‘Hippie’ tussen de Larense Nonnen

‘Hippie’ tussen de Larense Nonnen

Zoek je een markante Laarder, of in dit geval Larinees, dan kun je niet om Hans van Deuren heen.
Vooral bekend van het project Laren van Weleer: het herstelde smeedwerk dat nu in de Hertenkamp staat, en van de stichting KKIDS: Kinderen en Kunstenaars in de School. Misschien heeft u zijn werk wel eens op een expositie bewonderd, of op het elektriciteitshuisje bij het Hamdorffmonument, tegenover t’ Bonte Paard.

Dit artikel is afkomstig uit Kwartaalbericht 159 [2022-1]. Leden van de Historische Kring Laren ontvangen dit kleurrijke glossy magazine 4 keer per jaar. U kunt hier lid worden. Losse nummers zijn à € 9,50 per stuk in de Lindenhoeve en bij Bruna te koop, zolang de voorraad strekt.

Tekst: Eric Snelders

Op straat kun je ook niet om deze oudere jongere, in zwarte jas en dito baret, heen. Snel wandelend van huis naar zijn dochter, dan weer door naar het Brinkhuis of de voormalige Rabobank, of onderweg naar zijn zoveelste afspraak over het zoveelste project waarin hij is betrokken. Hans is altijd in voor een praatje om te vragen hoe het met je gaat, of waarin hij begeesterd vertelt over zijn nieuwste plannen. Voor veel (Larense) pubers uit de jaren ’60 of ’70 zal Hans bekend zijn als docent of decaan van hun middelbare school. 

Johannes Maria van Deuren wordt op 13 november 1942 in Alphen a/d Rijn geboren als oudste zoon van Henricus van Deuren en Pieternella van ’t Noordende. Hans heeft nog twee zussen: Nelly en Loes, en de 10 jaar jongere broer Marcel. Vader heeft een kruidenierswinkel in Alphen a/d Rijn, die hij in 1954 verkoopt. Het gezin verhuist naar de Meidoornlaan in Loosdrecht. Hans is dan 12 jaar en gaat naar de Aloysius Mulo om daarna op de Kweekschool St. Ludgerus aan de Oude Amersfoortseweg zijn onderwijsdiploma te behalen.

Het gezin van Hans en Odiel
De pastoor van de Pauluskapel organiseerde regelmatig gesprekken met 17-jarige jongeren en daar ontmoet Hans zijn Odiel Ganzevles (24-8-1942). 

Hans: “Omdat zij in dezelfde richting woonde als ik, mocht ik haar ’s avonds in het donker thuisbrengen. We kenden elkaar ook van dansles bij Van Bommel en kregen verkering. Odiel werkte bij Bul Verweij in Hilversum: het latere Radio Veronica. In 1964 trouwden we voor de wet en in 1965 in de Hilversumse St Vituskerk.” Hans en Odiel krijgen op 11 mei 1966 de tweeling Pauline en Hanneke. Hanneke kiest ook voor het onderwijs: met haar opleiding voor docent wis- en natuurkunde komt ze later in de ICT terecht. Pauline doet, in de voetsporen van Odiel, een administratieve studie. Er zijn twee kleinkinderen: de inmiddels volwassen Lisanne (26) en Lars (24).

St Janstraat
Het huis aan de St Janstraat 29 is begin 19e eeuw gebouwd door de familie Van Dijk. In de oorlog is het een tijdelijk onderkomen voor de Broeders.
Later zit het Witgele Kruis met consul­tatiebureau en de fysiotherapiepraktijk van de heer Hols in het pand.

Hans: “We wilden trouwen en zochten een woning. Van zuster Aquinata hoorde ik dat de met emeritaat gaande Pastoor Brouwer op nummer 29a achterom zou gaan wonen. Omdat dit niet doorging kregen wij het huis. Stél je voor: 90 gulden per maand, inclusief gas, licht, water. En het had een grote tuin waar kippenschuren hadden gestaan. Die tuin grensde aan het bedrijf van Wim van Dijk, waar hakblokken werden gemaakt. En als je dan verder doorliep kwam je in de houtzagerij.”

Hans: “Radio Veronica hield in 1974 op te bestaan. Odiel begon toen, in mijn atelier naast het huis, met 1 kast, bureau en boekhoudmachine van Veronica, haar eigen administratie- en boekhoudkantoor. Het bedrijf groeide en Pauline ging bij Odiel werken.” Pauline neemt, enkele jaren voordat Odiel in 2015 overlijdt, het bedrijf over zoals we het nu kennen: Accountantskantoor Van Deuren.

Op school in Laren
In september 1961 loopt Hans stage op de Aloysiusjongensschool, toen nog een Broederschool, aan de Eemnesserweg. Hans: “Ik gaf les in verschillende klassen, zoals bij Broeder Hermanus. Toen ik bij Broeder Hubertus meeliep ontdekte ik dat mijn kwaliteit beter paste bij de hogere leerjaren.” We bekijken een brief met felicitaties door Broeder Hubertus en zijn klas: “Het waren grote klassen. Allemaal bekende namen. Ik ben benieuwd wie van de lezers zich deze brief nog herinnert.” In 1962 behaalt Hans zijn onderwijs­diploma en zijn Tekenakte. Hij werkt enige tijd op de St Bellesini jongensschool in Amsterdam Noord en studeert tegelijk aan het St Ludgerus voor zijn Hoofdakte. De kweekschool wijst een stageplaats aan op de Vglo-school in Laren. Hans: “Al tijdens mijn stage vroeg zuster Domitilla of ik, na mijn afstuderen, op haar school wilde komen werken. Daar heb ik toen gesolliciteerd, maar voordat ik werd aangenomen moest ik ook nog spreken met Pastoor Brouwer. Ik begon als enige man tussen de zusters Dominicanessen, vrouwelijke leken-onderwijzers en de meisjes.”

Ter gelegenheid van de viering van het 75-jarige bestaan van de Meisjesschool brengt MCC een serenade bij de Zusters, in de Kloostertuin aan de Brink. 1: Zr Antonia; 2: ??, 3: Zr Miriam; 4: ??, 5: ??, 6: Zr Domitilla; 7: Zr Eugenie; 8: Zr Alfara; 10: Zr Felicitas; 11: Zr Imelda; 12: ?? 13: Zr Waltera; 14: Zr Cordula; 15: Zr Ludovique; 16: Zr ­Willemien; 17: Zr Eufrosien; 19: Zr Desiree, 20: Zr Generosa; 21: Zr ­Aquinata; 22, 23, 24: ??. 25: Jaap Grob, tamboer-maitre van MCC.

1963 of 1964: De examenklas wordt getrakteerd op een etentje in de Aula. Van links naar rechts Ria Verver, mevrouw Boon, in het midden zuster Antonia en rechts zuster Domitilla.

Op de RK Vglo St. Lidwina wordt degelijk onderwijs gegeven: de school heeft een goede naam in de regio. Dat kwam mede door de mogelijkheid om officiële examens af te leggen en doorstroomcertificaten te halen bij het studiecentrum Culemborg (later PBNA). Hans: “Het werd vaak, onterecht, een huishoudschool genoemd want het leek meer op de latere Mulo. Na de basisopleiding deden leerlingen modules kunstgeschiedenis of scheikunde, of haalden een doorstroomcertificaat naar de verpleegstersopleiding of het middenstandsdiploma. Domitilla was directrice, zuster Aquinata gaf kookles, zuster Antonia handenarbeid en Eugenie naailes: dat was een volwaardige opleiding om kleding te maken: patronen tekenen en alles dat daarbij komt kijken.”
Hans: “Ik kwam daar als eerste man, maar al snel volgden Martin Scheepers en Jan Swart die van de Tarcisiusschool kwam. Hij had een handelsakte en wij zochten een leraar handelskennis.”
Op de vraag hoe hij dat begin heeft ervaren zegt hij: “Ik denk dat ik goed beviel, en het beviel mij ook goed. Maar het was bijzonder: toen ik begon was ik 20 en gaf ik les aan meisjes van 15 of 16 jaar – ik stond daar als broekie voor de klas.” Hij vervolgt: “Een paar weken geleden zat ik voor mijn huis een sigaartje te roken en zie ik een auto langsrijden. Ik roep hé Jeannette… dat was Jeannette Kuijer-Vos, inmiddels 70 jaar, een oud-leerlinge.” Hans krijgt – en neemt – de ruimte om het onderwijs zelf in te richten. Hij zoekt naar nieuwe didactische invalshoeken die passen bij de maatschappelijke veranderingen in die tijd. Hans: “Toen ik daar kwam gaf ik Nederlands, scheikunde, godsdienst en de creatieve vakken handenarbeid, tekenen, muziek, kunstgeschiedenis, toneel en later maatschappijleer. Ik kon die vakken zelf inkleuren. Zo liet ik de leerlingen een folio-schrift aanleggen met daarin een introductie over zichzelf en dan over verschillende onderwerpen, zoals bouwkunst, Egypte, gedichten, muziek, cabaret, musical, schilderkunst enzovoort. Ze zochten er dan zelf plaatjes bij of maakten tekeningen. De leerlingen waren hier trots op – zelfs nú nog. Laatst was ik bij de familie Snoeij over het smeedwerk van Laren van Weleer. Er komt een ‘meisje’ binnen dat ik meteen herken als oud-leerlinge Hennie Snoeij, ze wist dat ik zou komen en ze had haar 3 oude folioschriften tevoorschijn gehaald. Bij de brand destijds waren 3 van de 6 schriften verloren gegaan, maar deze had ze nog: ze was er zichtbaar trots op.”

Leerkrachten op de RK Leao, begin jaren ‘70. Achter vlnr: Martin Scheepers, Evert Jan Wijers, Frans Dijkman, Cor Muller, Jos van Bavel, Rie Boon, mijnheer Verwoerd, Martin Hulscher, Jan Swart, Ida Donjacour. Voor vlnr: Jozef Grob, Kay Elhorst, ??, mijnheer Datema, ??, mevrouw Karmel, Wim Daems, Yvonne Contini, Hans van Deuren. Helemaal vooraan: mevrouw Kras en zuster Domitilla.

Leerkrachten RK Leao, eind jaren ‘60. Achter vlnr: Zr Aquinata, ??, Martin Hulscher, mevrouw Karmel, mijnheer Verwoerd, Ria Verver, Ida Donjacour, Yvonne Contini, onbekend, Martin Scheepers, Rie Boon, Zr Domitilla. Voor: mijnheer Verheijen, Jan Swart, Hans van Deuren, Cor Muller.

Verlichting en Mammoetwet: de jaren ’60 – ’70
In die jaren verdwijnt de verzuiling om plaats te maken voor verlichting: in vele facetten van het maatschappelijk leven kan en mag ruimer worden gedacht, maar dat gaat niet zomaar.

Hans: “Eerst droegen meisjes rokken, maar in 1964 kwamen ze al naar school in lange broek. Op school trokken zij dan een rok aan of over hun broek heen. En alles ging nog zo keurig: na de vakantie was de vloer in de was gezet en dan trok je bij binnenkomst je laarzen of schoenen uit om verder in pantoffels door de school te lopen.” Vanwege de naderende Mammoetwet van Onderwijsminister Cals zet de school al in 1968 de verandering in naar een Leao. Hans: “De Mammoetwet zou in 1972 van kracht worden, en in dat jaar mochten ook jongens het examen doen: daarom konden we vier jaar eerder al jongens toelaten.” Leerlingen gingen de leerkrachten anders aanspreken. Hans: “Zij kregen inspraak op school. Er kwam een leerlingenraad die mocht meepraten in het overleg van Onderwijzend Personeel en Directie, en er kwam een schoolkrant. Ook de klassenavonden met gemengde klassen kregen andere invulling: we hadden meer ruimte nodig en die avonden deden we in de Aula, en nog later in de grote hal. Er kwam popmuziek en er werd gedanst. Ook spraken leerlingen hun leerkracht anders aan: onze kinderen noemden ons thuis gewoon Hans of Odiel. Op school begonnen leerlingen schoorvoetend voornamen te gebruiken. Ik vertelde dat ik niet zou reageren op een brutale Van Deuren! Maar wél als ze respectvol Hans zouden zeggen.”

De feesten en vieringen zijn vaak hilarisch. Hans speelt Sinterklaas. Naast hem juffrouw Karmel en leerlingen die het erg naar hun zin hebben.

De klassenavonden worden in de jarenzestig gehouden in het handenarbeidlokaal op zolder. Alcohol mocht niet worden genuttigd, roken was echter – ook voor leerlingen – gemeengoed.

Het vertrek van de Zusters
Er komen meer foto’s van zusters en Leao medewerkers voorbij: zusters in zusterkleding maar ook in gewone kleding.

Hans: “De zusters droegen altijd mooie witte kleding, met een geel vlak eroverheen en een voorschort. Zij woonden toen nog in het Klooster, dat nu Brinkhuis is. Later kregen ze een grijze jurk en een eenvoudig kapje op het hoofd. En uiteindelijk werd het gewoon burgerkleding. Zr Domitilla kwam bij ons thuis om haar haar te laten krullen door Odiel, dat moest allemaal nog in het geheim.” Het Klooster wordt langzamerhand opgeheven. De zusters gaan elders wonen, zoals Domitilla en Aquinata: zij wonen bij elkaar in een woning aan het Tuintje. Ook de oudere collega’s gaan met pensioen en maken plaats voor jongere leerkrachten. Hans: “Die verjonging maakte ons enthousiast: we pakten alles op dat leuk en goed was voor de leerlingen – ik besteedde er veel vrije tijd aan. Tegenwoordig krijgt een docent uren voor niet-les activiteiten, zogenaamde taakuren. Dat bestond toen helemaal niet: het hoorde bij je werk en je deed dat náást de vele lesuren.” Hans: “De manier van lesgeven veranderde: er was ruimte voor frisse ideeën. Ik was in die tijd al bezig met de combinatie school en kunst. We organiseerden een thema-week: er stond een beeld van Schrikker in de school en een tentoonstelling over etaleren. Ouders en leerlingen kwamen eropaf: het was goede reclame. We kregen een camera waarmee ik ging experimenteren. Ik gaf film-les en de leerlingen gingen met de camera op pad voor een vrije opdracht.”

Werkweken en andere activiteiten
Traditioneel gaan de 3e klassen op werkweek. Hans is lange tijd organisator en leider van deze werkweken: “Met een grote groep leerlingen en begeleiders gingen we naar Centerparcshuisjes: Lommerbergen, Beekse Bergen of America (Limburg). Groepen meisjes of jongens in een eigen huisje moesten in eigen onderhoud voorzien. Dus zelf koken en de boel netjes houden. De eerste paar dagen leefden ze op Chili con carne of macaroni die ze van huis hadden meegekregen. Ze kregen van ons een paar gulden per dag huishoudgeld. Vaak werd er heel goed gekookt en als begeleider had je een paar huisjes onder je hoede en ging je op visite om mee te eten.” Hij vervolgt: “Het was een mooie tijd. Maar je kunt wel raden wat er ’s avonds gebeurde. Wij moesten ’s avonds surveilleren om het in goede banen te leiden.” En hij voegt lachend toe: “Ik vond het altijd een sport om, als ik vermoedde dat een jongen op bezoek was bij de meisjes, op visite te gaan en dan zo lang mogelijk te blijven zitten. Natuurlijk zat die jongen verstopt en die kon al die tijd geen kant op. Een keer trof ik een meisje en jongen in bed, met kleren aan: ze deden alsof ze sliepen. Dus daar heb ik heel lang gezellig gekletst, ze moesten zich muisstil houden.”

Hans: “Ik organiseerde veel andere activiteiten samen met mijn zwager Martin Scheepers en andere docenten. Toneel- en discoavonden, optredens in Johanneshove of Nieuwenoord, tentoonstellingen, open avonden, voorlichting voor basisschoolleerlingen en … kerstvieringen. Ik herinner me nog heel goed de viering in de Ontmoetingskerk op de Kerklaan. Leerlingen hielpen mee met de voorbereidingen, het maken van rekwisieten, met geluid of licht, of hadden een rol in de uitvoering. Het toppunt was het optreden van Erna Bakker, die het mooie nummer I don’t know how to love Him uit de musical Jesus Christ Superstar zong, in het Nederlands. Zij had een prachtige stem en iedereen luisterde ademloos. Tijdens de uitvoering kwamen leerlingen door het publiek, protesterend naar voren met Ban de Bom- borden. Tijdens het voorlezen van het kerstverhaal over de maagd Maria en haar zoon Jezus, brulde een jongen boven vanaf het balkon Dat kan helemaal niet, wat een flauwekul. De zaal was geschokt: mijnheer Verwoerd, de conciërge, ging nog achter de jongen aan … prachtig!” Het is allemaal spel: minutieus voorbereid door Hans en het team: zo laat hij zijn leerlingen op creatieve manier in aanraking komen met actuele onderwerpen. 

Niet stilzitten
Naast zijn baan op de Vglo en Leao, werkt Hans op de naastgelegen Ulo, later Mulo: “Ik werd gevraagd om naast mijn hoofdbaan op de Vglo/Leao ook tekenles te komen geven op de Rosa Ulo, later St. Jans Mavo. Dat kon op de zaterdagmorgen en enkele uren in de week tussendoor. En mijnheer Duursma van de Aloysiusschool vroeg me om handarbeidles te geven… ik maakte weken van wel 40 tot 46 lesuren. En naast mijn lessen was ik altijd druk met organiseren van de activiteiten buiten de lessen en ook nog de schoolkrant. Die maakte ik ’s avonds samen met Martin, op de stencilmachine. En dan nog de klasseavonden … ik stopte die tijd er graag in omdat ik het leuk vond, maar dat kan alleen als je een goed team hebt.”

Dijkers en Kakkers
Hans: “In Laren ging het eigenlijk allemaal nog erg braaf, er gebeurde natuurlijk wel eens wat zoals die strijd tussen de dijkers en kakkers. In Laren betekende dat een Puch (met hoog stuur) of een Kreidler (buikschuiver). En als die groepen dan tegenover elkaar op de Brink stonden kwamen er wel eens vechtpartijen van.” In de jaren zeventig neemt buurthuis De Warrekam zijn intrek in het voormalige Klooster aan de Brink. De Warrekam heeft geen goed imago: er zou worden gedeald, zelfs worden harddrugs gebruikt en menig ouder drukt zoon of dochter op het hart om dit vermeende drugshol te vermijden. 

Hans: “Het viel wel mee, er werd wel geblowd maar het liep niet uit de hand. Er was behoefte aan een jeugdhonk en dat begon in de boerderij waar nu George LA zit. Het zusterhuis aan de Brink werd van de Kerk gehuurd. Ik was gevraagd in de bestuurs-­benoemingscommissie en zo kwam de eerste buurtwerker, de heer Tolsma uit Amsterdam, in Laren. Tijdens de lessen ­Algemene vorming en later Maatschappijleer besteedden we ook extra aandacht aan verschillende vormen van verslaving.”

Decaan Van Deuren in zijn kantoor, dat behangen is met affiches waarmee hij zijn rol als vrijdenker en vertrouwenspersoon lijkt te willen benadrukken.

Vrijdenker
Hans legt uit hoe hij het onderwijs anders probeert te doen: “In de Vglo-tijd had je het vak kinderverzorging. De meisjes vonden het leuk als ik over de liefde vertelde en over het krijgen van kinderen. In het biologielokaal stond een torso waarin ook een tweeling was te zien, en die er uitgehaald kon worden.
Onze tweeling was net geboren dus dat kwam mooi uit. Ook spraken we over de ontwikkeling van meisje tot vrouw en van jongen tot man. Daar zijn veel werkstukken over gemaakt.”

De komst van gemengde klassen maakt een andere invulling van de seksuele voorlichting noodzakelijk. Hans: “Op de grond tekende ik een silhouet van een man en een vrouw, en vroeg de leerlingen om woorden bij de figuren te noteren, netjes of in straattaal. En ik stelde vragen over de verschillen: waarom trekt een meisje haar trui op een andere manier uit dan een jongen, of waarom gaan meisjes anders zitten dan jongens. Daardoor voelden de leerlingen zich vrijer om mee te praten. De seksuele revolutie maakte dat we op een andere manier aandacht moesten geven aan dit onderwerp. Eerst was dat bij het vak Algemene vorming. Ik heb zelf lange tijd seksuele voorlichting gegeven. Dat paste ook bij mijn rol als decaan: je bent dan een vertrouwenspersoon. Jos van Bavel gaf voorlichting bij het vak Godsdienst, maar ik denk dat ik er vrijer in was … ik weet het eigenlijk wel zéker.”

In die jaren ontstaat het nieuwe examenvak Maatschappijleer. Hans is, als lid van de examencommissie, betrokken bij de invoering: “Ik vond dat de seksuele voorlichting goed bij dat vak paste. Ik maakte een discussiehoek in de klas, met een oud bankstel van thuis. En op de tafel legde ik de sextant, het blaadje van de NVSH: leerlingen mochten het van mij lezen. Ik denk dat de zusters ‘s avonds op school ook wel in die blaadjes hebben gekeken …” lacht Hans. Hij benadrukt dat zijn belangrijkste drijfveer is om er voor de leerlingen te zijn.

Hans: “Zij moesten mij kunnen vertrouwen. Ooit kwam een meisje bij me die vroeg om de morning-after pil. Ik stuurde haar door naar de juiste instanties. Bij handarbeid gaf ik een opdracht waarbij leerlingen alles mochten gebruiken dat ze konden vinden. Zo kwam een grote vrouwenfiguur tot stand: van karton, met een appel in de hand en een stofzuigerslang er omheen, pannendeksels als borsten en een gieter als piemel. Het werd nog leuker toen we er een touwtje aan maakten: alsof er een straaltje uit kwam. Het kunstwerk stond in de gang en we kregen vooral commentaar van de leken-docenten. Ik geloof dat de zusters het nog wel konden waarderen.”

Jongeman tussen puberende meisjes.

Hans gaat onverminderd door
Nadat Hans nog enkele jaren, samen met Jan Swart, adjunct-­directeur is, maakt hij in 1980 een overstap. Hij wordt directeur van de Maria Goretti Leao in Utrecht. Op zijn 55e begint hij met een doctoraalstudie Sociale Wetenschappen en studeert op zijn 62e af in de richting Onderwijswetenschappen. Hans: “Ik had in 1973 al mijn akte Pedagogiek MO-A gehaald maar de vervolgstudie voor MO-B heb ik toen niet kunnen afmaken. In 1991 heb ik dit weer opgepakt met mijn doctoraalstudie WO-Onderwijskunde, die ik in 1997 voltooide. Studeren in de avonduren ging me best goed af. In het laatste stuk moest ik onderzoek doen en een scriptie schrijven: daar had ik twee jaar voor nodig. Ik heb veel van de kennis kunnen gebruiken en nu nog steeds.”

Hans gaat met pensioen als hij 63 is. Hij stopt met zijn werk, maar níet met werken: met onverminderde energie is hij betrokken in diverse projecten. Zo is hij bezig met het organiseren van kunstzinnige en creatieve projecten op alle basisscholen en de Internationale Schakel Klas (ISK). Hedendaagse kunstenaars gaan met groepen kinderen op een geheel eigen manier aan de slag. Het is de bedoeling dat elk jaar een ander thema uit het kunstwerk Laren van Weleer wordt gekozen. Hij richt stichting KKIDS op, waarin hij samenwerkt met de scholen, vrijwilligers, de gemeente en de Historische Kring Laren. Hans: “Aan het begin vertelde ik zelf in de groepen
1 tot/met 8 op de scholen over het kunstwerk en de betekenis daarvan. Veel leerlingen herinneren zich dat nog en dan hoor ik wel eens op straat Hé kunstenaar, jij was bij ons op school!”
zo verbindt Hans verleden, heden en toekomst in Laren.

Dit jaar wordt Hans 80 en zit dan ook 60 jaar in het onderwijs, en dat wil hij groots vieren. Er liggen nog mooie verhalen in het verschiet!

Meisjesschool “St Lidwina”: Klas 2C van 1965-1966. Hans en zijn leerlingen, en natuurlijk zuster Domitilla.