Laren 150 jaar schildersdorp – Deel 3: Een mysterieus verhaal

Laren 150 jaar schildersdorp – Deel 3: Een mysterieus verhaal

Enkele jaren geleden ben ik gevraagd om mee te werken aan het jubileumboek van de Vereniging van Beeldende Kunstenaars Laren-Blaricum (afgekort: VBKLB). Met veel interesse en enthousiasme ben ik daaraan begonnen, niet wetende welke hindernissen nog zouden volgen zoals de Covid-pandemie en andere onverkwikkelijkheden. Uiteindelijk heb ik mijn deel van het manuscript voltooid. Het is een boeiende en leerzame periode geworden. Hopelijk zullen veel lezers kennismaken met het prachtige jubileumboek.

Verenigde Solisten, 100 jaar Vereniging van Beeldende Kunstenaars Laren-Blaricum 1921-2021.

Dit artikel is afkomstig uit Kwartaalbericht 161 [2022-3]. Leden van de Historische Kring Laren ontvangen het kleurrijke glossy magazine 4 keer per jaar. U kunt hier lid worden. Losse nummers zijn à € 9,50 per stuk in de Lindenhoeve en bij Bruna te koop, zolang de voorraad strekt.

Tekst: Peter C.L. van der Ploeg

Terwijl ik deze introductie begin juli schrijf, werkt nog een aantal mensen aan de eindredactie, het register en de vormgeving. Begin oktober komt het jubileumboek uit en zal het o.a. verkrijgbaar zijn bij de shop in Singer Laren. Het boek vertelt in een aantal hoofdstukken over gebeurtenissen uit de honderdjarige geschiedenis van de vereniging. De vereniging en haar leden hebben heel wat meegemaakt. Meer dan in het beschikbare volume van het jubileumboek uit de doeken kan worden gedaan. Er moesten keuzes worden gemaakt. Enkele verhalen hebben het boek niet gehaald. Een van deze verhalen wil ik graag met u delen. Het is de geschiedenis met betrekking tot de erfenis van een jong gestorven vrouw, die haar hele hebben en houden nalaat aan VBKLB. Op deze wijze hoop ik de interesse van u als lezer te wekken voor het boek en de tentoonstelling ‘Kunstenaarsvereniging Laren Blaricum 100 jaar’ vanaf 4 oktober tot en met 27 november in Singer Laren. 

Landschap met waterlelies; H. Hubregtse; ca 1930.

Erfenis van een in Bethlehem geboren verpleegster
‘Sara Johanna Hubregtse geboren te Bethlehem Zuid-Afrika 14 februari 1889 overleden 14 augustus 1930 te Arnhem’ 

Het begint als een speurtocht. Mede dankzij de inspanningen van lid en inmiddels oud-voorzitter Elisabeth van Woerkom zijn de archiefstukken van de Vereniging Beeldende Kunstenaars Laren- Blaricum opgeslagen in het Hilversumse Streekarchief Gooi en Vecht. De stukken zijn aanvankelijk (2018) opgeborgen in 23 archiefdozen die twee en een halve meter plankruimte innemen. 1) Elke doos bevat een meestal nog chronologisch ongeordende, niet altijd samenhangende hoeveelheid documenten zoals notulen, brieven, chequeboeken van de Postgiro, uitnodigingen voor tentoonstellingen en een grote variëteit aan andere papieren. 

Een document dat mij dadelijk opvalt tussen de vele papieren is het testament van mejuffrouw Hubregtse en de bijbehorende legaatstelling. Het is de enige erfenis die de vereniging in honderd jaar krijgt toebedeeld. Maar niemand weet waarom. Direct probeer ik een verband te vinden. Op de op de eindeloos lange ledenlijst staat mevr. Hubregtse-Lanzing vermeld als lid. Zij is uitgenodigd bij de oprichtingsvergadering van de vereniging in 1921. Ik neem aan dat het legaat van haar afkomstig is. 2) Echter wanneer ik het testament goed lees, kan het onmogelijk mevr. Hubregtse-Lanzing betreffen. De verschillen in de personalia van deze vrouwen zijn te groot. Hubregtse-Lanzing trouwde tweemaal. Haar eerste huwelijk met meneer Hubregtse, haar tweede echtgenoot heette Van Putten. Terwijl Sara Johanna Hubregtse tegenover de Hilversumse notaris Albertus Perk in haar testament verklaart: ‘ongehuwd (te zijn) en nimmer gehuwd te zijn geweest en geboren te Betlehem, (14-2-1889 Oranje Vrijstaat, Zuid-Afrika)’.

De erfenis van Sara Hubregtse
Voor de vereniging begint deze geschiedenis met het verzoek dat notaris Perk richt aan penningmeester David Schulman: “zich onverwijld met de politie van Arnhem in verbinding te stellen, daar deze bij een aldaar overleden dame, genaamd mej. Sara Johanna Hubregtse, een testament had gevonden, waarin zij opdracht gaf aan de Vereeniging van Beeldende Kunstenaars te Laren voor haar begrafenis te zorgen en haar verder als eenige erfgename benoemde.” 3) David Schulman en Willem Knip reizen naar Arnhem en vernemen van de politiecommissaris dat Sara Hubregtse in droevige eenzaamheid is gestorven. “Niemand wist iets van deze eenzame vrouw.” 4) Wel wist men dat Sara als verpleegster heeft gewerkt in Hilversum en in Arnhem een huis huurde, waarschijnlijk om kamers in de woning te verhuren. 5) “Men staat hier voor een zeer vreemd geval, dat iemand de vereeniging bij erfenis, een legaat doet geworden, zonder dat iemand van bestuur of leden haar kent.” 6) 

“Het eigenaardige van het geval is, dat de overledene noch vrienden, noch familieleden schijnt te hebben gehad, terwijl niemand haar bij naam kende.” 7) 

David Schulman (links), Willem Knip (midden; portret door Hendrik Jan Wolter) en Henri van Os-Delhez
(detail portret door Willem van Nieuwenhoven; 1930).

Het bestuur besluit de erfenis beneficiair te aanvaarden, als gevolg waarvan de vereniging als enig erfgenaam de begrafenis dient te verzorgen. 8) Op maandag 18 augustus 1930 is de kunstenaar Henri van Os-Delhez 9) namens de vereniging aanwezig als Sara Hubregtse, slechts 41 jaar geworden, ter aarde wordt besteld op de begraafplaats ‘Moskawa’ in Arnhem. 10) Hij was alleen. 

In de notulen van de bijzondere vergadering op zondag 21 augustus 1930 ’s middags om 5 uur ten huize van Schulman worden de bezittingen van Sara Hubregtse beschreven. 11) 

‘De bezittingen bleken te bestaan uit: 3 biljetten van 25 gulden; 2 biljetten van 10 gulden; 1 spaarbankboekje met 1157,92 gulden; 1 obligatie Kon. Holl. Lloyd 2.250 gulden 25 coupons; Bewijs van 4 pref. Aandeelen á 100 gulden. 400 gulden; Bewijs van 1 Hyp. Obl. á 350 gulden met 35 coupons; 11 coupons H.L.; Huissleutel; Boekje van Maeterlingh.’ 12)

“In het testament werd het verzoek aan de Vereeniging van Beeldende Kunstenaars gedaan, om hare kleedingstukken en sieraden aan den Centralen Raad voor Hulpbetoon en Armenzorg te Hilversum over te dragen ten behoeve van het Brokkenhuis.” 13) 14) De Kringloopwinkel van nu is het Brokkenhuis van toen.

Maurice Maeterlinck,
De Blauwe Vogel; 1921.

Sara heeft familie
“Na opening der vergadering van 12 september 1930 deelt Schulman mede dat hij bezoek heeft gehad van de nicht van Mej. Hubregtse, welke kwam bedanken en verzoekt wanneer er familie brieven waren deze aan haar te zenden.” 15) De notulen vervolgen: “Briedé heeft een schrijven gehad van de notaris , waarin deze bericht dat er nog huur aan het huis van Mej. Hubregtse is tot 1 mei 1932. Daaruit blijkt dat dood geen huurcontract annuleert. Hij heeft Briedé verzocht het huis te huur te zetten.”

Maar wie is die nicht? Helaas vertellen de notulen niet wie deze vrouw is, misschien heeft Schulman haar naam wel genoemd tijdens de vergadering, maar vooralsnog blijft ook zij een raadsel. Het ligt voor de hand om te denken dat door de berichtgeving in de Gooise kranten deze nicht contact met de vereniging heeft opgenomen. Sara blijkt wel degelijk familie te hebben.

Hotel Hamdorff Zomertuin 1928.

Waarom erft De vereniging?
Sara woonde op de Hilversumse Waldeck­laan 3 toen zij in 1929 16), slechts een jaar voor haar dood, notaris Perk vroeg haar testament op te stellen. 17) Was zij toen bekend met haar lot? Leed ze aan een ongeneselijke ziekte, maakte ze op 14 augustus 1930, exact halverwege haar 41e jaar, zelf een eind aan haar leven? Het is opvallend dat zij twee maanden voor haar dood vanuit Groningen naar Arnhem verhuist. 18) Het is onaannemelijk dat zij geen weet had van haar familie. Zij sloot hen uit van haar erfenis. Het is me niet duidelijk geworden waarom zij dat heeft gedaan. Kon zij haar (deels uitlandige, met een connectie naar Nederlands-Indië) familie niet traceren? Heeft zij zich gedistantieerd van haar familie en dan ook maar gelijk van allemaal? Uit haar vele verhuizingen blijkt, dat Sara een rusteloos bestaan heeft geleid. Zij woonde tussen 1915 en haar overlijden in 1930 nog in Apeldoorn, Utrecht, Haarlem (3x), Den Haag (3x), Hilversum, maar ook in Laren. Terwijl zij in de periode tussen 1926 en 1929 ook heeft gebivakkeerd in Parijs. Op 11 juni 1929 vestigt zij zich tijdelijk voor 5 maanden aan de Stationsweg 22 in Laren. Daarna woont zij nog vijf maanden in Groningen om letterlijk te eindigen in Arnhem. Ook voor een verpleegster die afwisselend voor verschillende ziekenhuizen werkzaam is, maken al die verplaatsingen een onrustige indruk. Een zwervend bestaan. 

De vijf maanden in Laren 
In de zomer van 1929 houdt men zomertentoonstellingen. Op 3 juni opent schilder Henri van der Velde de eerste tentoonstelling van de mede door hem opgerichte Gooische Kunstkring. 19) 

Hoe wonderlijk, toevallig, bizar is het dat Henri van Os-Delhez van 6 tot 30 september 1929 exposeert in de Kunstzaal van Hamdorff. 20) Kan het zijn dat Sara deze solotentoonstelling van de enige aanwezige bij haar begrafenis heeft bezocht? Misschien nam zij zelfs deel aan het gekostumeerde, traditionele sluitingsfeest. 21) Gekleed in verpleegstersuniform zou haar dat zeker toegang geven. Ik kan de speculatie nog verder opvoeren. Van Os-Delhez werkte ook veel in Parijs… 22) Maar laat ik hier stoppen. Het begint teveel op een roman uit te lopen. 

Henri van Os Delhez – Place du Tetre, Parijs.

Wat doen ze met de erfenis? 
In een aantal van de komende vergaderingen van de vereniging keert de erfenis van Sara Hubregtse terug op de agenda. In de vergadering van 9 januari 1931 deelt de voorzitter mee bij de notaris te zijn geweest en dat de penningmeester (Schulman) de erfenis in ontvangst heeft genomen. De penningmeester stelt voor om Dr. Turksma te vragen wat te kopen met haar erfenis (bedoeld wordt het contante geld). 23) Aan de leden zal de suggestie worden gedaan haar erfenis te storten in een op te richten steunfonds. In het jaarverslag over 1930 schrijft Briedé: “een ons onbekende dame in Arnhem die onder tragiese omstandigheden overleed, vermaakte ons bij testament een kleine nalatenschap, wij zorgden van onze kant voor een keurige begrafenis. De stukken benodigd voor ontvangst van dezer boedel, wij aanvaardden deze onder voorrecht van boedelbeschrijving, werden dit jaar nog geheel afgehandeld.” 24) 

Co Breman op latere leeftijd.

Co Breman vertelt over de erfenis in de Ledenvergadering op zaterdag 21 februari 1931. 25) “De voorzitter deelt in korte trekken het verloop van de erfeniskwestie mede, een erfenis nagelaten door een onbekende dame Mej. Hubregtse, die in Arnhem onder tragiese omstandigheden stierf en die als hoofdsom netto f 686,38 bedroeg. Hij bedankte Schulman, Knip en Van Os voor hun hulp in deze verleend.” 

Later in deze vergadering stelt Schulman voor een steunfonds op te richten en hierin o.a. ook het geld geërfd van Mej. Hubregtse te storten. De meningen van de leden over het hoe en wat van een eventueel steunfonds zijn verdeeld. Uiteindelijk besluit men: “de bedoelde gelden voorlopig in reserve te houden, om wellicht later ze voor een of ander op te richten steuncomité te kunnen gebruiken.” 

Laten we niet vergeten dat de economische gevolgen door de wereldwijde crisis ernstig zijn voor de kunstverkoop. Tal van kunstenaars kunnen niet rondkomen. 

Voorzitter Co Breman meldt in de vergadering van 7 februari 1931 dat hij advies heeft gevraagd aan Dr. Turksma. Zijn advies wordt gedeeltelijk overgenomen. Het bestuur besluit 3 aandelen Staatsspoor 5% te kopen voor fl. 825,-.

H. Hubregtse – Rozen in gemberpot, pasteltekening.

In de loop van de lange vergadering op 23 maart 1931 stelt Gerritsen, lid van de commissie Nazien der Boeken, voor om de aandelen Kon. Holl. Lloyd te verkopen, hetgeen met algemene stemmen wordt aangenomen. Het kan niet anders dan dat het hier gaat om de nagelaten aandelen van Sara Hubregtse. Het Kasboek meldt in dat jaar echter geen inkomsten uit deze aandelen. 26) Misschien elders geadministreerd? Maar waar dan? 

In de vergadering van 13 juni 1931 heeft de vereniging een schrijven ontvangen van de ‘Amsterdamsche Bank’ dat de aandelen Holl. Spoorwegen van 5% op 4% zijn gezet (zie ook art. Groene Amsterdammer in dossier Sara Johanna Hubregtse). Het blijkt in de vergadering van 10 juli 1931 dat de vereniging nog fl 107,54 inkomstenbelasting dient te betalen volgens een brief van de notaris uit Arnhem. Briedé kondigt aan advies te vragen. Op 14 augustus 1931 deelt Schulman in de bestuursvergadering mee dat – na advies – nog fl 17,93 aan belasting en fl 5,- aan kosten voor mej. Hubregtse betaald moet worden. 

Het kasboek vermeldt dat 15/16 augustus 1930 de vereniging kosten heeft gemaakt betreffende het overlijden van juffrouw Hubregtse voor een bedrag van fl. 26,67. 27) Op 5 december 1930 schrijft de penningmeester fl. 562,- bij door de ontvangst van het legaat. fl 562 in het jaar 1930 heeft een ‘koopkracht’ van fl. 9.897,83 (€ 4.491,44) in het jaar 2016. In de bestuursvergadering wordt besloten dit bedrag te storten in het steunfonds. Voor zo ver ik heb kunnen nagaan is het daar niet van gekomen en is de erfenis opgegaan in de exploitatiekosten van de vereniging. υ

Noten:

  1. In 2021 is het archief opnieuw georganiseerd: Streekarchief Gooi en Vechtstreek (SAGV159)
    en omvat 500 invoeringsnummers.
  2. Een legaat is een duidelijk omschreven goed of bepaald geldbedrag dat je iemand nalaat.
  3. De Gooi- en Eemlander: nieuws- en advertentieblad; 19-08-1930.
  4. Laarder Courant De Bel 22-8-1930.
  5. Idem.
  6. Idem.
  7. De Gooi- en Eemlander: nieuws- en advertentieblad; 19-08-1930.
  8. Bij beneficiair aanvaarden (ook wel genoemd: aanvaarding onder voorrecht van boedelbeschrijving) accepteert u de erfenis alleen bij een positief saldo.
  9. Hendrik van Os (H. van Os-Delhez 1880-1976); zie verder o.a. Denninger-Schreuder 2003, p. 148, 161.
  10. Laarder Courant De Bel 22-8-1930.
  11. Notulenboek Bestuursvergaderingen 2 september 1927 tot 22 augustus 1931.
  12. De juiste naam van de Belgische schrijver is Maurice Maeterlinck (1862-1949).
  13. “Het Brokkenhuis heeft ten doel verstrekking tegen zeer geringe prijs van kleeding, goederen, meubilair, enz. aan behoeftige en onvermogende personen en gezinnen, zonder onderscheid van kerkelijke gezindte en zoo noodig gratis verstrekking aan die personen en gezinnen, die niet in staat zijn dien geringen prijs te betalen.” Het Hilversumse Brokkenhuis opende aan de Hertenstraat 28 op 31 oktober 1927. De Gooi- en Eemlander: nieuws- en advertentieblad, 21-10-1927.
  14. De Gooi- en Eemlander: nieuws- en advertentieblad; 19-08-1930.
  15. Notulenboek Bestuursvergaderingen 2 september 1927 tot 22 augustus 1931.
  16. Streekarchief Gooi en Vecht, bevolkingsregister Hilversum.
  17. Archief Vereniging Beeldende Kunstenaars Laren Blaricum, Streekarchief Gooi en Vecht, Hilversum; akte gedateerd 28 september 1929.
  18. Arnhemsche courant, 21-06-1930; bevolking, gevestigd; Van Lawick van Pabststraat 125 te Arnhem.
  19. De Gooi en Eemlander 3-6-1929.
  20. Laarder courant De Bel 6-9-1929.
  21. Laarder courant De Bel 6-9-1929.
  22. RKD: https://rkd.nl/nl/explore/artists/record?query=Henri+van+Os+Delhez.
  23. Dr. Barend Mozes Turksma (1868-1942) bij leven wiskundig adviseur en hoofd van het pensioen­bureau Gemeente Amsterdam.) Bron Internet.
  24. Notulenboek Ledenvergaderingen november 1928 tot 3 oktober 1934.
  25. Idem. Opm. Op de laatste pagina van het Notulen­boek is een artikel ingeplakt met de titel “Een wonderlijk geval”. Dit blijkt afkomstig uit De Laarder Courant De Bel van vrijdag 22 augustus 1930. Hier wordt verslag gedaan van het legaat van Mej. Hubregtse.
  26. Kasboek Vereeniging Beeldende Kunstenaars Laren Blaricum 1930 t/m september 1940.
  27. Kasboek Vereeniging Beeldende Kunstenaars Laren Blaricum 1930-1940.
  28. http://www.iisg.nl/hpw/calculate-nl.php.

Met dank aan Delpher.nl en RKD.nl.

Volgende keer: Een evenementsplan voor Laren 150 jaar Schildersdorp in 2024!