise leven was. Jan Hamdorff maakte zijn hotel tot een nationaal bekende hot spot, waar bekende vedettes als Else Mauhs en ­Lucienne Boyer optraden en de Ramblers het deftige publiek alle laaglandse reserves deden vergeten. Gefortuneerde families uit het hele land kwamen af op de diner-dansants, ­thé-dansants, kunsttentoonstellingen, concerten en carnavals, die in de expositiezaal, het casino of de zomertuin gehouden werden. Zij citeert ook de schilder Piet Mondriaan die het gebeuren in Hotel Hamdorff ­betitelde als ‘een klein Parijs’

Teloorgang
Na de Tweede Wereldoorlog ging het langzaam bergafwaarts met het hotel. De ontvangst van binnen- en buitenlandse toeristen, kunsthandelaren en kunstenaars die erin- en eruit stroomden en de tijd van grote banketten en feesten was voorbij. Het in 1956 geopende Singer Museum werd het kunstcentrum van Laren in plaats van Hamdorff. Alleen de tentoonstellingen van de Larense kunstenaarsvereniging werden er nog gehouden. Het oude Kroegje bleef nog lang in bedrijf maar leed toch een noodlijdend bestaan, ondanks het bezoek van een vaste cliëntèle van Larense ingezetenen en enkele schilders die traditiegetrouw bleven komen.

Om de exploitatie rond te krijgen werd een deel van het hotel verhuurd aan grammofoonplatenmaatschappij Phonogram en hield tv-producer Gerrit den Braber er zijn kantoor. Een proef met het behendigheidsspel Roco-roulette trok te weinig belangstelling. DiscodancingSaltimbanquetrok daarentegen wel veel publiek. Maar in 1975 werd hiermee ook gestopt. De tand des tijds vrat aan het gebouw, maar het geld voor een grondige renovatie en modernisering van het Hamdorffcomplex ontbrak. De Kunstzaal ging op slot, waarna in juni 1978 hotel en Kroegje definitief hun deuren sloten. Faillissement en veiling van de inboedel rondden een paar maanden later de geschiedenis af.

Een vergeefse poging
Bewoning van het hotel door krakers en een brand tastten het verwaarloosde Hamdorff-complex nog verder aan. De nieuwe eigenaar, projectontwikkelaar Rofedi uit Amsterdam, was vanaf het begin van plan het oude Hamdorff in zijn geheel te slopen en er nieuwbouw voor in de plaats te zetten. Bij monde van de directeur, de heer Cor Boelhouwer, werd bij herhaling verklaard dat renovatie niet meer mogelijk was:“Het gebouw is er veel te slecht voor. Restauratie wordt door ons daarom niet overwogen.” 

Maar enkele particulieren verenigden zich onder de naam Werkgroep Behoud Hamdorff met het doel “het bestaande gebouw zoveel mogelijk te handhaven en daarmee de met Laren verweven sfeer”. Het actiecomité werd geleid door Theo Rutgers, architect en eigenaar van de percelen Brink 2-4 en Klaaskampen 1a en 1b. Maar in het najaar van 1978 hief de werkgroep zich weer op, want Rutgers c.s. zagen wel in dat met de onwillige Rofedi renovatie was uitgesloten. Dat werd helemaal duidelijk toen in dat najaar projectontwikkelaar Boelhouwer namens Rofedi naar buiten trad met
een nieuwbouwplan voor het nieuwe Hamdorff, een ontwerp van de architecten
ir. F. de Vlaming en ir. H. Salm. Het bouwplan werd gepresenteerd via een huis aan huis verspreide krant en toegelicht op enkele informatieavonden. De algemene kritiek luidde al snel dat het nieuwe Hamdorff-complex te massaal oogde, mede door de hoogte ervan (ruim 17 meter). Ook zouden enkele monumentale bomen voor de bouw moeten wijken. De Larense politiek had eveneens veel moeite met de massaliteit van het nieuwe Hamdorff; het paste niet in de kern van het dorp dat door de gemeente tot ‘beschermd dorpsgezicht’ was verklaard. Ook het verdwijnen van de bomen viel niet in goede aarde, helemaal niet bij een groot deel van de bevolking. Vooral de kap van de eeuwenoude kastanjeboom in de hoek van Schoutenbosje/Klaaskampen, een boom even hoog als het hoogste punt van de voorgestelde nieuwbouw, vond geen genade.

BV ZOEK
Voor Rutgers en zijn werkgroep was het een signaal om opnieuw in actie te komen en nu onder de naam BV ZOEK. In het voorjaar van 1979 presenteerde BV ZOEK een alternatief plan: restauratie en gedeeltelijke nieuwbouw in de stijl van het ‘oude’ Hamdorff, dat nog steeds met zijn vervallen uiterlijk op zijn plek aan de Brink stond. ­­
BV ZOEK benaderde de architect en restauratiedeskundige ir. E.J. (Egbert) Hoogenberk, geboren in Laren; enkele jaren eerder was hij bekend geworden door restauratie van het grootseminarie in Driebergen. Volgens Hoogenberk waren het restaurant en trappenhuis van het hotelgedeelte nog van bruikbare kwaliteit. Van de zalen erachter, aan de zijde van de Nieuweweg, zou de kwaliteit wat minder zijn. Hoogenberk: “Ik vind het niet commercieel om de oude sfeer af te breken, want dat is nu precies de sfeer waar de mensen voor komen. Oude gebouwen bevatten een verrassingseffect”. In het alternatieve plan van Hoogenberk werd hotel Hamdorff voor een bedrag van rond tien miljoen gulden min of meer in oude glorie hersteld; hotel- en restaurant­accommodatie, een twintigtal woningen, een VVV-kantoor, een ruimte voor de NOS en voor de Vrije Academie, een expositieruimte en mogelijk een bibliotheek. De blinde muur aan de Nieuweweg zou verdwijnen en plaatsmaken voor winkeltjes. Maar het plan van BV ZOEK maakte geen enkele kans. Voorjaar 1980 maakte eigenaar Rofedi bekend dat Hamdorff na bijna tachtig jaar definitief onder de slopershamer zou vallen. 

De Hamdorff-soap
Toen het gebouw was gesloopt bleef er een lege plek achter die bijna achttien jaar de fraaie dorpskern van Laren ontsierde. Het enige dat niemand betreurde was dat de lelijke, blinde muur aan de Nieuweweg was verdwenen; achter die muur had altijd de zomertuin gelegen. ‘Het gat van Hamdorff’ bracht de gemoederen in het brinkdorp regelmatig in beroering in de periode tussen de aanvang van de sloop eind 1980 en de start van de bouw van het nieuwe complex in 1997. Karel Hubert, inwoner van Laren en bij Hamdorff betrokken als woordvoerder van BV Zoek en van de latere Unigro-eigenaar Albada Jelgersma, meende “dat het Hamdorff-dossier genoeg stof biedt voor het script van een dramaserie van Joop van den Ende”. Onvriendelijker gezegd kun je alle verwikkelingen rond het gat van Laren ook kenschetsen als een soap ofwel een verhaal zonder einde.De eerste aflevering in de Hamdorffsoap kwam voor rekening van de VVD-fractie. Terwijl in januari 1981 de firma Fokker uit Naarden nog bezig was de zware funderingen te slopen, stelden de liberalen in de Larense raad voor in overleg met de eigenaar het lege terrein al in het voorjaar ‘een vriendelijk, bij ons dorpsbeeld passend uiterlijk’ te geven. Er werd gedacht aan enkele eenvoudige perkjes met ‘wat wilde bloemen en een trapveldje met houten doelpalen’. De kosten zouden onderling tussen gemeente en eigenaar gedeeld kunnen worden. De VVD dacht niet dat er met deze tijdelijke invulling van de kale vlakte in de dorpskern een hoog bedrag gemoeid zou zijn. Maar hier kwam niets van terecht.

Een troosteloos parkeerterrein 
Hamdorff werd een parkeerterrein met vanaf de Brink een doorkijk naar de Nieuweweg. Daar stond Jan Hamdorff op zijn sokkel, met een als gevolg van vandalisme beschadigde neus, uit te kijken op wat resteerde van zijn levenswerk: een troosteloze vlakte. Auto’s stonden er vaak schots en scheef geparkeerd te midden van plassen, het was een modderpoel. Jarenlang zou die situatie voortduren. Omdat de gemeente geen eigenaar was van de grond, kon het initiatief voor een passende bebouwing van het terrein niet uitgaan van het gemeentebestuur. Bovendien stimuleerde de economische crisis van begin jaren tachtig projectontwikkelaars bepaald niet om gedurfde vastgoedplannen te lanceren. Eigenaar Rofedi ging failliet.

Unigro
Na vier jaar stilstand kwam in 1985 voor twee miljoen gulden het braakliggende Hamdorff-terrein in bezit van het supermarktconcern Unigro (een multinational met winkelformules als Super, Spar en Cirkel). Vanaf dat moment was het nooit meer rustig in Laren als het ging om de invulling van ‘het gat’. Hoofddirecteur Eric Albada Jelgersma, zelf woonachtig in Laren, wilde op het terrein naast appartementen een supermarkt en winkels met een totaal van 1500 m2 oppervlak realiseren. Het bestemmingsplan-Hamdorff, door de raad in 1981 vastgesteld, stond maar 600 m2 detailhandel toe.

Niet alleen onder de bevolking rees er veel verzet tegen de plannen voor een supermarkt op deze prominente plaats in het dorp. Een supermarkt op deze plek aan het groene dorpshart zou misstaan, tastte de aantrekkelijkheid van Laren ernstig aan en was een tweede supermarkt wel zo nodig in een vergrijzend dorp met een terugloop van het aantal inwoners? De Unigro-plannen leidden ook tot verdeeldheid in het college van B en W. De Larense wethouders D. Roest en I. Bogaard verzetten zich tegen de wens van Unigro; zij wilden niet verder gaan dan 1000 m2. Er was namelijk een zogeheten distributie-planologisch onderzoek naar de mogelijkheden voor uitbreiding van detailhandel in Laren uitgevoerd en de conclusie daarvan was dat alleen uitbreiding met zo’n 900 m2 detailhandel verantwoord was. Burgemeester Th. Hendriks wilde echter niet moeilijk doen over 600 m2 meer winkeloppervlak. Volgens hem was 1500 m2 oppervlak ook haalbaar volgens het onderzoek. 

Intussen hadUnigro een nieuw plan ­gepresenteerd, ontworpen door Hoogenberk (daar is-ie weer). De architect, in het besef dat hotel Hamdorff nog steeds leefde bij de inwoners, wilde Laren zijn Hamdorff teruggeven. Het ontwerp was een Hamdorff-imitatie ‘in de geest van de Jugendstil’, volgens Hoogenberk. Nieuw was een parkeergarage onder het gebouw met aan de Nieuweweg ‘speelse, klassieke bebouwing met rieten daken, passend in het sjieke Laren’.

Ook dit bouwplan leidde echter tot verdeeldheid in het dorp. De welstandscommissie kraakte het Hamdorff-plan af: Kneuterigheid à la Anton Pieck. Dit past in de Efteling, Een torentje hier, een bolletje daar. Het is niet aan ons over smaak te twisten maar dit gaat echt niet. Ook de lange, doorgetrokken facade met golvend rieten dak aan de Nieuweweg moest het ontgelden. De Larense bevolking gaf het Hamdorff-plan daarentegen een dikke acht. De mensen ervoeren het ontwerp van Hoogenberk als de herbouw van het oude hotel.

Deel 2 van dit artikel kunt u lezen in het volgende Kwartaalbericht. 

Bronnen: 

  • Laat Laren Leefbaar Blijven, januari-augustus 1992, LLLB.
  • De Gooi- en Eemlander 1975–1998. 
  • Gooipers 21-12-1978 en 17-4-1980. 
  • Het Parool, 28-3-1991. 
  • Laarder Courant de Bel 1975–1998. 
  • Lien Heyting, De wereld in een dorp, Amsterdam 1994.
  • Jan P. Koenraads, Laren en zijn schilders, kunstenaars rond Hamdorff, Laren 1986.
  • Michel Majoor, De familie Hamdorff, die voortkwam uit de Eemnesser familie Grootveld, in Historische Kring Eemnes, kwartaalblad, jaargang 34, p. 170-180. 
  • Annejet van der Zijl, Jagtlust, Amsterdam 2012. 

In het tijdschrift voor regionale geschiedenis Tussen Vecht en Eem (september 2021) is een artikel gepubliceerd over de verwikkelingen rond ‘het gat van Hamdorff’. Het was de bijdrage van de redactie van de Historische Kring Laren aan het themanummer ‘Het gezicht van het Gooi’. Wij publiceren het artikel in twee delen, in dit en in het volgende Kwartaalbericht. Het hier afgedrukte artikel is de oorspronkelijke tekst, die op enkele ondergeschikte punten afwijkt van de TVE-publicatie.